[Gisbertus van der Asdonk]
ASDONK (Gisbertus van der), geboren te Gemert, in 1664, heeft naar men meent in de Hoogeschool te Douay, zijne studie volbragt. In 1694 werd hij Pastoor te Oirschot en tevens Landdeken van het distrikt Hilvarenbeek. Uithoofde van de moeijelijkheden hem aangedaan, had hij wel acht maanden werk eer hij in zijne pastorij te Oirschot met vrede gedoogd werd. Paus Clemens XII, benoemde hem, in het jaar 1734, tot Vicaris Apostolijk van 's Hertogenbosch, nadat die bediening, niet zonder groot nadeel voor de geestelijke belangen der Roomsch Katholijken in die streken, vijf jaren had opengestaan; want daar er geene gewone Herders konden worden aangesteld, die door 's Lands Regering gedoogd of erkend werden, zoo moesten op zeer vele plaatsen, de geestelijke bedieningen, met pausselijke zending, verrigt worden niet door eigen Herders, maar door vreemde somtijds naauwelijks bekende Priesters meest geordende Geestelijken uit de Oostenrijksche Nederlanden, en dan nog met gestadige verwisselingen, ter sluik en in het geheim, meermaals tusschen vervolgingen en boetstraffen; hetwelk alles; zoo als wel te denken is, niet dan tot nadeel in de christelijke onderwijzing, in de kerkelijke ondergeschiktheid en in de zeden strekte. In die gesteldheid van zaken kwam van den Asdonk, als Vikaris Apostolijk, aan het bestuur van het bisdom en werd als zoodanig door de Hooge Regering erkend en toegelaten; hoewel de Staten naderhand, in 1745, verklaarden dat de Priesters van Gemert geboortig, als eigenlijk geene onderdanen der Staten zijnde, hier geene bediening mogten verrigten. Na een arbeidzaam bestuur van omtrent elf jaren, overleed van den Asdonk te Oirschot op het laatst van Mei 1742.
Zie (A. van Gils), Kath. Meyer. Memorieb.; bl. 119 en 120.