Nieuwsbrief
2 mei 2022
Nieuws van DBNL - mei 2022
Uitbreiding atlas en zoekfilters
Er zijn meer dan tweeduizend plaatsen toegevoegd aan de atlas in DBNL, waaronder Edegem en Schiphol. Over deze plaatsen is informatie aanwezig in DBNL, maar die was tot voor kort niet zichtbaar in de atlas. Er zijn bijvoorbeeld werken in de DBNL-collectie beschikbaar over deze plaatsen, of er is een auteur geboren of overleden. Dankzij deze toevoeging is nu eenvoudig te achterhalen dat Willy Vandersteen overleden is in Edegem en Herman de Man in Schiphol, waarover C.O. Jellema een gedicht schreef in De Revisor. Bovendien zijn bij overzichtswerken als het twaalfdelige Monumenten in Nederland nu vrijwel alle plaatsen aanklikbaar, wat verder grasduinen in de collectie mogelijk maakt.
Daarnaast is de zoekfunctionaliteit op de DBNL-website verder verbeterd. Het is nu mogelijk om filters toe te passen bij het zoeken naar een woord of passage in de DBNL-teksten. Op die manier kun je je resultaten verder verfijnen, bijvoorbeeld tot resultaten uit een bepaalde tijdsperiode.
Nieuwe titels van mei
Het aanbod van het werk van Top Naeff wordt uitgebreid met twee jeugdboeken. In De tweelingen (1901) staan de zeventienjarige tweelingzusjes Abramine en Annie centraal. ’t Veulen (1903) gaat over de vrolijke Jo Welders, die als gezelschapsdame van een deftige oude vrouw aan de slag gaat. Beide meisjesboeken verschenen na het succesvolle School-idyllen en werden zeer positief ontvangen. ’t Veulen werd bijvoorbeeld warm aanbevolen in De nieuwe courant van 15 oktober 1903: ‘dit is nu eens waarlijk een gezond boek, vol frisschen humor, een heerlijk boek voor onze jonge meisjes’.
Abraham de Koning week vanwege het geloof uit naar Nederland. Hij vestigde zich in Amsterdam als kunst- en boekverkoper en was lid van de rederijkerskamer Het Wit Lavendel. Veel leden van deze kamer waren afkomstig uit de Zuidelijke Nederlanden. Andere bekende leden van Het Wit Lavendel waren Joost van den Vondel en Zacharias Heyns. De Konings toneelstuk Simsons treurspel uit 1618 gaat over de Bijbelse richter Simson (of: Samson) die het geheim van zijn onmetelijke kracht prijsgeeft aan Delila.
Deze maand vullen we onze collectie ook aan met een aantal streekromans. De historische streekromans Heuvings Haardstee (1950) en Liefde in het oude landschap (ca. 1946) van Johan Hidding spelen zich af in Drenthe. H.J. van Nijnatten-Doffegnies’ Moeder Geerte. Omnibus 1 (1971) bevat twee romans over boerendochter Geerte van de Voskule, die in de negentiende-eeuwse Achterhoek een bestaan probeert op te bouwen. Nu geen tranen meer (1971) van Annie Oosterbroek-Dutschun is het derde deel in een trilogie over de rijke boerenfamilie Bronkhorst uit de IJsselstreek.
Verder komen deze maand online De contemptu mortis (De verachting van de dood, 1621), een Latijns leerdicht in vier delen van de Leidse humanistische geleerde Daniël Heinsius, de toneelbewerking van een duister Scandinavisch sprookje van Antoon Coolen De zeven rozen (1952) en De harp van Sint Franciscus (ca. 1931), een levensbeschrijving van de heilige Franciscus door Felix Timmermans.
Parels uit DBNL
Dit jaar vieren we het 300ste geboortejaar van Lucretia Wilhelmina van Merken. Of misschien toch niet? Want wie kent haar nog?
