[Pieter Cornelis van Brederode]
BREDERODE (Pieter Cornelis van), in de laatste helft der zestiende eeuw, schijnt niet te zijn voortgesproten uit het adellijke geslacht van dien naam, en zou volgens Scaliger de zoon eens tinnegieters zijn geweest, welke spottenderwijze dien naam zou hebben aangenomen. Hoe dit zij, hij was een man van buitengemeene bekwaamheden en vertegenwoordigde, in het begin der zeventiende eeuw, de Nederlandsche republiek bij eenige Duitsche Vorsten, vooral te Heidelberg, en was daar zoodanig Hendrik IV, Koning van Frankrijk, in den weg, dat deze, even als zijn Ambassadeur te 's Gravenhage, de Buzanval, alle pogingen aanwendde, om hem te doen terugroepen, doch Brederode bleef in Duitschland.
Hij was bovendien ook een bekwaam Regtsgeleerde, zoo als blijkt uit de volgende werken, door hem in het licht gezonden:
Thesaurus Sententiarum, Regularum et Dictionum Juris Civilis, ex universo Juris corpore. Lugd. 1585 folio, door Franciscus Modius vermeerderd en in het licht gegeven onder den titel:
Repertorium sententiarum et Regularum, itemque definitionum dictionumque omnium ex universo juris corpore collectarum. Lugd. 1607 folio; Francof. 1664 4o.
Loci communes in Bartolum. Francof. 1587 folio.
Novum Specimen de verborum significatione et de sententiis ac regulis juris. Genev. 1588. folio.
Eurematica, sive cautelarum libri III, quorum primus contractium, secundus testamentorum, tertius judicialium. Basil 1590. 8o.
Tractatus de Appellationibus, cum admixtis suis locis Germaniae Galliae et Belgicae ordinationibus. Francof. 1592 folio, Francof. 1660.
Analysis, seu Resolutio dialectica, IV Libri Institutionum Imperialium. Arg. 1634. 8o.
Schneidewin, Commentarius ad Institutiones, cum annotation bus.
Zijn portret gaat uit in 8o. zonder naam van graveur. Zijne zinspreuk was: Loyal à jamais (altijd regtschapen).
Zie van Hoogstraten en Brouërius van Nidek, Groot Algem. Hist. Woordenb.; Luïscius, Algem. Hist. Woordenb.; v(an) H(eussen) en v(an) R(hijn), Kerk. Outh., D. III. bl. 769; Kok, Vaderl Woordenb.; de Chalmot, Biogr. Woordenb.; Biogr. Nation.; Biogr. Univers.; Bouman, Geschied. der Geld. Hooges., D. I. bl. 51, D. II. bl. 644 en vooral Mr. G.W. Vreede, Pieter Corn. Brederode in Nijhoff, Bijdr. voor Vaderl. Geschied. en Oudheidk., D. III. bl. 266-272.