pen en stroomen bloeds vergoten worden; maar toch, welke magten Filips ook ten dienste stonden, de vrijheid, zoo lang onderdrukt, triompheerde ten laatste, en noch een Granvelle, noch een Alva, noch zijne inquisitie, noch de moord aan den edelen Willem van Oranje, door Filips bewerkt en beloond, noch zijne zoogenoemde onoverwinnelijke vloot, waren in staat om het kleine Nederland onder den ijzeren scepter van Filips te doen bukken, en een einde te maken aan eenen opstand, wier wettigheid door slechts weinigen in twijfel wordt getrokken. Aldus van de Nederlanden vervallen verklaard, van al wat Nederlander was gehaat en vervloekt, en bezoedeld met het bloed van duizende onschuldigen, die op zijnen last ter dood waren gebragt, zag zich die magtige vorst ten laatste ook op het ziekbed geworpen. Vreesselijk was zijn einde. Het was als of de magtige
bestuurder van het heelal wraak kwam nemen bij den nu magteloos ter neder liggenden gebieder eener halve wereld. Meer dan vijftig dagen van het allerbitterst lijden werden doorgebragt, tot dat de dood op den 13den September 1598 daaraan een einde maakte, en een der grootste tirannen van de wereld nam, welke er immer op verschenen waren. Zijn naam staat als zoodanig in 's lands historie bladen geschreven. Wij hebben er niets meer bij te voegen.
De afbeelding van Filips II ziet op onderscheidene wijzen het licht; ook heeft de stempelkunst zijn somber, ernstig en trotsch voorkomen ons medegedeeld. Als zijne zinspreuken worden opgegeven: Nec spe nec metu (Noch door hoop, noch door vrees) en Dominus mihi adjutor (De Heer is mijn helper). Vier malen was hij gehuwd; eerst in 1533 met Maria, prinses van Portugal, die in het kraambed van Don Carlos in 1545 overleed. In 1554 hertrouwde hij met Maria, Koningin van Engeland, die in 1558 stierf Hij huwde ten derden male met Isabella, dochter van Hendrik III, Koning van Frankrijk. Bij deze verwekte hij Isabella Clara Eugenia, gemalin van den Aartshertog Ernest van Oostenrijk, en Catharina, Hertogin van Savooije. Nadat deze derde vrouw men zegt door vergif, op zijn last toegediend, overleden was, trouwde Filips ten vierden maal, in 1570, met Annna van Oostenrijk, dochter van Keizer Maximiliaan, die hem drie zonen en eene dochter schonk, welke allen overleden op één na, die onder den naam van Filips III volgt.
Zie, behalve alle geschiedschrijvers die over het tijdvak van zijne regering handelen, meer bijzonder Watson, Hist. der Regering van Filips, II. zie het regist; Luiscius.; Woordenb. D. VII. bl. 177-179; Kok, Vaderl. Woordenb. D. XV. bl. 152-191; Scheltema Staatk. Nederl. D. II. bl. 192-196; van Kampen, Vaderl. Karakterk. D. I. bl. 281-287; Biographie Univ. T. XV. p. 166-186; Collot d'Escurij, Holl. roem. D. I. 69, 70, 113, D. II. bl. 29-31, Kron. van het Hist. Gen. te Utr. D. V. bl. 21, 24, D. VI. bl. 215, D. VII. bl. 4, 312, Muller, Cat. van Portrett. bl. 2; Gachard,