[Clande van Barlaymont]
BARLAYMONT (Clande van), Heer van Haultepenne, onder welken naam hij in onze geschiedenis bijzonder bekend is, was een broeder des voorgaanden en de zevende en jongste zoon van Karel, Graaf van Barlaymont. Zijn vader als Lid van den Raad van State, in 1576 door den Heer van Glimes en Guillaume de Hornes, Heer van Heze, gevangen genomen wordende, deelde Haultepenne met een zijner broeders in zijn noodlot en bleef tot in Januarij van het volgende jaar in hechtenis. Even als zijn vader en broeder verklaarde Haultepenne zich toen ook voor het aannemen van de Unie van Brussel, zeggende: ‘dat hij genegen was, zich bij de Heeren Gedeputeerde Staten te voegen en de akte te willen teekenen.’ Diensvolgens deed hij dit ook, maar zijne toetreding tot de zaak der vrijheid was niet welmeenend en de genegenheid voor Spanje openbaarde zich spoedig weder bij hem. Zoo hielp hij in 1577 Don Juan het kasteel te Namen bij verrassing innemen. Voerde in 1579 bij den aanval op Burgerhout de Walen aan, en werd in dat zelfde jaar, nadat zijn broeder gesneuveld was, van wege den Koning Stadhouder van Gelderland. In 1581 nam hij het kasteel van Breda, mede bij verrassing en door verraad van binnen, in, overmeesterde vervolgens de stad, wier burgers hem echter het bezit daarvan voet voor voet betwistte en waarna de stad, tegen het gegeven woord aan, den soldaten ten root gegeven en met de uiterste wreedheid geplanderd werd; welke woede in de geschiedenis onder den naam van de furie van Haultepenne bekend is. Te dezer tijde ondernam Barlaymont mede aanslagen tegen Geertruidenberg en Heusden, doch men was te dier plaatsen beter op zijne hoede; in October dwong hij echter Eindhoven, dat twee maanden te voren door de Staatschen overrompeld
was, weder tot de overgave. Veel roem behaalde hij door het innemen van Steenbergen, in 1583, waar hij de eerste was die de maar beklom. In 1585 verjoeg hij de Staatschen, die 's Hertogenbosch zochten te vermeesteren, uit die stad, waar hij zich destijds toevallig bevond, nam vervolgens Nymegen in door list, en in 1587 Gelder door verraad; doch kort daarna Hohenlo, die de schans te Engelen belegerde, komende bestoken, werd hij aldaar geschoten dat hij het bestierf. De Spanjaarden verloren in hem een dapper veldheer, die zich in de school van Parma gevormd had, en zich in alle omstandigheden zijnen leermeester waardig toonde. Bij zijne echtgenoote, Adrienne de Brimeu, liet hij geene kinderen na.
Zie Bor, Nederl. Oorl., B. XVI. bl. 273 (33) en volg., B. XX. bl. 627 (57) 651 (75), B. XXI. bl. 714 (26), B. XXIII. bl. 9 (6); van Meteren, Nederl. Hist., D. III. bl. 522 enz., D. IV. 311, D. V. bl. 52; Hooft, Neederl. Hist. bl. 774-776, Verv. der Need. Hist., bl.