[Daniel van den Boetzelaer]
BOETZELAER (Daniel van den), Heer van Merwede en Moerkerke, broeder van de beide voorgaanden, werd, bij vonnis van Alva gebannen, en zijn goed verbeurd verklaard, ‘omdat hij het oproerig en schadelijk Verbond der Edelen geteekend had, en zich sterk gemengd in de nieuwe preek.’ Hij verliet het Vaderland, wedergekeerd zijnde, was hij, eenige jaren later, tegenwoordig op de begravenis van Willem I, en stierf in 1591, ongehuwd.
Zie Gouthoeven, Chronycke van Holland, bl. 156; van Leeuwen, Bat. Ill., bl. 768 en 875; van Hoogstraten en Brouërius van Nidek, Groot Algem. Hist. Woordenb.; Luïscius, Algem. Hist. Woordenb.; Marcus, Sentent. van Alva, bl. 131 en 134; Beekman, Beschr. van Asperen, bl. 253; Wagenaar, Vaderl. Hist., D. VI. bl. 126; te Water, Hist. van het Verbond der Edelen, St. II. bl. 240 en 241, St. III. bl. 136, 138, 480; Kok, Vaderl. Woordenb.; de Chalmot, Biogr. Woordenb.