[Ezra de Clercq van Jever]
CLERCQ VAN JEVER, (Ezra de), van wien ons volstrekt geene levensbijzonderheden bekend zijn, zond in het licht:
Ongelijk gevecht of de Gestrafte Laster, blijsp., getrokken uit de nagelaten Tooneel-Poezij van Hans Prulle-kramer tot Beuselaarshorst, Koning van 't zandig Duin, Vorst van alle Koninklijke Konstenaeren, Grootmeester der Lasteraeren, etc. etc. etc. door E.d.C.v.J., voor rekening van den Schrijver. 1766. 8o.
Dichtluim, of de klagende Hercules zonder knods, uit eene H.S. van den - Vorst - Surdareg, enz. enz. Uit mededogen (door) E.d.C.v.J., ééne bladz. in 4o., welke beide stukken dienen moeten, om de nagelatene poezij van eenen tooneeldichter, wiens voorletters H.P.T.B. waren, bespottelijk te maken. De Clercq van Jever schijnt toen een smerige spotvogel te zijn geweest. Later moet hij zich aan meer ernstige studie hebben toegewijd, althans wij vinden van hem vermeld:
Specimen sclectarum Observationum in Aenei Lucani Pharsalium. Leid. 1767. 8o.
Selectae Observationes in Lucanum. Amst. 1772. 2 vol. 4o.
Zie P. Burmannus II, Comment Perpet in S.A. Propertii, Eleg, p. 80; Saxe, Onom Liter. Tom. I. pag. 254. Tom VIII. pag. 302; (de Jong) Alphabet. Naaml. van Boeken, Catal. van de Bibliotheek der Maats. van Nederl. Letterk. te Leiden, D. I. b. bl. 52.