[Wessel van den Boetzelaer]
BOETZELAER (Wessel van den), een broeder van de drie voorgaanden, en vijfde zoon van Wessel van den Boetzelaer en Françoise van Praat van Moerkerke, was mede de zaak der vrijheid toegedaan en sneuvelde den 13den Maart 1567, in de nederlaag der Geuzen bij Austruweel. Bij zijne echtgenoote, Elizabeth van Bronkhorst en Batenburg, liet hij geene kinderen na.
Zie Gouthoeven, Chronycke van Holl., bl. 156; van Leeuwen, Bat. Ill., bl. 874, van Hoogstraten en Brouërius van Nidek, Groot Algem. Hist. Woordenb.; Luïscius, Algem. Hist. Woordenb.; Beekman, Beschr. van Asperen, bl. 254; Wagenaar, Vaderl. Hist., D. VI. bl. 226; te Water, Hist. van het Verbond der Edelen, St. II. bl. 248, Kok, Vaderl. Woordenb.; de Chalmot, Biogr. Woordenb.