de overwinning behaalden, nam hij een werkdadig deel. Het geluk, dat hen hier gediend had, was echter van geen langen duur, want de Kabeljaauwschen behaalden op hunne beurt de overwinning op de Hoekschen, in den slag, welke den 4den Julij op de Maas, nabij Briele en Zwartewaal, voorviel. Brederode wilde, zoo lang hem zulks mogelijk was, de beslissing van den slag in het onzekere laten, doch toen de vlugt der Gravin de moed der haren deed zinken, was de edele held, van de zijnen verlaten, genoodzaakt zich gevangen te geven, hetwelk hij evenwel niet deed zonder grooten wederstand te bieden. Bij den zoen, welke den 7den December 1354 tusschen Margaretha en haren zoon getroffen werd, kwam hij weder op vrije voeten. Hij overleed in het jaar 1377 en werd te Haarlem begraven. Bij zijne echtgenoote Beatrix van Valkenburg had hij verwekt Reinout van Brederode, die volgt, Walraven van Brederode, Catharina van Brederode, getrouwd met Jan van Persijn, Dirk van Brederode, Ridder, die in 1387 overleed, en Willem van Brederode, Heer van Waalwijk, overleden in 1389.
Zie van Gouthoeven, d'oude Chron. van Holl. bl. 121; Heemskerk, Batav. Arcadia, bl. 204; Vossius, Hist. Jaerboeken, bl. 389, 399; van Leeuwen, Bat. Ill. bl. 387; Kok, Vaderl. Woordenb.; Arend, Algem. Geschied. des Vaderl., D. II. St. II. bl. 174, 178, 186; van Lennep en Hofdijk, voorm. kasteelen in Nederl. bl. 59 en 60.