Alle de brieven. Deel 11: 1695-1696
(1983)–Anthoni van Leeuwenhoek– Auteursrechtelijk beschermdGepubliceerd in:
| ||||||
Korte inhoud:Over de anatomie van de kleerluis, vooral met betrekking tot de geslachtsorganen. De vermenigvuldiging van luizen geschiedt zeer snel. Verzet tegen Jonstons en Kirchers opmerkingen over luizen. | ||||||
Figuren:De negen figuren zijn bijeengebracht op één plaat. De oorspronkelijke tekeningen zijn verloren gegaan. Hoole geeft alleen de figuren 5-9. | ||||||
Opmerking:De hier afgedrukte tekst is die van uitgave A. | ||||||
Letter No. 164 [98]
| ||||||
Published in:
| ||||||
Summary:On the anatomy of the body louse, in particular with respect to the sexual organs. The multiplication of lice takes place very rapidly. Opposition to Jonston's and Kircher's observations on lice. | ||||||
Figures:The nine figures are combined in one plate. The original drawings are lost. Hoole only gives figures 5-9. | ||||||
Remark:The text as here printed is that of edition A. | ||||||
Delft in Holland den 20. February 1696.
Hoog Edele Geboore HeereGa naar voetnoot1).
HEt goet gevallenGa naar voetnoot2), dat U E. Hoog Edele zyt hebbende in het ontdekken van zaken, die (voor soo veel ik weet) onbekent zyn geweest, doet my weder de vryheit nemen, desen mijne LuisigeGa naar voetnoot3) aantekeninge U E. Hoog Ed. toe te senden. Ga naar margenoot+Na dat ik gesien hadde dat de kleine Dierkens, die men op de Aelbesse, Kersse, Roose en Pruime Boomen vind, alle jongen voortbragte, sonder dat ik oit een Mannelyk Dierken hadde ontdekt, als aan U E. Hoog Ed. daar over wijt loopig heb geschrevenGa naar voetnoot4), zijn myn gedagten geloopen op de luisen, waar mede de menschen, en voornamentlyk die weinig of geen verschooninge hebben, seer mede geplaagt werden, te meer, om dat my gedenkt, dat seker Autheur daar van schryvende, seit, dat de Luisen Hermaphroditen zijn. Ik hebbe dan niet eens, maar tot agt â tien malen toe Luisen laten opkoopenGa naar voetnoot5), ende die van tijd, tot tijd ontledigt, en hebbe my niet eens, maar veelmalen ingebeeltGa naar voetnoot6), dat alle de Luisen die ik quam te openen, eyeren, anders Neten geseit, in haar lighaam hadden. Ik hebbe voor dese geseitGa naar voetnoot7) dat de Luisen agter in haare lighamen angels hadde, waar mede beelde ik mijn in, de Luisen de Menschen staken, als ze te veel van de klederen gedrukt wierdenGa naar voetnoot8). | ||||||
Delft in Holland, the 20th of February 1696.
Very Honourable Sir.Ga naar voetnoot1)
The pleasure which Your Honour takes in discovering matters which (to my knowledge) were unknown makes me take the liberty once more to send Your Honour these LousyGa naar voetnoot2) notes of mine. Ga naar margenoot+After I had seen that the little Animals that are found on Currant, Cherry, Rose, and Plum Trees all brought forth young without my ever having discovered a Male Animalcule, about which I wrote at length to Your HonourGa naar voetnoot3), my thoughts turned to the lice with which human beings, and especially those who have little or no change of linen, are much vexed, the more so because I remember that a certain Author, writing about them, says that Lice are Hermaphrodites. I then had Lice bought upGa naar voetnoot4) - not once, but eight or ten times - and dissected them from time to time, and thought - not once, but many times - that all the Lice I opened had eggs, in other words: Nits, in their bodies. I have said beforeGa naar voetnoot5) that in their abdomens Lice had stings, with which I thought the Lice used to sting People when they were pressed too much by the clothesGa naar voetnoot6). | ||||||
Ga naar margenoot+Dese mijne na speuringe onvermoeit op veele bysondereGa naar voetnoot9) dagen vervolgende, heb ik eindelijk ondervondenGa naar voetnoot10), dat de Luisen geen Hermophroditen waren, datGa naar voetnoot11) ik doorgaansGa naar voetnoot12) uit de wyfjens Luisen, een gans Eyer-nestGa naar voetnoot13) met Eyeren haalde, onder welk Eyer-nest veeltijts vier, vijf, ende ook wel ses Eyeren waren, die haar volkomen groote haddenGa naar voetnoot14). Dese Eyeren heb ik verscheide malen twee â drie weken in de lugt laten staan, en doorgaans ondervonden, dat een â twee van deselvige, soo volkome rond bleven, als of die eerstGa naar voetnoot15) uit de luis waren gekomen, daarGa naar voetnoot16) alle de andere platagtig wierden, ende de vogtigheit uit deselvige wegwasemde, en wanneer ik de Eyeren, die volkome rond waren gebleven, quam te openen, vloeide de vogtige stoffe uit deselvige soodanig weg, als of ik dieGa naar voetnoot17) eerst uit de Luis hadde genomen, en geopent. Waar uit ons al weder bleek, hoe vast de bast, ofte schors, van een volmaakt ey was, op dat de vogt, schoonGa naar voetnoot18) doorgaans in de warmte leit, niet en soude weg wasemenGa naar voetnoot19). Eenige van dese uit het lijf gebragte Eyeren, heb ik warm gehoude, met die gedagtenGa naar voetnoot20), om te vernemenGa naar voetnoot21) of uit deselvige geen jonge Luisen soude voortkomen, en alhoewel ik het selvige tot driemaal toe hebbe hervat, soo en is het my nogtans niet gelukt. Ik hebbe veelmaal getragt, de menigte van de Eyeren, die een eyer-nest was inhoudende te tellen, maar het was voor my niet doenlijk, eensdeels om dat ik deselvige soo van een niet en konde verspreyen, ten andere datGa naar voetnoot11) veele soo klein waren; en na myn beste gissinge oordeelde ik de een tyd dat het getal van sestig, en op een ander tyd dat het wel seventig eyeren quam uit te maken. Ga naar margenoot+Vorders heb ik na veele ontlediginge ondekt, dat het geene ik my in de mannetgens luisen voor eyeren hadde ingebeeld, geen eyeren, maar in der daat Testiculen warenGa naar voetnoot22). Dese Testiculen sijn vier in 't getal, leggen yder twee soo digt by den anderenGa naar voetnoot23), ende wel voornamentlijk met der selver twee einde, soodanig als of yder afdragent vat samen vereenigde, en het veeltyts soo quam te vertoonenGa naar voetnoot24) als of deselve maar een afdragent zaad vat hadde, yder van dese Testiculen oordeele ik | ||||||
Ga naar margenoot+Continuing this my investigation tirelessly on many successive days, I at last found that Lice were no Hermaphrodites, because I always got from the female Lice a whole Ovary with Eggs, in which Ovary there were often four, five, and sometimes six Eggs that were fully grownGa naar voetnoot7). I left these Eggs several times exposed to the air for two or three weeks and always found that one or two of them remained so perfectly round as if they had just come out of the louse, whilst all the others became flattish and the liquid evaporated out of them; and when I opened the Eggs that had remained perfectly round, the liquid substance flowed away from them in such a way as if I had just taken the eggs out of the Louse and opened them. From this it appeared again to us how firm was the bark or rind of a full-grown egg, in order that the liquid, though the egg is always exposed to heat, might not evaporateGa naar voetnoot8). Some of these Eggs taken out of the body were kept warm by me, because I intended to observe whether young Lice would not come forth from them, and though I repeated this procedure up to three times, yet I have not succeeded. I have frequently tried to count the number of the Eggs which one ovary contained, but this was not possible for me, on the one hand because I could not spread them out sufficiently and on the other because many of them were so small; and to my best judgment I estimated at one time that the number of eggs was sixty and at another time as many as seventy. Ga naar margenoot+Furthermore I discovered after many dissections that what I had taken to be eggs in the male lice were not eggs, but actually TesticlesGa naar voetnoot9). These Testicles are four in number and lie close together in pairs, and chiefly with their two ends, in such a way as if each of the deferent vessels joined the other, | ||||||
