[Rochus Adriaanse Hoffer]
HOFFER (Rochus Adriaanse) of Houffer, een man van naam en aanzien, die achtmaal de burgemeesterlijke waardigheid te Zierikzee, en van 1576 en 1581 af en vervolgens die van het rentmeesterschap van Zeeland beooster Schelde bekleedde. Hij werd door Alva ‘om de bekentenis van de Calvinistische leere’ gebannen. Hij huwde Susanna Eeuwout Teylinghx en stierf den 10 April 1606, in den ouderdom van 65 jaren. Zijne weduwe overleefde hem en stierf den 8 November 1625, in den ouderdom van 74 jaren. Hun zoon Adriaan vervaardigde
Tranen of te Lyckdicht wtgestort op het graf van den Erntfesten ende seer Godsalighen Heere R. Hoffers enz.
‘Segt ghy 't selver yder aan,
Wat hy U al heeft gedaan.
Wie uw borghers heeft geleyd?
Wien ghij voormaals hebt beschreyd?
Wie den yver van Gods huys,
Heeft ghetoont in druck end kruys?
Wie Duc d'Alvaas wreed gemoed
Wie syn leven end syn goed
Als den vrydom van syn ziel?
Wie U in Gods eerste licht
Heeft geholpen, end gesticht?
Wie uw stad in droeve rouw
Heeft geboden syne trouw?
End uw vrybeyd voorgestaan?
End het Pausdom ver doen gaan?
Wie uw slotels heeft bewaart?
Wie uw schatten heeft gespaart?
Doe hy, Borghers, in uw stad
Als uw Heer, end Meester sat.’
Zie Sententien van Alva, bl. 177, 178; Smallegange, Chron. van Zeeland, bl. 502, 507, 508; Boxhorn op Reigersbergh, D. II. bl 574. Te Water, Reform. van Zeel., bl. 112; van der Velde, 200jarig Jubelfeest te Zierikzee, bl. 22, 59; A. Hoffer, Nederd. Poëm., p. 311.