ende gekomen tot het een en ander misverstandt, ende in sulcke alteratie hadde gedaen, 't ghene hy andersints niet gedacht ofte gedroomt soude hebben te doen, en waarbij hij, op grond syner vorige gedaene diensten, en onder belofte, dat hy niet alleene wilde syn een gehouw en getrouw borger, maer ook een vredelievend man, ende wesen buyten ressentiment van de verloopen saecken, verzoekt, dat in abolitie ende amnestie mochte worden gestelt, het ghene, door ontstellinge van syn gemoedt, voor dezen was geschiet, enz. is hij, bij Raadsbesluit van 15 Junij 1650, weder hersteld in de borgerschap deser Stadt (Groningen), diewelcke hy door onbesonnenheit, voor syn persoon, hadde opgesecht; ende dat op vast vertrouwen, van sich voortaen als een eerlyk en getrouw Borger, met schuldig respect jegens syne wetlycke overheit te sullen comporteren, sullende de verdere petitie van wederomme geëmployeert te mogen worden, de Heeren Borgemeesteren ende Raedt houden roor gerecommandeert ende by voorvallende occasie daarop letten. Waarna hij wederom, in 1653, tot Raadsheer der stad is gekozen.
Hij was een man van belezenheid en niet zonder vernuft; zoo heeft hij in den twist over de Oldambten en de stad Groningen, in het jaar 1642, ten behoeve van de stad en ter verdediging van hare regten, de pen gevoerd en daarover een werk uitgegeven, onder den titel van: Der Oldampter Dependentie der stad Groningen, Gron. 1642. folio.
Voorts heeft hij nog geschreven:
Syndicus ofte Tractaetken over 't Ambt van de Syndiicquen ende Pensionarissen, Gron. 1645. 4o.
De Pilaren en Peerlen van Groningen, Gron. 1647 in twee deelen 8o.
Historische Lofrede ter eere van Groningen, Gron. 1650. 12mo. en
Sin-rijck Tractaet, de Politijcke Kuyper onzes tijdts. 8o.
Welke vier laatste werkjes allen in 1710 in 8o herdrukt zijn. Zijn geboorte- of sterfjaar vindt men niet vermeld.
Blijkens resolutie van den Raad der stad Groningen van 30 April 1653, is door den Raad met dankzegging ontvangen van den Heer B. Alting, eene Beschrijvinge historico-juridique van Westerwolde, Bellingewolde, Blijham enz., hem bij Resolutie van 27 Mei 1649 opgedragen. De Raad besluit dat deze beschrijving bij de Heeren van den Raad zal mogen worden gelezen en bij het Raadhuis zal verblijven.
Zie: Mr. H.R.O. Feith en Mr. B.H. Lulofs, Redevoer. en Dichtregelen, uitgesproken ter gelegenheid van het 25jarig feest van het Dep. Gron. der Maats. Tot Nut van 't Algemeen. Aant., bl. 2-6.