ontrent een vierendeel van de groote van een volmaakte luisen-ey te sullen uit makenGa naar voetnoot25). Eer ik mijn selven ten genoege konde versekeren, dat het Testiculen waren, opende ik verscheide van de selvige, in welk doen my te vooren quam seer veel lange deeltgens, verbeeldendeGa naar voetnoot26) kleine Aeltgens, dog de waarheit hier vanGa naar voetnoot27), is my niet ten genoege gebleken. DaarGa naar voetnoot16) de stoffe uit de eyeren van de luisen uit een heldere vogt, vermengt met grooter en kleinder bolletgens bestondenGa naar voetnoot28). Wyders haalde ik veelmaal uit de mannekens luisen, derselver mannelyke leden, als ook bragt ik veelmaal de angels tot myn groot genoegen uit het agterlyf van de luis, en ook nam ik die wel uit de luis, dog niet sonder het ontstukken breken van de dunne hoornagtige deelen, die al diepGa naar voetnoot29) in 't lyf vast waren, door welke deelen den angel buiten het lighaam wierde gestootenGa naar voetnoot30). Nu was ik alsoo verre inde kennisse van de luisen gekomen, dat wanneer ik die door een weinig vergrootende glas was beschouwende, konde oordeelen of het een Manneke of een wyfke was. Wat nu de redenen is, waar om de Mannekens aan haar agterlyf met een angel zyn versien, en de wyfkens niet, en waar toe deselvige gebruikt werden, oordeele ik voor my onnaspeurlyk, alleen sag ik, dat wanneer ik de mannekens luisen wat hard aan tasteGa naar voetnoot31), dat ze dan haar agter lyf krom bogen, even als of ze haar aan steldenGa naar voetnoot32) om met haar angel te steken, ik hebbe ook wel gesien, dat ze dan haar angel uit haar lighaam bragtenGa naar voetnoot33). Ga naar margenoot+Ik hebbe tot tweemaal toe de luisen in een plat toe geschroeft doosje op geslooten, na dat ik alvoorens, het doosje met een swart zyde lapje hadde bekleet, op dat de luisen hare klaeuwtgens in 't zyde lapje beter soude konnenGa naar voetnoota) slaan als in 't hout, ten anderen als deselvige eyeren quamen te leggen, dat ik de eyeren des te beter soude komen te sien, ende alsoo het inde maanden December en January was, als ik dese naspueringe te wege bragt, soo bleef ik het doosje warm houden, om dat ik weet dat de luisen geen koude en konnen verdragen, plaatsende het doosje des daags in een klein sakje dat in de band van myn broek gemaakt is, ende des nagts leide ik het nevens my in 't bed. | ||||||
and it often looked as if there were only one deferent spermatic vessel; I judge that each of these Testicles has about one fourth the size of a full-grown louse's eggGa naar voetnoot10). Before I could satisfy myself that they were Testicles, I opened several of them, in which process I found a great many long particles looking like little Eels, but I have not become satisfied about the actual state of affairsGa naar voetnoot11), whilst the substance from the eggs of the lice consisted of a transparent liquid mixed with bigger and smaller globulesGa naar voetnoot12). Further I often took from the male lice their male organs, and to my great satisfaction I also frequently drew the stings out of the abdomen of the louse and sometimes I also took it out of the louse, but this [could not be done] without the breaking of the thin horny parts, which were fixed very deep in the body, by which parts the sting was thrust out of the bodyGa naar voetnoot13). I had now got so far in the knowledge of lice that when I viewed them through a glass of low magnifying power, I could tell whether it was a Male or a female. Now I think it inscrutable what is the reason why the Males are provided with a sting on their abdomen and the females are not, and what it is used for; I only saw that when I handled the male lice somewhat roughly, they curved their abdomen, as if they prepared to sting with their sting, and sometimes I also saw that they then brought their sting out of their bodyGa naar voetnoot14). Ga naar margenoot+On two occasions I shut up the lice in a flat, screwed-up little box, after first having lined the box with a piece of black silk, in order that the lice might strike their claws more easily in the piece of silk than in the wood, and secondly in order that, if they laid eggs, I might see the eggs better. And since it was in the months of December and January that I carried out these observations, I continued to keep the box warm, because I know that lice cannot endure the cold, putting the box in the daytime in a small pocket made in the belt of my breeches, while at night I put it beside me in the bed. | ||||||
In welke tyd ik vernamGa naar voetnoot34) dat de op gesloote luisen, my maar twee eyeren hadden geleit, ende dat aan een klein ter syden uit stekende veseltge van het zyde lapje. Uit dit gesigtGa naar voetnoot35) nam ik op nieuw negen luisen, van de grootste slag, eenGa naar voetnoot36) dat een wyfje en een dat een manneken was, die ik mede in een doosje plaatste, waar in ik geleyt hadde twee eindekens van een grof gesponne wolle draat, op dat de luisen haare eyeren soude konnen hegten aan de wol, wanneer dese luisen ontrent ses uren op geslooten hadden geweest, opende ik het doosje by de kaars, wanneer ik quam te sienGa naar voetnoot37), hoe yder van die luisen haar sogten te verbergen voor het ligt, stekende of plaatsende onder de wolle draden altemaal haare hoofden voor het ligt, soo dat men niet als de agterlyven quam te sien. Dat ik nu soo veel wyfjens en maar een manneke hadde genomen, is, om dat ik my inbeeldeGa naar voetnoot6), dat veel eyeren aan het eyer-nest, met eens te versamelenGa naar voetnoot38), vrugtbaar werden, gelyk wy weten dat in de hoenderen enz. geschiede. Wanneer nu de luisen hongerig waren, staken sy doorgaansGa naar voetnoot39) haar agter lijven wat om hoog, en tragten hare angels, die ze voor uit het hooft bragten, en waar door ze haar voetzel halen, tussche de deelen van het zyde lapje in te dringen. Dese myne tragtinge om eyeren van de luisen te hebben, en strekte tot geen ander einde, als om te weten, hoe veel tyd vereist werd, eer uit de geleide eijeren jonge voortkomen, om dat by na jan allemanGa naar voetnoot40) komt te seggen, dat de luisen in korte dagen over-grootte-vaars worden, ja eenigeGa naar voetnoot41), dat de luisen in de tyd van vierentwintig uuren groote vaars wierden. DaarGa naar voetnoot16) ik van gevoelen was, dat van die tyd af dat een ey geleit is, en uit dat ey een luis is voortkomende, ende soo groot geworden zynde, dat het weder eyeren leit, wel vier weken vereist werdenGa naar voetnoot42). Na dat deze luisen ontrent agtien uren hadden opgeslooten geweest, sag ik dat deselvige, aan de wolle draden tien eyeren geleit hadden, en na verloop van nog twaelf uuren, telden ik dertien eyeren. Op welke tyd ik sag dat het meeste, deel van hare lighaamen gans wit waren, uit oorsaak dat het bloet die het selvige ten deele hadde root gemaakt, door de excrementen waren afgedreven, ik nam ze dan alle en steldenze op de rugge van myn hand, op datze weder voetzel souden genieten, waar van seven aanstonts hare angels in de huit bragten en bloet op sogen, ende de andere drie waren soo swak, dat ze soo veel magt niet en hadden om voort te loopen, of dese swakte nu veroorzaakt was, om datze te lang sonder eeten waren | ||||||