Lucretia Wilhelmina van Merken wordt in 1721 geboren in Amsterdam. Als kleindochter van historicus en dichter Geeraert Brandt (1626-1685) lijkt ze in de wieg gelegd voor het schrijverschap. Ze krijgt de werken van Vondel, Hooft en meer eigentijdse auteurs – zowel van nationale als internationale bodem – met de paplepel ingegeven. In 1745 maakt het amper vijfentwintigjarige talent Lucretia van Merken haar debuut met het treurspel Artemines onder de zinspreuk ‘La vertu pour guide’ (‘De deugd als gids’). Het stuk is een ambitieuze knipoog naar internationale sterren als de Franse toneelschrijver Corneille.
Het zal uiteindelijk nog een hele tijd duren voor haar schrijverschap tot volle wasdom komt. Pas in 1762 breekt ze definitief door met Het nut der tegenspoeden. Hierin beschrijft ze hoe ongeluk uiteindelijk kan helpen het echte geluk te vinden en te waarderen. Ze put uit eigen ervaring: in amper tien jaar tijd had ze vrijwel al haar naasten naar het graf moeten dragen. Het gedicht blijkt een schot in de roos: het biedt menige lezer troost.
In de jaren 1770 vestigt Van Merken definitief haar naam als toneelauteur. Vooral haar historische treurspelen zijn razend populair. Op meeslepende wijze brengt zij gebeurtenissen uit de vaderlandse geschiedenis tot leven. Haar absolute klapper is Jacob Simonszoon de Ryk, over een episode uit de Opstand en de strijd tegen de katholieke Spanjaarden. Het wordt uitverkoren als openingsstuk van de nieuwe Amsterdamse Schouwburg, op 14 september 1774. De belangstelling voor de voorstelling is dusdanig dat zelfs soldaten de massa amper kunnen bedwingen. Toeschouwers lopen flinke kneuzingen op en moeten hun poging om binnen te komen bekopen met ‘verlies van hoed, pruik, muts, schoenen’ en ‘gescheurde kleren’. Het scheelde weinig of er waren doden gevallen, aldus een ooggetuigenverslag.
Als Van Merken in 1789 sterft, hult het land zich in rouw. Tientallen letterliefhebbers kruipen in de pen om haar dood te verwerken. Er ontstaan bovendien initiatieven om een monument voor haar op te richten. In 1824 krijgt zij – samen met haar dichtende echtgenoot Nicolaas van Winter – als eerste Nederlandse schrijfster een publiek gedenkteken. Dat gedenkteken is nog altijd te zien in de Oude Kerk in Amsterdam, maar slechts weinig bezoekers weten wat de literaire waarde van Van Merken was. Ondanks haar ongekende populariteit raakt ze na haar dood snel in de vergetelheid. Halverwege de negentiende eeuw wordt zelfs haar kaskraker Jacob Simonszoon de Ryk voor de laatste maal in de Amsterdamse schouwburg opgevoerd.
Ter gelegenheid van haar 300ste geboortejaar, willen we daar verandering in brengen en Van Merken en haar werk opnieuw in de schijnwerpers zetten. Omdat je toneelstukken natuurlijk vooral moet spelen in plaats van lezen, verzorgt Theater Kwast een frisse opvoering van haar toneelklapper en discussiëren we over de hedendaagse waarde van Lucretia van Merken. Wie de versregels van Van Merken weer wil horen klinken, is van harte welkom op 15 mei a.s. in het Museum Allard Pierson Amsterdam. Meer info is te vinden op de website van Allard Pierson.
Imre Besanger is historicus en theatermaker. Als artistiek leider van Theater Kwast strijdt hij om vroegmodern Nederlands theater weer een volwaardige plek op de Nederlandse podia geven.
Lieke van Deinsen is als docent en onderzoeker verbonden aan de vakgroep Nederlandse Letterkunde aan de KU Leuven.
Lucretia Wilhelmina van Merken, Het nut der tegenspoeden, brieven en andere gedichten. Pieter Meijer, Amsterdam 1762
Lucretia Wilhelmina van Merken, ‘Jacob Simonszoon de Ryk’. In: Nicolaas Simon van Winter en Lucretia Wilhelmina van Merken, Tooneelpoëzy. Deel 1. Pieter Meijer, Amsterdam 1774