Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 3
(1858)–A.J. van der Aa– AuteursrechtvrijZie Bor, Nederl. Oorl., B. VI. bl. 455 (334) B. X. bl. 756 (201), B. XI. bl. 869 (283). CRAAUWELAAR (Jan de), kapitein op het schip de Landskroon, van 36 stukken. Hij behoorde in 1707 tot de Nederlandsche schepen die, in vereeniging met den Britschen vloot, zich begaven naar de baai van St. Hospice, om aan het leger der bondgenooten (in den successieoorlog van 1702 tot 1713) allen mogelijken bijstand te verleenen. Bij deze gelegenheid werd hij met zijn schip de Landskroon en drie Engelsche fregatten gezonden, om post te vatten aan de westzijde van de rivier de Var, ter beschieting van eene aldaar door de Franschen aangelegde schans, om alzoo aan het leger der bondgenooten gelegenheid te geven om hooger op de rivier over te trekken. Men had namelijk een aanslag op Toulon op het oog, en ofschoon de aanslag mislukte, zeilde de Engelsche schout bij nacht Dilekes met drie Engelsche en twee Hollandsche schepen, de Veere van 58 stukken onder kapitein Godin en de Landskroon van 46 stukken onder Craauwelaar, de baai in. Deze schepen bombardeerden de stad, schoten een driedekker en nog twee andere oorlogschepen in brand, terwijl de vlammen nog tot vijf anderen oversloegen. In 1732 was hij kapitein op het roeifregat Spiegelbosch van 24 stukken, hetwelk met de Wageningen, van 38 stukken, onder kapitein Jacobus Teengs, tot bestrijding der Marocanen werd uitgezonden.
Zie de Jonge, Gesch. van het Nederl. Zeew., D. IV. St. II. bl 420, 422, 426, D. V. bl. 78. |
|