In the meantime I saw that the shut-up lice had laid but two eggs, fastened to a small fibre of the piece of silk protruding sideways. On the ground of this observation I again took nine lice, of the biggest size, [among them] oneGa naar voetnoot15) that was a female and one that was a male, which I also put in a box, in which I had laid two small bits of a coarsely spun woollen thread, in order that the lice might fasten their eggs to the wool. When these lice had been shut up for about six hours, I opened the box by the light of a candle, and then I saw how each of those lice sought to hide from the light, putting their heads underneath the woollen threads to avoid the light, so that one could see only the abdomens. The reason why I had now taken so many females and but one male is that I fancy that many eggs on the ovary become fertile in one copulation, as we know it to happen with chickens, etc. Now when the lice were hungry, again and again they raised their abdomens somewhat and tried to thrust their stings, which they stuck out of their heads and through which they get their food, between the parts of the piece of silk. This effort of mine to collect eggs from the lice had no other aim but to know how much time is required before young lice come out of the eggs laid, because almost everyone says that lice become great-grandfathers in a few days, nay, some say that lice become grandfathers within twenty-four hours, whereas I was of opinion that at least four weeks are required between the moment when an egg is laid and the moment when a louse comes out of that egg and has grown so big that it lays eggs in turnGa naar voetnoot16). When these lice had been shut up for about eighteen hours, I saw that they had laid ten eggs on the woollen threads, and after the lapse of another twelve hours I counted thirteen eggs. At that time I saw that the greater part of their body was quite white, because the blood which had made it partly red had been expelled along with the excrements. I then took them all and put them on the back of my hand in order that they might feed again. Seven of them at once thrust their sting into the skin and sucked up blood, and the three others were so weak that they were unable to move on; whether this weakness was due to their having been too long without food or | ||||||
geweest, dan of ze in 't opvangen wat te hart gehandelt waren, ende daar door eenige vaaten in 't lighaam gequest waren, dat is my onbekentGa naar voetnoot43). Ik was seer verwondert dat de geseiden seven luisen, in het inbrengen van de angels in de huit, en nog minder in 't op zuigen van het bloet, geen meer pyn verwekte, ja soo weinig, dat ik ter naeuwer noot voelen kon, dat yets op myn hand wierde verrigtGa naar voetnoot44). Wanneer nu nog twaalf uren verloopen waren, beschouwde ik weder de verhaalde wolle draatgens, en ik telde meer dan dertig eyeren. Dat ik nu van seven luisen in de tyd van twaelf uren seventien eyeren hadde bekomen, beelde ik my inGa naar voetnoot6) dat niet weinig toe geholpen hadde, het voetzel dat ik haar uit myn hand hadde laten zuigen. Waarom ik haar weder op myn hand plaatste, daar ze allemaal graatig haar voetzel haalde, ja soodanig, dat eenige het bloet vloeyent zynde, uit haar agterste weder uit liep, daarGa naar voetnoot16) anders wanneer haar overvloet van voetzel ontbreekt, haar excrementen hard en droog zyn, ik nam ook waar dat de luisen alsGa naar voetnoota) ze zat waren van het bloet te suygen, stil bleven, sonder haar te verplaatsen, even als of deselvige zeer vermoeit warenGa naar voetnoot45). In dit laatste zuigen van het bloet uit mijn hand, verwekte eene luis soo veel pijn, dat het verveeldeGa naar voetnoot46), hier van beelde ik my in de oorzaak te zijn, dat den selven aen eenig zenuwagtigGa naar voetnoot47) deeltge heeft komen te stekenGa naar voetnoot48). Na verloop van nog elf uren telden ik agt â negen-en-dertig eyeren, wanneer ik de 7 luisen op myn hand steldeGa naar voetnoot49), liet haar tot zat werdens toe weder bloet zuigen, plaatste ik die in een ander doosje, en gaf haar andere draatgens wol om haar eyeren daar aan te hegten. Wanneer van des avonts ten agt uren, tot smergens ten agt urenGa naar voetnoot50), de eyeren, | ||||||
whether they had been handled somewhat too roughly when taken up, and some vessels in the body had been injured by this, I do not knowGa naar voetnoot17). I was much astonished that the said seven lice, while thrusting the stings into the skin, and especially while sucking up the blood, did not cause any greater pain, nay, even so little that I could scarcely feel that something was being done on my handGa naar voetnoot18). When another twelve hours had elapsed, I again observed the said woollen threads and I then counted more than thirty eggs. I thought that the fact that in the space of twelve hours I had got seventeen eggs from seven lice had been helped on not a little by the food I had allowed them to suck from my hand. I therefore put them again on my hand, from which they all eagerly sought their food, nay, even so much so that with some of them the blood, being fluid, flowed off again from their abdomen, whilst otherwise, when they lack plenty of food, their excrements are hard and dry. I also observed that when the lice had taken their fill of sucking the blood, they kept quiet, without moving about, as if they were very tiredGa naar voetnoot19). During this last sucking of the blood from my hand one louse hurt me so much that it was unpleasant; I thought that the cause of this was that it happened to pierce some nerve-fibreGa naar voetnoot20). After the lapse of another eleven hours I counted thirty-eight or thirty-nine eggs. I then put the 7 lice on my hand, let them suck their fill of blood again, put them in another box, and again gave them threads of wool to fasten their eggs to them. When the eggs laid between eight o'clock in the evening and eight o'clock in | ||||||
die in die tijd geleit waren, by my wierden na gesien, bevond ik die seven-en-twintig in 't getal. En weder van smergens ten agt tot savonts ten agt uren was maar een ey geleit; en ik hadde de seven luisen, daar een manneke onder was, des mergens ende des avonts, soo veel bloet op de rugge van myn Hand laten zuigen, tot zat werdens toe. Des anderendaags smergens telden ik weder de eyeren, en ik bevond datter agt-en-twintig eyeren waren, soo dat ik nu doorgaansGa naar voetnoot39) hadde bevonden, dat meest alle de eyeren des nagts geleit wierden, dese eyeren lagen niet wijt en zijd aan de wolle draden, maar seer digt by een: als doen was een luis tusschen de schroef van het doosje gekropen, die daar door gantsch ontstukken gedrukt wierd. Den volgende dag sijnde den 17. January, hadde de luisen 4 eyeren geleit, en ik sag dat onder de ses luisen een was die geen bloet en soog, die ook des anderendaags doot was, en deselvige openende, haalde ik drie eyeren uit desselfs lighaam, die haare volkome groote hadden, ende des nagts, hadden de andere nog sestien eyeren geleit. Den 18. January hadden de vyf over gebleven luisen maar een ey geleit, en onder deselvige wasser weder een die geen voetzel gebruikte, die ook des anderendaags doot was, en hadden dien volgende nagtGa naar voetnoot51) tien eyeren geleijt. Des anderendaags zynde den 19. January, twyfelde ik of een van de drie overgebleven luisenGa naar voetnoot52) een ey hadde geleit. Maar den volgende nagt hadde de drie luisen, (alsoo het vierde een manneke was) twaelf eyeren geleit, en ik en twyffel niet of by aldien ik de luisen om de 6. uren hadde gespijst, daar ik het nu maar om de 12. uren hebbe gedaan, dat ze meer eyeren, die wy neten noemen, souden geleit hebben. Mijne verdere ondersoekinge, ontrent de verhaalde luisen, hebbe ik gestaakt, om dat ik my inbeeldeGa naar voetnoot6) dat uit alle de eyeren geen jongen zouden voortkomenGa naar voetnoot53), en het doosje, daar in alle de versamelde eyeren, aan de wolle draatgens vast gehegt, waren, heb ik van my af geleit. Vorders hadde ik voorgenomen een wees-jonge een paar nieuwe kousen te laten aan trekken, ende in de selvige te plaatzen 2. â drie volwassene luisen, dat wyfkens waren, ende die kousen soodanig boven de knie toe te binden, ende deselvige te versegelen, dat ik my versekeren konde, dat geen luisen uit de kousen konden loopen, om dus te vernemen hoe veel eyeren en jonge luisen, soodanige luisen, na verloop van 6. â. 7. dagen, souden te voorschyn brengen. Dog ik ben van myn voornemen verandert, om dat ik meerder versekertheit door myn eygen selven | ||||||
