is van eene uitmuntende uitvoering. Aan de regterzijde ziet men eene persoonlijke voorstelling van de Noordzee, de wateren ontvangende van den Rijn; aan de linkerzijde een vrouwenbeeld, voorstellende den verbeterden landbouw van Rijnland, en in het verschiet de zeesluis van Katwijk. Het geheel strekt den beeldhouwer Joseph Geefs van Antwerpen, tot eene onvergankelijke eer.
Behalve de vermelde kaarten zijn wij aan de pen van Conrad de volgende werken verschuldigd:
Verhandeling over den Rhijnlandschen Slaaperdijk bij Spaarndam, met betrekking tot deszelfs gevolgen zoo voor den waterstaat van Rhijnland, als voor de stad Amsterdam, met twee kaarten, Haarlem 1802. 8o.
(Het ontstaan van dit werk had men te danken aan den sedert lang bestaanden waan, dat de overvloeijing van den Slaperdijk dienen kon, om Amsterdam, bij buitengewone hoogte van water, tegen gevaar van overstrooming te beveiligen, welken waan Conrad wist te wederleggen in zijn genoemd geschrift, en te bewijzen, dat de overvloeijing ter ontheffing en beveiliging van Amsterdam nutteloos, maar voor Haarlem en nabijgelegene polders schadelijk was. Dien ten gevolge had de zoo noodige verhooging van dien dijk plaats, en bewezen de gevolgen, hoe juist Conrad in dezen geoordeeld had.)
Rapport wegens het onderzoek omtrent eene uitwatering te Catwijk aan Zee, gedaen in 1802, op last van Dijkrichter en Hoogheemraad van Rhijnland, met bijlaagen en daartoe behoorende kaarten en plaaten. Haarlem 1803. 4o.
(Dit rapport, hetwelk ook de namen draagt van zijne mederapporteurs Blanken en Kros, was hoogstwaarschijnlijk alleen van zijne hand.)
Prijsverhandeling betreffende het leven en de verdiensten van Christian Brunings, met een voorberigt van J.H. van der Palm. 's Grav. 1827. 4o.
(Deze lofrede, bekroond door het Directoire der Bataafsche Republiek, in het jaar 1807 met eenen gouden gedenkpenning, hangende aan eene gouden keten ter waarde van 200 dukaten, is onder gemelden titel op 's lands kosten en op 's lands drukkerij uitgegeven.)
Behalve de genoemde werken moet er van Conrad in handschrift bestaan, eene:
Memorie over de resultaten, welke de werken te Katwijk hebben opgeleverd, sedert dat de Sluizen op den 21 October 1806, in tegenwoordigheid van Koning Lodewijk, voor het eerst geopend zijn, tot op den 31 December van datzelfde jaar.
Er bestaat van Conrad een fraai portret door J. Anspach geschilderd en L. Portman op steen gebragt. Gelijk het onderschrift zegt, werd hetzelve vervaardigd op last van H.H. regenten der fundatie van de vrouwe van Renswoude te Delft,