[Samuel Cruijs]
CRUIJS (Samuel), was gedurende een aantal jaren een zeer verdienstelijk tooneelspeler. Hij was een leerling van Corver, en vervulde de eerste rollen in de voornaamste treur- en blijspelen. Verdienstelijk vooral waren zijn Nero, in: Epicharis en Nero; zijn Gijsbrecht van Amstel; zijn Bayard in: Gaston en Bayard; zijn Theramenes, in: Racine's: Phedra; zijn Frederik in: Kotzebue's Onechte Zoon, en zijn Aballino. In 1805 had hij het ongeluk, in zijne verstandelijke vermogens gekrenkt te worden, en overleed dien ten gevolge, in het zoogenaamde Buiten-Gasthuis te Amsterdam in 1808. Hij was gehuwd en liet zeven kinderen na.
Zie Konst- en Letterb., 1805. D. II. bl. 175; Collot d'Escury, Holl. Roem., D. IV. St. II. Aant. bl. 608; van Halmael, Bijdr. tot de Geschied. van het Tooneel, bl. 68.