the morning were counted by me, I found them to number twenty-seven. And between eight o'clock in the morning and eight o'clock in the evening again only one egg had been laid; and [yet] I had allowed the seven lice, among which there was one male, to suck their fill of blood from the back of my hand in the morning and in the evening. The next morning I again counted the eggs and I found there were twenty-eight eggs, so that I had always found that well-nigh all the eggs were laid at night. These eggs were not scattered all over the woollen threads, but lay very close together. At that time one louse had crept between the screwthread of the box and was crushed wholly to pieces by this. The next day, being the 17th of January, the lice had laid 4 eggs, and I saw that among the six lice there was one which did not suck blood and which also was dead the next day, and when I opened it, I took out of its body three eggs, which were fullgrown; and in the night the others had laid sixteen more eggs. On the 18th of January the five remaining lice had laid but one egg, and among them there was again one which took no food and was also dead the next day; and in the following nightGa naar voetnoot21) they had laid ten eggs. The next day, being the 19th of January, I doubted whether one of the three remaining liceGa naar voetnoot22) had laid one egg. But the following night the three lice (for the fourth was a male) had laid twelve eggs, and I do not doubt but that if I had fed the lice every 6 hours, where I now only did it every 12 hours, they would have laid more eggs, which we call nits. I stopped my further investigation about the said lice because I thought that no young would come forth from all the eggsGa naar voetnoot23), and I put on one side the box in which were all the collected eggs, fastened to the woollen threads. Further I had planned to make an orphan-boy put on new stockings and to put in them two or three adult lice that were females, and to tie up those stockings above the knee and seal them in such a way that I could be certain no lice would be able to escape from the stockings, in order thus to find out how many eggs and young lice such lice would produce in the space of 6 or 7 days. But I changed my mind, because | ||||||
soude bekomen, en datGa naar voetnoot11) ik my niet en behoorde te ontsien, de jeukinge en smert, aan mijn eene been te verdragen, het geene de meeste Arme Menschen haar gantsche leeftyd, het geheele lighaam over, moeten verdragenGa naar voetnoot54). Ik hebbe dan van myne eene been myn witte onder kousGa naar voetnoot55) uit getrokken, ende een seer fijne meer als half verslete swarte kous, tot myn onder kous gebruikt, om dat ik aan een swarte kous veel beter de geleide eyeren en jonge luisen, die uit de eyeren mogten komen, soude konnen ontdekken. Ik hebbe in de geseide kous geplant twee van de grootste luisen, dat wyfkens waren, ende een tweede swarte kous genomen, die ik in de ronte ontrent drie vinger breet soodanig in de lengte ontstukken sneed, gelyk als men een appel schilt, met die gedagtenGa naar voetnoot20), om myn kous, daar de luisen in geset waren, boven de knie vyf â. ses maal om de been te windenGa naar voetnoot56), om dat soodanigen kousebant des nagts my geen hinder soude aanbrengen, als konnende uitrekken, en inkrimpen, en datGa naar voetnoot11) door sulk doen de luisen uit de kous niet en soude konnen loopen. Een van dese luisen plaatsten hem in 't eerst ontrent de enkklaeuwGa naar voetnoot57) van de voet, daar den selven, beelde ik my in, hem twee dagen onthieltGa naar voetnoot58); den anderen bleef hem onthouden, daar ik den selven in 't eerst geplaatst hadde, dat was boven de kuyt. Doen dese luisen ses dagen in de kous hadden geweest, trok ik myn kous uit, en ik vond de eene seer naGa naar voetnoot59) daar ik hem geplaatst hadde, te weten, boven de kuyt, alwaar den selven wel vyftig eyeren, in de geseide ses dagen hadde geleit, dog meest op twee bysondereGa naar voetnoot9) plaatzen, hoewel ik die luis veel malen ontrent de knie hadde gevoelt. Dit scheen my wat vreemts, dat een luis daarGa naar voetnoot60) hy gantsch geen ligt en heeft, desselfs eyeren, die hy op verscheijde dagen komt te leggen, digte by den anderenGa naar voetnoot23) weet te plaatzenGa naar voetnoot61). Dese luis, die ik vast stelde dat nu al vyftig eyeren hadde geleit, opende ik, en het eyer-nest uit den selven genomen hebbende, spreide ik dieGa naar voetnoot62) soo verre van een als het my doenlyk was, en ik telde na myn beste oordeel nog wel vyftig eyeren, en wie weet hoe veel eyeren den selven al geleit hadde, eer ik hem in de kous plaatste; en ook hoe veel eyeren datter nog wel aan het eyer-nest waren, die myn gesigt niet en konde bereikenGa naar voetnoot63). Vorders sogt ik na de andere luis, die hem ontrent de enkklaeuw geplaatst hadde, maar ik en vernam geen luis, hoewel ik in 't uit trekken van de kous, myn been met deselvige kous soo gewreven hadde, dat onmogelyk een luis aen de huyt soude konnen blijven sitten. | ||||||
I should gain greater certainty by doing it myself and because I ought not to spare myself the itching and pain on one of my legs which most Poor People are obliged to bear their whole life all over their bodyGa naar voetnoot24). I therefore took off the white under-stocking from one of my legs and used a very thin, more than half-worn, black stocking for my under-stocking, because on a black stocking I should be much better able to detect the eggs laid and the young lice that should come forth from the eggs. I put in the said stocking two of the biggest lice, which were females, and took a second black stocking, which I cut up circularly about three finger-breadths in the longitudinal direction, in the same way in which one peels an apple, with the intention of girding my stocking, in which the lice had been put above the knee, with five or six windings about the leg, because such a garter would not trouble me at night, since it could stretch and contract, and in this way the lice could not escape from the stocking. One of these lice at first placed itself near the ankle of the foot, where I think it stayed for two days; the other stayed where I had first put it, which was above the calf. When these lice had been in the stocking for six days, I took off my stocking and I found one well-nigh in the place where I had put it, to wit above the calf, where it had laid at least fifty eggs in the said six days, but mostly in two different places, though I had frequently felt that louse around the knee. This seemed a strange thing to me, that a louse, whilst it has no light at all, is able to put its eggs, which it lays on various days, close to each otherGa naar voetnoot25). I opened this louse, which I was certain had laid already fifty eggs, and, having taken the ovary out of it, I spread themGa naar voetnoot26) out as far apart as I could, and to my best judgment I counted at least fifty more eggs; and who knows how many eggs it had already laid before I put it in the stocking, and also how many more eggs were still sticking to the ovary, which escaped my sightGa naar voetnoot27). Next I sought for the other louse, which had placed itself around the ankle, but I did not find any louse, though in taking off the stocking I had rubbed my leg so much with this stocking that a louse could not possibly have stuck to the skin. | ||||||
