Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 2. Derde en vierde stuk
(1855)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij[Christoffel de Bringues]BRINGUES (Christoffel de) of Bringes, gesproten uit een geslacht, dat oorspronkelijk was van Oranje bij AvignonGa naar voetnoot(2) en een zoon van Charles de Bringues, Kapitein van eene kompagnie Fransche troepen in dienst dezer Landen, die in 1664 de Dijlerschans hielp belegeren, en als Kommandant van Zwartsluis overleed, en van Margaretha van Balveren, werd geboren in 1656. Hij werkte in 1702, als Luitenant-Kolonel, krachtdadig mede om het weerlooze kasteel van Middelburg in Vlaanderen, twee dagen, tegen eenen aanval van 12000 Franschen met 14 stukken geschut, te verdedigen en Staats-Vlaanderen tegen 's vijands aanvallen te beveiligen. Later was hij Kolonel van een Regiment te voet en Gouverneur van Hulst en onderhoorige forten; hij overleed den 23sten Augustus 1723 en had bij Sophia Adriana Bernaige onderscheidene kinderen verwekt, als: Jan Gosuin de Bringues, geboren in 1682 en gesneuveld als Kapitein in het beleg van Keizerswaard in 1702; Benjamin Cornelis de Bringues, geboren in 1684, gesneuveld als Ingenieur in het beleg van Rijssel in 1708; Alexander Christoffel de Bringues, geboren in 1687, overleden als Kapitein in dienst van den Staat in 1722; Bernard de Bringues, geboren in 1699, die in 1740 Schepen der stad Breda werd en als Burgemeester dier stad overleed, en drie dochters. Christoffel de Bringues had twee broeders, Bernard de Bringues en Charles de Bringues, welke beide, de eerste als Kapitein, de andere als Kapitein-Luitenant, in ééne nacht bij de belegering van Namen in 1695 sneuvelden. Het wapen van het geslacht de Bringues is een veld van goud, met een springend hert van keel.
Zie Aitzema, Saken van Staet en Oorlogh, D. V. bl. 5, 420, D. VI. bl. 158; van Goor, Beschr. van Breda, bl. 246; Bosscha, Nederl. Heldend. te Land, D. II. bl. 312, uit familiepapieren aangevuld. |
|