[Nikolaas van Brederode]
BREDERODE (Nikolaas van), een bastaard, tot het aloude Hollandsche adellijke geslacht van dien naam behoorende, bevond zich in 1615 als Edelman bij het Gezantschap, hetwelk van wege den Staat naar Rusland en Zweden gezonden werd; terwijl de Gezanten bezig waren om te Diderina, niet ver van Groot-Novogorod, over den vrede te onderhandelen, werd Brederode door hen naar den Czaar van Moscovië gezonden, ten einde dien uit naam van den Staat te begroeten, op welken togt hij in alles als een spion en meestentijds als eenen gevangene behandeld werd.
Later schijnt hij in krijgsdienst te zijn overgegaan, althans nadat in 1622 Steenbergen aan de onzen was overgegeven trok hij, als Kapitein, aan het hoofd eener kompagnie die vesting binnen en werd er Kommandant van. In 1633 toonde hij zich een wakker krijgsman in het beleg van Maastricht, en in 1645 maakte hij zich meester van de schans Nassau en van eenige andere schansen in de nabijheid van Hulst, waardoor het gemakkelijk viel die stad te belegeren.
Zie (de Rycke, Vay en du Rieu), Beleger. van Bergen op Zoom, bl. 319; Wagenaar, Vaderl. Hist. D. XI. bl. 155, 393; Scheltema, Peter de Groote, in Holl. en Zaand. D. II. bl. 132.