Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 6

[Franciscus Fabricius]

FABRICIUS (Franciscus), geboren te Roermond omstreeks 1510, legde zich, na de Latijnsche scholen bezocht te hebben, op de geneeskunde toe. Hij practiseerde te Deventer in 1533 en te Aken in 1545, en overleed in 1572 of 1575. Hij maakte zich als Latijnsch dichter bekend en schreef:

Thermae aquenses sive de Balneorum naturalium natura et facultatibus, Colon, 1546, 4^o, ibid, 1564, 8^o. ibid. 1617, 8^o,

Divi Gregorii Nazianzeni tragoedia Christus patiens, latino carmine reddita, Antv. 1550. 8^o.

Consilia de arthridite, opgenomen in Henricius, Consilia de arthriditis praeservatione et curatione, Francof. 1592.

Zie Foppens, Bibl. Belg., p. 292, 298; Revius, Dav. Illustr., p. 251; Saxe, Onom. Liter., T. III. p. 633; Hoogstraten, Woordenb., D. V. bl. 7; Biogr. Univ., T. VII. p. 171; Hoeuft, Parnas. Lat. Belg., p. 23, 24; Peerlkamp, de Poët. latin. Neêrl., p. 56.