Ik reinigde ondertusschen myn voet, en doorsogt ook de voet van de kous, dog ik en konde de luis niet ontdekken, maar komende op het eynde van de voet des kous, daar de grootste toon ofte voet vinger inde kous geplaatst is, daar sag ik een nesje met eyeren leggen, soo dat na myn beste tellinge, dese luis negen-en-dertig, of veertig eyeren hadde geleit. Alsoo ik doen van alle de eyeren geen eene jonge luis vernam, daar nogtans myn been, en by gevolg de eyeren geen koude en hadde geleden, oordeelde ik dat alle de eyeren onvrugtbaar waren, want ik en hadde geen andere gedagten of binnen de tyd van drie dagen, souden de jongen luisen uit de eyeren voortkomenGa naar voetnoot64). Alleen moet ik seggen, dat ik een luisje ontrent de enkklaeuw ontdekte, dat ontrent viermaal soo groot was als een luisen ey is, ontrent welk luisje ik in gedagte nam, of ik niet wel, doen ik de luis in de kous sette, een heel kleyn luisje, nevens de groote luis, hadde op genomen, om dat ik doorgaansGa naar voetnoot39) zeer kleine luisjes onderGa naar voetnoot65) de groote verneemGa naar voetnoot21), die zeGa naar voetnoot66) onwetende, boven het geordonneerde getal, my laten toekomen. De geseide luis nu niet vindende, oordeelde ik dat den selven, door het reinige van de voet, daar ik geen gedagten haddeGa naar voetnoot67) dat de luis sig geplaatst soude hebbe, is weg geraakt. Ik trok myn swarte kous weder aan, niet dat ik gedagten hadde, dat uit de luis eyeren jongen souden voortkomen, maar alleen om te sien hoe verre dit jonge luisje in ses â agt dagen in grootte soude toenemen. Na dat nu volkome tien dagen waren verloopen, dat ik eerstGa naar voetnoot68) de luisen in de kous hadde geplant, hadde ik nog de voorledene nagt nog volgende dag, geen de minste Jeukinge vernomen, en alsoo ik den voorgaande avond wat digte by het vuur hadde geseten, waar door myn beenen seer warm hadden geweest, nam ik in gedagten, dat de jonge luis, als niet konnende de hitte verdragenGa naar voetnoot69), gestorven was. Ik trok dan myn kous uit, alleen om te soeken na het luisje, dat ik in 't kort ontdekte, en nu zoo groot was geworden, als een half vol wassen luis, (en welke luis een manneke was.) Maar het geene waar over ik verstelt stond, dat was, dat ik wel vijf-en-twintig jonge luisen, dog meest ontrent de eyerenGa naar voetnoot70), sag loopen, die in drieder ley zoort van grootheden bestonden. De grootste zoort oordeelde ik twee dagen out te zijn, de andere zoort, die wat minder in groote waren, oordeelde ik maar eene dag out te zyn, en dese waren ruim twee maal soo groot als een luise ey is, welke beide zoorten haare lighame alGa naar voetnoot71) roodagtig waren van het ingesogen bloet; ende de kleinste zoort, beelde ik my | ||||||
Meanwhile I cleaned my foot and also searched the foot of the stocking, but I could not discover the louse; but when I got to the end of the foot of the stocking, where the great toe or ‘thumb of the foot’ is placed in the stocking, I there saw a little ovary with eggs, so that according to my best count this louse had laid thirty-nine or forty eggs. As I then did not find a single young louse from all the eggs, though my leg, and consequently the eggs, had not suffered from the cold, I held that all the eggs were infertile, for I did not but think that the young lice would come out of the eggs within three daysGa naar voetnoot28). I must only say that I discovered around the ankle a little louse which was about four times as large as a louse's egg, about which louse I thought whether I had not, when putting the louse in the stocking, taken up a very tiny louse along with the big one, because I again and again perceive very tiny lice among the big ones, which theyGa naar voetnoot29) unknowingly send me over and above the appointed number. Now not finding the said louse, I judged that it got lost as I was cleaning the foot, where I had not thought the louse would have placed itself. I put on my black stocking again, not because I thought that young lice would come out of the louse's eggs, but solely to see how much this young louse would grow in six or eight days. After ten full days had elapsed since I had first put the lice in the stocking, I had not felt the least Itching either the past night or the next day, and as I had sat rather close to the fire the preceding evening, as a result of which my legs had been very warm, I believed that the young louse had died because it could not endure the heatGa naar voetnoot30). I therefore took off my stocking, solely to seek for the little louse, which I soon detected and which had now grown as big as a semi-adult louse (and this louse was a male). But the thing at which I was astonished was that I saw at least twenty-five young lice running about, but especially around the eggs, which lice were of three sizes. The biggest kind I held to be two days old; the other kind, whose size was somewhat smaller, I held to be only one day old, and these were more than twice as big as a louse's egg; the bodies of both kinds were wholly reddish with the blood they had | ||||||
in, dat eerstGa naar voetnoot15) uit het ey waren gekomen, want ze niet grooter waren als een ey is, en deze laatste en hadde nog geen voetzel gebruikt, en waren eer geel als witagtigGa naar voetnoot72). Vorders sag ik veel ledige eyer doppen en in andere eyeren, stelde ik vast, stonden de jonge luisen op het uit komen. Ik opende soodanig een ey, en ik haalde de jonge luis uit het selvige. Dit gesigt van al de verhaalde jonge luisen, bragt my sulken tegenheit in de kous, dat ik den selven met alle luisen daar in, ten venster uit wierp. Ik vreef myn gantsche been seer hart, om, ofGa naar voetnoot73) daar een klein luisje aan een hairtge mogt geplaatst zyn, dat ik het soude doot vrijven, en na verloop van vier uren, herhaalde ik dese vrijvinge, en ik verschoonde my als doen nog een maal van een schoone witte onderkous. Ik hebbe veel jaren geleden een luis geopentGa naar voetnoot74), en uit een ey, dat ik van het eyer-nest nam, een jonge luis gehaalt, dat my zedert die tyd noit weder en is te vooren gekomenGa naar voetnoot75); van dit myn wedervaren en heb ik myn geen andere gedagten konnen te binnen brengen, als dat soodanige luis zyn eyeren niet en heeft konnen quijt werden, en dat dus de luis in 't ey, schoon het nog in de moeder was, is voldragen gewordenGa naar voetnoot76). Sien wy nu dat een luis in de tijd van ses dagen meerder dan vyftig eyeren kan leggen, ende dat zoodanige luis nog meerder dan vijftig eyeren by hem is behoudende, soo en hebben wy ons niet te verwonderen, hoe eene luis soo een groote menigte kan voortbrengen. En als wy ook sien dat de luisen eyeren, volkome agt dagen van noode hebben, eer uyt die eyeren jonge luisen voortkomen, soo moeten wy eer gelooven, dat een eerstGa naar voetnoot15) geleit luisen ey, wel drie weken van noode heeft, eer uit dat ey een luis kan voortkomen, die zyn volmaaktheit heeft om zyn geslagt voort te setten, als na het gemeene seggenGa naar voetnoot77), dat een luis in seer weynige dagen kan over-groot-vader zynGa naar voetnoot78). Ik hadde wel gedagten om na te speuren, hoe veel dagen een luis van noode hadde, eer den selven zyn volkome wasdom, bequam, maar ik hebbe, myn voornemen gestaakt; na dat ik dan gesien hadde dat uit de eyeren, die van de verhaalde luisen aan de kous gehegt waren, jonge luisen waren voort gekomen, nam ik twee doosjens met de luisen eyeren die nu twee dagen van my afgeleit waren geweestGa naar voetnoot79), plaatste die nu weder in de band van myn broek, ende des nagts nevens my tusschen de lakens. Alsoo ik sedert eenige dagen gesien hadde, dat veel eyeren van de | ||||||
sucked in. And the smallest kind I thought had just come out of the egg, for they were no bigger than an egg; and these latter had not yet taken food and were yellow rather than whitishGa naar voetnoot31). I further saw many empty egg shells and I believed that from other eggs the young lice were about to come out. I opened such an egg and I took the young louse out of it. This spectacle of all the said young lice filled me with such aversion to the stocking that I threw it, along with all the lice in it, out of the window. I rubbed my whole leg very hard in order that, if a tiny louse should adhere to a little hair, I might kill it by rubbing, and after the lapse of four hours I repeated this rubbing and then I put on a clean white under-stocking once more. Many years ago I opened a louseGa naar voetnoot32) and out of an egg which I took from the ovary I removed a young louse, a thing which I have never seen since; with regard to this experience I have not been able to think of any other cause but that this louse could not get rid of its eggs and that consequently the louse reached its full growth in the egg, though it was still in the motherGa naar voetnoot33). If we now see that within six days a louse can lay more than fifty eggs and that such a louse keeps even more than fifty eggs in its body, we need not wonder that one louse can produce so large an offspring. And if we further see that the louse's eggs require eight full days before young lice come out of those eggs, we rather have to believe that a recently laid louse's egg needs at least three weeks before out of that egg a louse can come forth which is so full-grown that it can propagate its kind, rather than, as is commonly said, that a louse can be a great-grandfather in only a few daysGa naar voetnoot34). I thought of investigating how many days a louse needed before it was full-grown, but I abandoned my plan. After I had seen that young lice had come out of the eggs that had been attached by the said lice to the stocking, I took two boxes with the louse's eggs which I had not carried on my body for two days, and put them again in the belt of my breeches and at night by my side between the sheets. As I had seen a few days ago that many eggs of the lice which had been very transparent were | ||||||
