[Dirk Baron van den Boetzelaer]
BOETZELAER (Dirk Baron van den), van den Kijfhoek, kleinzoon van bovengemelden Jacob Godefroy van den Boetzelaar, Heer van Nieuwveen, en zoon van Nicolaas Baron van den Boetzelaer, Heer van Dubbeldam, en van Elisabeth Dorothea de Raedt, geboren den 12 April 1746, was Kastelein van het Huis te Muiden en Baljuw en Dijkgraaf van Gooiland, van welken post hij in 1782 ontslagen werd. In 1772 Lid van de Ridderschap der provincie Holland geworden, werd hij in onderscheidene Commissiën en bezendingen gebruikt, zoo werd hij in 1787 als Lid benoemd der Commissie tot het daarstellen en bepalen van de volks invloed. Toen in het jaar 1790 de Raadpensionaris van den Spiegel, ten gevolge van een in Antwerpen uitgegeven schotschrift, waarin men hem van de verregaandste verkwisting van 's Lands geldmiddelen had beschuldigd, in de vergadering der Staten verzocht had, dat men zijne handelingen te dien opzigte geliefde te onderzoeken, en daarop de raadzaal verlaten had, nam van den Boetzelaer, op verzoek, in deze zaak den post van Raadpensionaris waar.
Als de Staten der provincie Holland, in het begin van 1795, vernamen, dat de aanzoeken van de Afgevaardigden van Hun Hoogmogenden naar Parijs, tot het treffen van eenen wapenstilstand, van de hand waren gewezen, en dat de Franschen zich reeds uit kracht van eene geslotene capitulatie, met de Staten van Utrecht, in het bezit van die provincie zagen, zonden zij van den Boetzelaer en Nikolaas Calkoen hunne Gecommitteerden in den Raad van State ten spoedigsten naar den Bevelhebber van het Fransche leger af, ten einde ook voor hun gewest nog eene voordeelige capitulatie te sluiten, waarin zij echter niet naar wensch slaagden.
Sedert schijnt hij ambteloos te hebben geleefd, doch in het jaar 1801 zocht men hem weder in het bewind te krijgen door hem tot Lid van het Wetgevend Ligchaam te benoemen, welken post hij echter weigerde op zich te nemen. Hij overleed te 's Gravenhage den 5 November 1819 en had bij zijne echtgenoote, vrouwe Petronella Johanna Maria van Lennep, twee zoons vroeg gestorven en twee dochters die gehuwd zijn Anna Clazina Elizabeth van den Boetzelaer, met Jonkheer Abraham Jacob van Leunep, en Wilhelmina Aimée van den Boetzelaer, met Willem Gustaaf Jan Baron van den Boetzelaer, die in 1853 te 's Gravenhage is overleden.
Zie Vaderl. Hist. ten vervolge op Wagenaar, D. V. bl. 86, D. XV. bl. 329 en 348, D. XXIII. bl. 264, D. XXVII. bl. 413, D. XLIV. bl. 132; C. van der Aa, Geschied. van den Oorl., 1793-1802, D. II. bl. 367-370; de zelfde, Leven van Willem V, D. IV. bl. 413-415, uit familiepapieren en partikuliere berigten aangevuld.