[Junior Pieter Boddaert]
BODDAERT (Junior Pieter), zoon van den voorgaande, geboren te Utrecht in October 1766, legde zich aldaar op de Regtsgeleerdheid toe en bekwam er den graad van Meester in de beide Regten; waarna hij zich te Amsterdam als Advokaat nederzette. Reeds vroeg toonde hij aanleg tot de Dichtkunst en gaf blijk daarvan in:
Verzameling van Gedichten. Utr. 1790. 2 stukken. 8o.
Gedichten uit de Gevangenis. (Utr.) 1792. 8. Dit laatste zonder naam.
Ook leverde hij nog:
Molstein en Kroondrop. tooneelsp. Utr. 1794.
Doch daarna tot de ergste zedeloosheid en een losbandig leven vervallen, misbruikte hij zijn vernuft tot het zamenstellen van ontuchtige stukjes, meestal in kroegen en bordeelen voor de vuist vervaardigd, waarvan een goed gedeelte is in het licht gegeven onder den titel van:
Nagelatene poëtische en prozaische portefeuille van Mr. P. Boddaert. Amst. 1805.