gemeen nuttig, algemeen was men dus verheugd, toen de Koning hem voor zijne ijverige diensten de Ridderorde schonk van den Nederlandschen Leeuw.
Gedurende zijn verblijf op Curaçao schreef de Predikant Bosch omtrent eenige zijner reizen bijdragen in de Vaderlandsche Letteroefeningen. Deze voldeden algemeen, en hij liet zich, toen hij in 1829, tot herstel zijner gezondheid, met verlof in Nederland kwam, overhalen, om die stukken bijeen te zamelen. Hij gaf toen het 1e deel zijner Reizen in West-Indië en door een gedeelte van Amerika uit, hetwelk later door een 2e deel werd gevolgd; beiden vonden vele lezers, en verwierven den schrijver ruimschoots dank, omdat hij het Vaderland op eene zeer geschikte wijze bekend maakte met onze West-Indische bezittingen, waarover tot dus verre vele onnaauwkeurigheden in omloop waren. Na zijnen dood, die den 1sten April 1839, op het buitengoed Leeuwenstein nabij Arnhem, voorviel, toen hij nog weinig van het hem verleend pensioen had genoten, werd het 3de deel zijner reizen uitgegeven, meer in het bijzonder Suriname ten onderwerp hebbende. Hij trok daarin zeer te velde tegen den Slavenhandel en betoogde niet alleen de mogelijkheid maar ook de noodzakelijkheid der afschaffing van dien menschonteerenden handel.
Men leert Bosch uit zijne geschriften kennen, als een man begaafd met eenen geest van fijne opmerking, die zeer goede inzigten had, ook in die onderwerpen, die niet tot zijne betrekking behoorden, als een man die nuttig trachtte te zijn, niet alleen door prediking en leering in zijne Gemeente, maar door ten goede te werken ook in uitgebreider kring. Ziekte en vroege dood beletten hem er meerdere bewijzen van te geven.
Hij was Lid correspondent van de Nederlandsche Maatschappij ter bevordering van Nijverheid.
Zie Algem. Konst- en Letterbode, 1839, D. I. bl. 225; Teenstra, Nederl. Overz. Bezitt., bl. 945, uit familiepapieren aangevuld.