[Filips van Croy]
CROY (Filips van), Hertog van Aarschot, oudste zoon van Hendrik van Croy, Graaf van Porcean, die raad en kamerheer van Koning Lodewijk XII, en oudste broeder van den voorgaande was. Zijne moeder was Catharina de Chateaubriant. Door het kinderloos overlijden van zijnen oom Willem, erfde hij diens voornaamste bezittingen, onder welke het Markgraafschap van Aarschot. Hij werd in 1516 ridder van het Gulden Vlies, en in 1521 door Karel V naar Valenciennes gezonden, om die stad voor vijandelijke aanvallen te dekken. Voorstander van vrede en eendragt zijnde, verzette hij zich in dat jaar tegen het verbond door Karel V en Paus Leo tegen Frans, Koning van Frankrijk, gesloten. Hij was in 1533 stadhouder en algemeen legerhoofd in Henegouwen, en zijn markgraafschap Aarschot werd toen tot een hertogdom verheven, omdat hij tegen behoorlijke vergoeding de hertogdommen van Soria en Archi aan den Keizer had afgestaan.
In Maart 1543 door de Landvoogdes Maria met eene talrijke legermagt afgezonden, om de stad Heinsbergen, door Willem, Hertog van Gulik en Kleef belegerd, van het noodige te voorzien, werd hij op den terugtogt bij Sittard, op den 24sten Junij van genoemd jaar, door eenige Geldersche en Kleefsche benden aangetast, en na een scherp gevecht, met achterlating van drie duizend gesneuvelden, een nog grooter aantal gevangenen, en van al het wapentuig, op de vlugt gedreven, Hij liet het vermaarde paleis Beaumont en het slot te Clair-Fontaine bouwen, overleed te Brussel in 1549, en was tweemaal gehuwd geweest, eerst in 1520 met Anna van Croy, erfdochter van