[Hessel Douwe Ernst van Aylva]
AYLVA (Hessel Douwe Ernst van), geboren op Haniastate te Holwerd, den 6 November 1700, zoon van Ernst van Aylva, Grietman van West-Dongeradeel, en van Elizabeth van Aylva. Op zeventienjarigen leeftijd aan de Hoogeschool te Franeker gekomen, waar hij vier jaren verbleef, verzamelde hij er vele nuttige kundigheden. Niet lang na het verlaten van de Hoogeschool, den 17 Maart 1722, werd hij tot Grietman van West-Dongeradeel aangesteld. Hij had gedurende vele jaren grooten invloed in het kwartier Oostergoo, wegens hetwelk hij onderscheidene commissiën zoo binnen als buiten de provincie bekleedde.
Daar hij zich den roem had verworven een ijverig bevorderaar der wetenschappen te zijn, werd hij in 1731, in plaats van Sicco van Goslinga, tot Curator der Friesche Hoogeschool benoemd; ook was hij in 1740 Commissaris Politiek bij de Synode van Sneek, en in 1741 bij die van Bolsward.
Tijdens de beroerten in 1748 was hij Lid der Staten van Friesland en tevens een der Staatslieden, die Willem Karel Hendrik Friso, Prins van Oranje, het besluit overbragten waarbij hij, even als in Holland, tot Erfstadhouder was aangesteld; nadat zij later verslag van hunne commissie gedaan hadden, werd aan hem, met nog vier anderen en den Secretaris van Sminia, opgedragen, het in forma opgemaakt diploma aan den Prins te overhandigen.
Hij was gehuwd met Bouwina van Burmania, bij wie hij vijf kinderen verwekte, als: Ernst Frans, reeds vroeger vermeld Frans Ernst, wien hij in 1762 de grietenij afstond, waarover hij echter na het overlijden van dien zoon, in 1768, het bewind weder opnam; Sicco Douwe, die later zal voorkomen; Willemina Everarda, overleden den 15 December 1770, na gehuwd te zijn geweest aan Tjalling Douwe van Sixma, President van het Friesche krijgsgeregt, en Elisabeth Anna, ongehuwd overleden.
Na in 1772 de grietenij weder aan Eyso de Wendt te hebben afgestaan, overleed Hessel Douwe van Aylva, in 1774, aan eene slepende ziekte, op de voorouderlijke state Hania te Holwerd.