[J. Cool]
COOL (J.), orgelmaker te Goes, vervaardigde in 1710 in de groote kerk aldaar een achtvoets werk van 28 stemmen voor twee klavieren en pedaal met vijf blaasbalgen, hetwelk zoowel voor het oog als voor het oor zeer schoon uitviel.
Zie Hess. Dispos. des Orgels; E.L. Gerber, Lexic. fur Tonkunstl. bl. 776.