in Engeland binnen te loopen. Drie maanden werd hij daar uit staatkundige inzigten door Hendrik VII, onder den schijn van beleefdheden, opgehouden, en eerst den 22sten April kwam hij in Spanje aan. Hij werd met zijne gemalin voor Koning en Koningin erkend. Niet langer dan drie maanden regeerde hij. Ofschoon sommige schrijvers melden dat hij aan vergiftiging gestorven is, verdient het verhaal, dat hij, te Burgos, zich met het kaatsspel verhit en een kouden dronk genomen hebbende, aan de gevolgen daarvan, op den 25sten September 1506 overleed, veel meer geloof. Zijne weduwe nam het bestuur op zich, doch hare zielstoestand maakte haar daarvoor ongeschikt, en zij was weldra verpligt daarvan af te zien. Het stoffelijk overschot van Filips werd buiten Burgos begraven, zijn hart rust te Jerusalem en zijne ingewanden te Brugge. Zijne afbeelding wordt op verschillende wijzen aangetroffen. Hij verwekte bij zijne gemalin zes kinderen; twee zonen, Karel en Ferdinand, welke beiden later den keizerskroon verwierven, en vier dochters: Eleonora, gehuwd eerst met Emanuel, Koning van Portugal, naderhand met François I; Elisabeth, gemalin van Christiaan II, Koning van Denemarken; Maria, gemalin van Lodewijk II, Koning van Hongarije en Bohemen; en Catharina, gehuwd met Joan III, Koning van Portugal.
De fraaije uiterlijke gedaante van Filips verwierf hem den bijnaam van de schoone, en hij werd om zijne zorgeloosheid in staatszaken, die hij veelal aan zijne dienaren overliet, Croit conseil of hoor naar raad genoemd. Verschillend is ook het oordeel over de regering van dezen vorst. Terwijl de een hem als krijgsman en schrander staatsman roemt, zegt een ander dat juist de Geldersche krijg het bewijs oplevert, dat hij ongeschikt tot het oorlog voeren was. Ontegenzeggelijk was zijne regering het land nuttig, en zijn dood werd dan ook algemeen in de Nederlanden betreurd. Landbouw, het fabrijkwezen en de handel genoten destijds eenen schier ongekenden bloei, en kunsten en wetenschappen werden, naar zijn voorbeeld, ijverig beoefend aangemoedigd. Het karakter van Filips was driftig, opvliegend, maar ligt verzoenlijk; volgens sommige schrijvers was hij aan wellust overgegeven en krenkte dit het verstand zijner trouwe, doch zeer jaloersche gade. Eindelijk zegt men dat zijne af keer van het Spaansche volk de eerste grond heeft gelegd tot de later schier onverzoenlijke vijandschap tusschen Nederlanders en Spanjaarden.
Zie van Meteren, Nederl. Hist. D. I. bl. 73-75 met portret Boxhorn, Chron. van Zeel. (Middelb. 40) bl. 338-373; Balen' Beschrijv. van Dordr. bl. 803, 804, 535, 681, 803, 836; Wagenaar' Vaderl. Hist. zie het regist.; Van Wijn, Nalez. op de Vaderl. Hist. van Wagenaar. D. I. bl. 214, 230, 243, 244; Wagenaar. Beschrijv. van Amst. octav. uitgav. D. II. bl. 387, 388, 391, 396; Van He-