luisen, die seer helder hadden geweest, aan eene zijde begonnen te settenGa naar voetnoot80), even als of wy ons inbeelden te zien, dat de swaarste stoffe die in de eyeren sijn, na de gront sakte: soo nam ik (na dat de eyeren tien dagen hadde geleit geweest) een ey, dat in myn oog het meeste scheen aan geset te sijn, dat ik opende, en ik haalde daar uit een volkome luis, aan de welke ik niet alleen de oogen en pooten, die in geschikte ordereGa naar voetnoot81) lagen, maar ook de klaeuwen aan de pooten konde bekennen. Soo dat my nu bleek dat de ingebeelde t'samenstremmingeGa naar voetnoot82) in de luis eyeren alleen maar was, de grootwerdinge van de luisen. Wanneer nu de eyeren wat meer dan elf dagen waren geleit geweest, sag ik eenige jonge luisen door het doosje loopen. Men soude my wel te gemoet konnenGa naar voetnoota) voeren, dat door de koude inde winter de jonge luisen, soo traag of langsaam uit de eyeren zijn gekomen. Hier op moet ik seggen, dat we in alle die tijd geen vorst en hebben gehad, dat ik doorgaansGa naar voetnoot12) in een gewarmt bed ben gegaan, ende dat des daags het doosje altijt warm is geweest, terwijlGa naar voetnoot83) myn tweede onder kleet (dat tot over myn knien komt) met swaar bond is gevoedert. Gelijk nu de eyeren, die in 't doosje waren, niet op eene dag, maar op verscheide dagen agter den anderenGa naar voetnoot23) geleit waren, soo quamen ook uit deselvige eyeren, van dag tot dag, jonge luisen te voorschyn. Ja soo verre, dat alle de luisen eyeren, tot leege doppen waren, uit gesondert eenige weinige luise die in de doppen zyn gestorven. Ga naar margenoot+Ik hebbe hier vooren geseit, dat de luisen geen Hermaphroditen zyn, om een meerder genoeginge daar ontrent te gevenGa naar voetnoot84), hebbe ik verscheide Mannelijke leden uit de Mannekens luisen gehaalt, ende die alle van een ende deselvige maaksels bevonden, uitgesondert, dat ik eenig deeltge, dat ik soo nu als dan aan het selvige quam te sien, aan andere weder niet konde bekennen. Ga naar margenoot+Fig: 1. ABCD. vertoont het Mannelyk lid van een luis, soo als ik het selvige uit de luis hadde genomen, en voor het vergroot-glas gestelt, ende den Teikenaar in de hand gegeven, om het selvige soo veel na te volgenGa naar voetnoot85), als het hem doenlijk was, die alle ontrent C. een bogt hebben, al waar men een kleine opening komt te sien, even als of dit de opening was, waar uit het Mannelyk zaad soude voortgebragt werdenGa naar voetnoot86). Dog alsoo my wel is te vooren gekomenGa naar voetnoot75), dat aan het uiterste einde, als B. een klein bolletge vogt scheen uit te komen, dat om zyn lijmagtige stoffe niet weg wasemde, soo weet ik niet wat ik hier van sal seggen. | ||||||
beginning to show a concentration of substances on one side, as if we imagined to see that the heaviest substance in the eggs sank to the bottom, I took (ten days after the eggs had been laid) an egg in which in my eyes the substance seemed to have sagged most, which egg I opened, and I got from it a full-grown louse, on which I could distinguish not only the eyes and the legs, which were neatly arranged, but also the claws on the legs, so that it now appeared to me that the imagined concentration in the louse's eggs was none but the growth of the lice. When it was somewhat more than eleven days ago that the eggs had been laid, I saw some young lice running about through the box. One might perhaps object that it was due to the cold in winter that the young lice came so tardily or slowly out of the eggs. To this I must answer that we had no frost in all that time, that I always went into a warmed bed, and that in the daytime the box was always warm, because my second under-garment (which descends to my knees) is lined with thick fur. Now just as the eggs that were in the box had not been laid on one day, but on several successive days, so young lice also emerged from the said eggs from day to day, nay, even until all the louse's eggs were empty shells, except that a few lice had died in the shells. Ga naar margenoot+I have said above that lice are not Hermaphrodites. In order to give greater certainty about this, I took divers Male organs from the Male lice and found all of them to have the same form, except that a certain particle which now and then I saw on some I could not recognize on others. Ga naar margenoot+Fig. 1. ABCD represents the Male organ of a louse such as I had taken it out of the louse, put it before the magnifying glass, and handed it to the Draughtsman for him to delineate it as accurately as he could. They are all bent around C, where a small opening is to be distinguished, as if this were the opening through which the Male seed would be expelledGa naar voetnoot35). But since I have sometimes seen that at the extremity B a little globule of liquid seemed to come forth, which did not evaporate on account of its viscosity, I do not know what to say about this. | ||||||
Ga naar margenoot+Met Fig: 1. EFAD. werd aan gewesen een rondagtig lighaam, waar aan het mannelyk lid is vereenigt, en schijntGa naar voetnoot87) voort te komen, dat men selden soo rond komt te sien, om dat meest door gaans seer ongeschikt in een krimptGa naar voetnoot88), in welk lighaam ik my inbeeldGa naar voetnoot6), dat het Zaat, wanneer het in de Testiculen syn volkome rypigheit bekomen heeft, werd af gesonden, om by de hand te zyn ten tyde der versamelingGa naar voetnoot89), om dat de Testiculen wat verre van het Mannelyk lid zijn leggendeGa naar voetnoot90). Ga naar margenoot+Fig: 1. EGF. zyn na alle aparentie zaad, en bloet-vaaten, en ook zenûwenGa naar voetnoot91). Ga naar margenoot+Fig: 2. LMNO. is mede een Mannelyk lid, dat voor een ander vergroot-glas was staande, dat ik tot geen ander einde en hebbe laten af teikenen, als om het uitstekende lighaamtge te vertoonen, dat met L. werd aangewesen, en welk deel my maar twee â. drie maale is te vooren gekomen. Dit ziende heb ik my wel ingebeeld, of het niet dat werktuygGa naar voetnoot92) is, waar door het manneke aan het wijfke in de versamelingGa naar voetnoot89) vast blijft, namentlijk, datGa naar voetnoot93) wanneer het Mannelyk lid in het Vrouwelyk lid, gebragt zijnde, dan eerst voortgebragt werdGa naar voetnoot94), om daar door het Mannelijk lid in het Vrouwelijk lid vast te hegten, om door dat middel lang versamelt te blijven, gelyk in veele Dieren, en wel voornamentlyk in kleine schepsels geschietGa naar voetnoot95). Ga naar margenoot+Fig: 2. HIK. is soodanig een lighaam, als in Fig: 1. met EFAD. is aan gewesen, en dat dus door het indroogen, soo een gedaante heeft aan genomen. Ga naar margenoot+Inde geseide Fig: 2. werd aan N. mede aan getoont, een kleyne opening, die inGa naar margenoot+ Fig: 1. aldaar met C. is aangewesen. Ga naar margenoot+Ik hebbe ook goet gedagt, twee Testiculen aan te wysen, als Fig: 3. PQRS. Aan dese geseide twee Testiculen, heeft men der selver af dragende zaad vaaten, niet konnen zien, om dat het deel daar deselvige geplaatst zyn, als aan P.Ga naar voetnoot96) met een gedeelte van een darm, en andere werktuige bedekt lagenGa naar voetnoot97). Dit was myns oordeels wat raarsGa naar voetnoot98) in de luisen, om dat zoodanige twee Testiculen, maar voorGa naar voetnoot99) eene Testicul verstrekteGa naar voetnoot100). Want wat mannekens luisen ik quam te openen, hebbe ik twee paar soodanige te samen leggende Testiculen | ||||||
