zoude ongetwijfeld door de regering als zoodanig zijn erkend geworden, had de drossaart van 's Bosch zich tegen deze aanstelling niet verzet.
Zie van Gils, Kath. Meyer. Memoricb., bl. 121, 197, 233; van Gils en Coppens, Nieuwe Beschrijv. van het Bisdom van 's Hertogenbosch, D. I. bl. 295, 296.