[Karel Baron van den Boetzelaer]
BOETZELAER (Karel Baron van den), Heer van Nieuwveen, een broeder van den voorgaande, geboren den 13den Augustus 1635, werd in 1702 beschreven in de Ridderschap van Holland en deswege afgevaardigd ter Admiraliteit van Amsterdam daarna werd hij Raad en Rekenmeester der Gravelijke domeinen en Meesterknaap van Holland. Ook was hij sedert 1670 Hoogheemraad van Schieland en sedert 1689 Hoogheemraad van Delfland, toen hij den 28sten Januarij 1708 overleed.
Tweemalen was hij gehuwd, eerst met Anna Catharina Mus, bij wie hij verwekte Filips Jacob Baron van den Boetzelaer, Heer van Waalsdorp en Cornelis Baron van den Boetzelaer, ongehuwd overleden. De tweede vrouw van Karel Baron van den Boetzelaer was Sophia Ferens, die hem Jacob Godefroi Baron van den Boetzelaer, Heer van Nieuwveen, die volgt, Lodwijk Willem Baron van den Boetzelaer, Heer van Aarlanderveen, Luitenant-Kolonel en Ritmeester onder de Hollandsche Gardes, en Hoogheemraad van Schieland, en eene dochter schonk.
Zie van Hoogstraten en Brouërius van Nidek, Groot Algem. Hist. Woordenb., B. bl. 289; Luïscius, Algem. Hist. Woordenb., D. II. bl. 40; Kok, Vaderl. Woordenb., D. VII. bl. 650, welke beide laatsten verkeerdelijk opgeven, dat hij bij zijne eerste vrouw slechts een zoon doch twee dochters gehad heeft; Beekman, Beschr. van Asperen, bl. 264.