Nieuws
De nieuwe titels van april 2024
Van Simon Carmiggelt komt Weet ik veel beschikbaar, ‘een bloemlezing uit een kwart eeuw stukjesschrijven’. Ook komen er zes delen uit de serie Speciaal voor u online, kleine feestgeschenkjes met ieder een dozijn cursiefjes.
Schrijver en criticus E. du Perron (1899-1940) boekstaafde zijn eigen leeservaringen in de reeks Cahiers van een lezer, die hij in 1928 en 1929 in vijf deeltjes in kleine oplagen zelf uitgaf in Brussel. In 1931 bezorgde uitgeverij Stols een heruitgave in haar reeks Standpunten en getuigenissen. Twee delen van die uitgave komen nu online: Vriend of vijand en Voor kleine parochie. Ook komt een latere bundel beschouwingen van Du Perron online: Blocnote klein formaat uit 1936.
Ook een flink aantal titels van J. Slauerhoff, tijdgenoot van Du Perron. De beroemde dichtbundels Serenade en Soleares die in respectievelijk 1930 en 1933 in zeer kleine oplagen verschenen, worden hier nu gepresenteerd in de herdrukken van uitgeverij Stols van Soleares en Serenade. Ook komen de Stols-edities beschikbaar van Een eerlijk zeemansgraf (oorspronkelijk uit 1936) en Yoeng Poe Tsjoeng (oorspronkelijk uit 1930 in kleine oplage). Yoeng Poe Tsjoeng bevat poëzie en poëzievertalingen en -bewerkingen door Slauerhoff van dichters uit China. In de inleiding schreef Slauerhoff: ‘De verzen van deze verzameling zijn uit het Fransch, Duitsch, Engelsch, of rechtstreeks uit het Chineesche leven en landschap overgebracht met vermijding van de zijden gewaden, rozen, maneglans, die men in andere zoo overvloedig vindt, met een voorkeur voor de bitterheid van het leven, in China overvloediger gevonden en met meer nuchterheid beleden dan bij ons.’
Behalve voor zijn poëzie werd Slauerhoff ook zeer geprezen om zijn korte verhalen en romans. Nu ook online een groot aantal van zijn bekende prozatitels: de romans Het verboden rijk (oorspronkelijk 1932), De opstand van Guadalajara (1937) en Het leven op aarde (1934) en de verhalenbundel Schuim en asch (oorspronkelijk 1930).
Van Petronella Johanna de Timmerman komen de Nagelaatene gedichten beschikbaar. Deze werden in 1786 postuum uitgebracht door haar echtgenoot, Johan Frederik Hennert. Zoals hoogleraar P.J. Buijnsters beschrijft, zijn de gedichten zelf niet heel erg bijzonder, behalve dan één dat is gericht aan Betje Wolff, met wie Petronella goed bevriend was. Opvallender is de korte biografie ‘Aan de asch van mijne echtgenoote’ waarmee Hennert het werk opent. In plaats van een verkapte lofrede, zoals in die tijd gebruikelijk was, schept hij een heel menselijk beeld van zijn echtgenote, die de sociale conventies van de tijd ontweek en zich betoonde ‘als de ideale verlichte vrouw, als de redelijke geïnteresseerde vriendin van de man - niet als zijn huissloof’.