[Hendrik Bogaerdt]
BOGAERDT (Hendrik) of Bogaert, geboren te Luik, was te Leuven tot Baccalaureus in de Godgeleerdheid bevorderd en werd daarna Pastoor te Hellevoetsluis. Hij had zich door zijne geleerdheid en ervarenheid in de Heilige Schriften eenen grooten naam verworven. Er wordt van hem getuigd, dat hij rijker van geloof dan van geld was, waarom de Bisschop van Utrecht, Frederik van Tautenberg hem verlof verleende om alle de beeldstormers, ketters en anderen, die leedwezen van hunne zonde hadden, van hunne misdaad te ontslaan, hetgeen anders alleen door den Paus of den Bisschop kon geschieden. Jammer echter dat hij zijne lusten zoo verre den teugel vierde, dat hij bij eene bijzit vijf kinderen verwekte. In het jaar 1572 door het woeden der Geuzen omgebragt zijnde, wordt hij onder de Roomsche Martelaars geteld.
Zie v(an) H(eussen) en v(au R(hijn), Kerkl. Outh., D. III. bl. 613; Kok, Vaderl. Woordenb.