[Splinter van Helmich]
HELMICH (Splinter van). Deze hopman was (1586) kastelein van het slot te Wel, toen de graaf van Mansfeld, door Parma gezonden, het opeischte. Deze van Helmich een weigerend antwoord ontvangen hebbende, rukte voor Venlo, dat hij beide van de Geldersche en Brabandsche zijde belegerde. Na het overgaan dier stad werd het slot ten tweedenmale door Hautepenne opgeëischt. Helmich zocht het te houden, ten minste tot er behoorlijk bres zou zijn geschoten, doch hij werd door ontrouw en muitzucht van zijn eigen volk genoodzaakt tot verdrag met den vijand te komen. Hautepenne luisterde naar geen billijke voorwaarden. Nogtans beloofde hij Helmich vrijen uittogt met zijn paard. Doch hij hield zijn woord niet. De hopman en zijn gezin werden, na het overleveren der plaats, naakt uitgeschud en van alles beroofd. Hij en een groot deel zijns volks kwamen te Utrecht, daar drie van de muiters, op zijne aanklagt, ten galge verwezen werden.
Zie Bor, Nederl. Oorl., B. XXI, bl. 26, 27; Wagenaar, Vad. Hist., D. VIII, bl. 129, 130, 131.