[Franciscus Artopaeus]
ARTOPAEUS (Franciscus) ook Tolensis of Pistorius in het Nederduitsch de Bakker en ook wel Frans van ter Tolen geheeten, omdat hij op het eiland Tholen geboren was, zonder dat men echter de juiste plaats weet op te geven, was Regulier Kanunnik der orde van den H. Augustinus en Onderprior van het klooster op den Agnesberg een half uur N.O. van Zwolle, hetwelk hij zich genoodzaakt zag, even als de anderen Kanunniken, in 1570, uit hoofde van de Hervorming, te verlaten.
Rij heeft de volgende geschriften nagelaten:
Dialogus Studio Sacrarum Literarum.
Dialogus quomodo sacris invigilandum literis 1561 fol.
Declamatio de bonarum literarum studiis 1572.
Oratio Protreptica ad studium sacrarum literarum.
Oratio Parenetica ad studium sacrarum literarum.
Dialogus de invocatione Divorum 1573.
Homiliae III de Gertrude Virgine.
De Fide Pudicitia ac Virtute faemininae sexus 1574.
De vera virginitate ejusque cultu.
Bovendien maakte hij een tamelijk goed Latijnsch vers zoo als blijkt uit zijn Epithalamium in nuptias Eliae Leonini J.G. et Dympnae Roelantiae en meer anderen, waaronder een tegen Prins Willem I. Eindelijk heeft hij de vier boeken van Thomas a Kempis de Imitatione Christi in beter Latijn overgebragt.
Zie Boxhorn, Chronycke van Zeeland, D. I., bl. 462; v(an H(eussen) en v(an) R(hijn) Kerkel. Outh. D. IV. St. III. bl. 123; van Hoogstraten en Brouërius van Nidek, Groot Algem. Hist. Woordenb.; de la Rue, Gelett. Zeel. bl. 461 en 462; Kok, Vaderl. Woordenb.; Chalmot, Biogr. Woordenb.