[Adolf van Nassau]
ADOLF van NASSAU, de vierde zoon van Graaf Willem van Nassau de Oude en van Juliana, eene dochter van Botho, Graaf van Stolberg, geboren den 11 Julij 1540, heeft zich vermaard gemaakt in het begin van den opstand der Nederlanden tegen den Koning van Spanje, toen hij, met zijnen broeder Lodewijk, in Groningen rukte en, den 23 Mei 1568, den Spanjaarden bij het klooster Heiligerlee slag leverde. Hij deed aan het hoofd van 100 ruiters den eersten aanval, dan, bij den aanrid, nam Adolfs paard de teugels op, en voerde zijnen berijder in vollen ren midden onder de vijanden. Dapper weerde zich de jeugdige held; deed menigen aanvaller in het zand bijten, doch ten laatste niet bestand tegen de overmagt, gaf hij, met vele wonden doorboord, den geest. Men getuigt van hem dat hij was: kloek, dapper en onversaagd voor den vijand, zeer beleefd en vriendelijk en van ieder bemind, zooals ook de Prins van Oranje en zijne andere broeders hem zeer lief hadden, en zijne dood diep betreurden; ware hij in het leven gebleven, dan zou hij een zeer dapper krijgsman en ervaren in oorlogszaken zijn geworden. Zijn