Ga naar margenoot+By EFAD in Fig. 1 is shown a roundish body, with which the male organ is joined and from which it seems to spring, which body is seldom seen so round, because it usually contracts in a very irregular manner; I believe that into this body the Seed, when it has fully matured in the Testicles, is conveyed to be at hand at the time of coition, because the Testicles lie rather far away from the Male organGa naar voetnoot36). Ga naar margenoot+Fig. 1. EGF to all appearance show spermatic and blood vessels, and also sinewsGa naar voetnoot37). Ga naar margenoot+Fig. 2. LMNO is also a Male organ, which stood before another magnifying glass, and which I got delineated for no other purpose but that of showing the little protruding body which is represented by L and which I saw only two or three times. Seeing this, I thought whether it is not the organ by means of which the male adheres to the female during coition, viz. that when the Male organ has been thrust into the Female organ, it is only then brought forth in order to attach the Male organ to the Female organ, in order that the coition may thus last longer, as takes place in many Animals, mainly in small creaturesGa naar voetnoot38). Ga naar margenoot+Fig. 2. HIK is a body similar to that represented in Fig. 1 by EFAD and which has therefore assumed this shape as a result of shrivelling. Ga naar margenoot+In the said Fig. 2 there is also shown at N a small opening which is denoted by C in Fig. 1Ga naar margenoot+. Ga naar margenoot+I also thought fit to have two Testicles delineated, viz. PQRS in Fig. 3. On these said two Testicles their deferent spermatic vessels could not be seen, because the part where they are placed, viz. at P, was covered with a portion of the intestine and other organsGa naar voetnoot39). In my opinion this was somewhat curious in the lice, because these two testicles served as one testicle. For whatever male lice I opened, I [always] discovered | ||||||
ontdekt. Te meer om dat ik noit gehoort hadde, dat eenig dier, met twee dubbelde Testiculen was begaaftGa naar voetnoot101). Omme nog meerder genoegen te gevenGa naar voetnoot102), heb ik nog een paar Testiculen, die voor een ander vergroot-glas stonden, laten af teikenen. Ga naar margenoot+Fig: 4. VWXYT. vertoont een paar Testicule, die van de ingewanden, waren gesepareert. Ga naar margenoot+Fig: 4. XZ. vertoont het afdragende zaad-vat, met welk vat ik de Testicule, een weinig hebbe voortGa naar voetnoot103) getrokken, op dat deselvige met het voort trekken, een weinigje souden uitrekken, om dus te beter af geteikent te werden, en nog meer, om datGa naar voetnoot104) de toevoerende zaad-vaaten, die my verscheyde malen waren te vooren gekomen, de Teykenaar soude voor de Oogen stellen, die hier met TA ende VA werden aan gewesen. Dese verhaalde toevoerende zaad-vaaten, en hebben dus leggende hare regte gestalteGa naar voetnoot105) niet, want ik hebbe meest doorgaansGa naar voetnoot106) ondervonden, dat ze gestrekt, ofte geboge leggen in de ronte van V. na W. en van W. na X. ende van X. na Z. ende soo insgelyks met die van T. na Y. en soo ook na Z. soo dat de toevoerende, ende afdragende zaad-vaaten, een ende deselvige weg loopen, dog hoe verre dese te same loopinge uit strekt, dat is my onbekentGa naar voetnoot107). Ik hebbe ook de angel van een mannekens luis, die den selven in zyn agter lijf draagt, ende die geluwagtigGa naar voetnoot108) van Couleur is, over een komende met de Couleur van de klaeuwen, die aan de pooten van de luis zyn, ende welke Angel de luisen niet uit haar lyf stooten, voor datze deselvige gebruike wilde, mede voor het vergrootglas gestelt, ende laten af teijkenen. Ga naar margenoot+Fig: 5. BCD. vertoont een gedeelte van den Angel, soo verre de Mannekens luisen die uit haar lighaam brengen, ofte wel soo verre ik, die uit het lighaam hebbe konnen stooten, sonder dat den angel dus verre met zenuwen of vleesdeelen beset is. In welke angel men een door gaande kerf ofte holagtigheit komt te zien, even als of die kerf gemaakt was, om eenige vogt uit het lighaam, na het einde van den angel te voeren, als de luis de selve tot steken gebruiken wilde, hoe wel ik noit eenige vogt aan het einde vanden angel hebbe vernomenGa naar voetnoot109). Dit gedeelte vanden angel is soo afgeteikent, dat der selver holte tegen ons gesigtGa naar voetnoot110) komt te staan, waar door den angel ons voor komt als of die regt was. | ||||||
two pairs of testicles thus joined. This is the more astonishing because I had never heard that any animal was furnished with two pairs of testiclesGa naar voetnoot40). To satisfy the curiosity [of others] even better, I caused yet another pair of Testicles, which were standing before another magnifying glass, to be delineated. Ga naar margenoot+Fig. 4. VWXYT represents a pair of Testicles which were separated from the intestines. Ga naar margenoot+Fig. 4. XZ shows the deferent spermatic vessel, with which vessel I drew the Testicle forward a little, in order that by being thus drawn forward it should be extended a little, so that it could be the better delineated, and furthermore in order to show the Draughtsman the afferent spermatic vessels, which I often saw and which are here denoted by TA and VA. When thus located, the said afferent spermatic vessels do not have their natural shape, for I usually found them lying extended or bent in the circle from V towards W and from W towards X and from X towards Z, and in the same way with those from T towards Y and thus also to Z, so that the afferent and deferent spermatic vessels follow the same route, but I do not know how long this concourse lastsGa naar voetnoot41). I also placed the sting of a male louse, which it has in its abdomen and which is yellowish in Colour - similar to the Colour of the claws on the legs of the louse-and which the lice do not thrust out of their body before they want to use it, before the magnifying glass and got it delineated. Ga naar margenoot+Fig. 5. BCD shows a part of the Sting as far as the Male lice thrust it out of their body, or as far as I could push it forward out of the body, the sting thus far not being covered with sinews or fleshy parts. In this sting one can see a continuous groove or cavity, as if that groove had been made to carry off some liquid out of the body towards the end of the sting when the louse wants to use it for stinging, though I have never perceived any liquid at the end of the stingGa naar voetnoot42). This part of the sting has been so delineated that the cavity in it is turned towards our eyes, as a result of which the sting appears straight to us. | ||||||
Ik hebben den selven angel op zy voor het vergroot-glas gestelt, waar door danGa naar margenoot+ de kromte die den angel heeft ons voor de oogen komt als hier Fig: 6. met EFG. werd aan gewesen. En dus verre was ook de angel van alle andere deelen ontbloot,Ga naar margenoot+ dog wanneer men nederwaarts komt te sien, als Fig: 6. GHIE. soo sag men nog het hoornagtig deel vanden angel, waar door het ten deele werd uit gestooten, ende zyn stijfte of starkte behout om te konnen stekenGa naar voetnoot111). Wat gebruik nu dese angels in het steken hebben, ende op wat tijd ze die gebruiken, daar van heb ik voor desen myn gedagten op gelostGa naar voetnoot112), maar waarom alleen de mannekens ende niet de wyfkens daar mede versien zyn, daar na heb ik wel eenigsints gegist, maar om tot de waarheit te komen, dat schijnt voor my onnaspeurlykGa naar voetnoot113). Ga naar margenoot+Ik hebbe voor desen aangewesen, den angel van de luisen dieze in 't hooft dragen, en niet daar uit brengen, voor datze voetzel soeken te trekken; en ook getoont, dat het geene ik in 't eerst voor een angel aansag, waarlyk maar een koker van een veel, dunder angel was: en alsoo ik nu by gevalGa naar voetnoot114) een luis zijn hooft was op spouwendeGa naar voetnoot115), in dat doen den angel ende de koker daar den angel steekt, ongemeen lang, my te vooren quamGa naar voetnoot116), soo hebbe ik deselvige mede laten afGa naar margenoot+ teikenen, als Fig: 7. synde KL. de koker, ende LM. de seer dunne angel voor een gedeelte uit de kokerGa naar voetnoot117). Sienwe nu dat de luis soo een uitnemende dunne angel heeft, soo en hebbe we ons niet meer te verwonderen, dat de quetzinge die de luis komt te maken, soo weynig smert aanbrengt, soo daar geen senuwe geraakt werden. Ik hebbe ook doorgaansGa naar voetnoot39) waargenomen, dat als de luis het bloet uit het lighaam haalt, dat als dan een seer klein root plekje, in de huyt rond omme desselfs hooft komt, waar uit ik een besluit maakteGa naar voetnoot118), dat de seer dunne angel, alleen gemaakt was, om de bloet vaatgens te doorbooren, of te quetsen, en dat verrigt hebbende buite gebruik was. Wanneer ik nu de uit nemende dunte vande angel LM. tegen de dikte van een hair van myn hand ging af meten, soo veel als myn oog door het vergroot-glas konde begrypenGa naar voetnoot119), most ik oordeelen, dat soodanig hairtge, wel seven hondert maal dikker was, als de angelGa naar voetnoot120). | ||||||
