verzen vervaardigde. Hij beoefende ook de geschied- en oudheidkunde, hielp Boxhorn bij het zamenstellen van zijne Zeeuwsche Chronyk en Valerius Andreas van zijne Bibliotheca Belgica. Tot zijne letterkundige vrienden behoorden, behalve deze beide geleerden: Jacob Cats, Caspar van Kinschot, Daniel Heinsius, Herm. de Hubert, Abraham van der Meer, Antonius Walaeus, Petrus Cunaeus, Petrus Scriverius, Samuel Lecherniere de la Rivière, Joh. Isaacus Pontanus, Pierus Winsemius, Cornelis Boy, A. van den Brouk, Joh. Rogiers, Samuel van den Ende, Jacobus Revius, Hermannus Faukelius, Ludovicus Berchemius, Guilielmus Baudartius, met wie hij brieven en verzen wisselde.
Revius zette eenige zijner verzen in 't Grieksch over.
Hij huwde Magdalena de Jonghe, dochter van Johan Anthonisse de Jonghe, heer van Oosterland en St. Jansland, burgemeester van Zierikzee, op wiens overlijden (19 December 1617, in den ouderdom van 72 jaren) hij een gedicht vervaardigde (Ned. Poëm. bl. 80). Hij overleed den 21 Mei 1644. Boxhorn maakte op zijn beeldtenis, door J. Sarragon in het koper gebragt, een Latijnsch bijschrift.
Hij schreef:
Proteus sive Disticha Synonyma in insolitam, nec auditam a multo retro tempore, anno 1615 seccitatem etc. Zzeae, ap. J. Hiltenium eodem anno.
Proteus auctius, Lugd. Bat. 1623, Ultraj. ap C. Noenaert, 1670 4o.
Paraphrasis Poëtica Epistolae Catholicae S. Jacobi Apostoli, Harderv. ap. Nic. v. Wieringen, 1634. 4o.
Epigrammata in urbes Zelandicas.
Nederduytsche Poëmata, Amst. bij Broer Jansz. 1635. 4o. m. pl.
Hij vertaalde:
D. Heinsius, Gesprek over den geboortedag onzes Heeren, 1622. 12o.
D. Heinsius, Over de bloedige offerhande Christi, Zzee, 1613. 12o.
Johan baroen van Kitslitz, Rechtsinnige bevestiginge van de ware gemeenschap des lichaams en des bloeds onzes Heeren J.C., Zzee, 1614. 12o.
Lucas Trelcatius, de jonge, Theses van de eeuwige Godheyd Christi of des eeuwigen Zoons Gods. Zzee, 1614. 12o.
Een korte belijdenisse des Geloofs, door Theod. Beza, Zzee, 1614. 12o.