I placed the same sting sideways before the magnifying glass, as a result ofGa naar margenoot+ which the curvature of the sting becomes visible to us, as denoted here in Fig. 6 by EFG. And thus far the sting also was stripped of any other parts, but when one looksGa naar margenoot+ down, as in Fig. 6, GHIE, one sees the horny part of the sting, by which it is partly pushed out and keeps its rigidity or firmness for stingingGa naar voetnoot43). Now I have previously set forth my thoughtsGa naar voetnoot44) about the use of these stings in stinging and at what time they use it, but why it is only the males and not the females that are furnished therewith, that is a matter at which I have indeed made some guesses, but I have not been able to find out the true reason of itGa naar voetnoot45). Ga naar margenoot+I have shown above the sting of the lice which they have in their head and do not bring out until they seek for food; and I have also shown that what I first took to be a sting in reality was nothing but a sheath of a much thinner sting. And as I happened to split up a louse's head and in this process the sting and the sheath in which the sting is contained, which is uncommonly long, became visible to me, IGa naar margenoot+ also got this delineated, viz. in Fig. 7, KL being the sheath and LM the very thin sting, brought forth partly out of the sheathGa naar voetnoot46). If we now see that the louse has such an exceedingly thin sting, we need not wonder any more that the injury that the louse makes causes so little pain, if the nerves are not touched. I also invariably perceived that when the louse sucks the blood out of the body, a tiny red spot appears in the skin, around its head, from which I concluded that the very thin sting had been made solely to pierce or injure the little blood vessels, and was not used when this had been accomplished. When I now compared the exceeding thinness of the sting LM with the thickness of a hair from my hand, as far as my eye could judge it through the magnifying glass, I was bound to think that such a little hair was at least seven hundred times thicker than the stingGa naar voetnoot47). | ||||||
Dit soo zijnde, hadde ik my niet te verwonderen, dat van tien luisen, die ik op myn hand hadde gestelt om bloet te suigen, pasGa naar voetnoot121) een was die my gevoel aan bragt, schoon ik wel vyf-en-twintig jonge luisen in myn kous hadde, waar van wel twee derdendeel al bloet hadde gesogen, soo weinig gevoelGa naar voetnoot122) my hadden aan gebragt, dat ik geoordeelt hadde, geen een levent schepsel aan myn been te hebben, waar uit ik in gedagten nam, of niet wel de meeste smert, die de luisen de menschen aan brengen, niet wel mogt aangedaan werden, van het steeken door de angels, die de mannekens luisen agter in haar lighaame dragenGa naar voetnoot123). Wanneer ik de eyeren, anders neten geseit, vande luisen beschouwde, most ik oordelen dat de schors van de eyeren te samen gestelt waren uit ronde schobagtigeGa naar voetnoot124) deelen, waar van yder weder was te samen gevoegt uit veele seer kleine bolletgens, die de eene boven de andere in groote waren uitstekende, dat een aangenaam gesigt verschafte: dog wanneer ik de ledige dop eyerenGa naar voetnoot125), daar de luise uit gekropen waren beschoude, sag ik dat ik in myn meninge bedrogen was, ende dat de verbeelde ronde schobagtige deelen alleen was de stoffe inde eyeren, die tot groot makinge van de luis in 't ey soude verstrekken. Ga naar margenoot+Ik hebbe ook goet gedagt de schors van een luisen ey aan te wijsen, op dat men soude komen te sien, in wat gedeelte van het ey, de luis uit breekt. Ga naar margenoot+Fig: 8. NOP. vertoont de dop van een luisen ey. QR. is een hairtge of wolletge van een schaap, daar aan het luise ey is vast gekleeft, door een lymagtige stoffe, die de luis nevens het ey uit syn lighaam brengtGa naar voetnoot126). Met N. werd aan gewesen het deksel gewyse lighaam van het ey, dat na alle aparentie soodanig is geschiktGa naar voetnoot127) en onstark is, dat de luis het ey, wanneer hy syn volmaaktheit heeft bekomenGa naar voetnoot128), kan opstootenGa naar voetnoot129), daarGa naar voetnoot16) andere kleine dierkens, die tanden, of schare hebben, de schors van hare eyeren ontstukken knagen, en alsoo uit haar eyeren komen. Ga naar margenoot+Fig: 9. STV. is insgelijk de schors van een luisen ey, aan welke schors ontrent T. komt te sien, dat de schors van dese seer kleyne eyeren soo welGa naar voetnoot130) uit een membrane bestaat, als het vlies dat binnen tegen de harde schors aan sit, soo in hoender, of ander eyerenGa naar voetnoot131). Onder het verhaalde deksel, daar de luis uit breekt, leit nog een dunne membrane dat door de luis aan stukken werd gebroken, die ook door den Teikenaar is nagevolgtGa naar voetnoot132) en mede met T. werd aan gewesen. | ||||||
This being so, I did not have to wonder that among ten lice which I had put on my hand to suck blood there was only one which I felt, though I had at least twenty-five young lice in my stocking, two thirds of which had already sucked blood, which I had felt so little that I had thought I had not one living creature on my leg. From this I considered whether the greatest pain which lice cause to human beings may not be brought about through the stinging by the stings which the male lice have in their abdomenGa naar voetnoot48). When I examined the eggs, in other words: nits, of the lice, I was bound to think that the bark of the eggs was composed of round scaly parts, each of which in turn was composed of many tiny globules, of which some exceeded the others in size, which afforded a pleasant spectacle. But when I looked at the empty shells from which the lice had crept, I saw that I had been mistaken and that the round, scaly parts I had imagined to see were nothing but the substance in the eggs which was to serve for the growth of the louse in the egg. Ga naar margenoot+I also thought fit to show the bark of a louse's egg, in order that one might see from what part of the egg the louse breaks forth. Ga naar margenoot+Fig. 8. NOP represents the shell of a louse's egg. QR is a little hair or thread of wool of a sheep, to which the louse's egg has got stuck by means of a viscous substance which the louse brings out of its body along with the eggGa naar voetnoot49). By N is denoted the lid-like part of the egg, which to all appearance is so constructed and so weak that the louse, when it is full-grown, can push open the egg, whilst other animalcules, which have teeth or pincers, gnaw the bark of their eggs to pieces and thus come out of their eggs. Ga naar margenoot+Fig. 9. STV is also the bark of a louse's egg, on which bark it becomes visible near T that the bark of these tiny eggs consists of a membrane just like the membrane resting against the inside of the hard bark, in hen's eggs as well as other eggsGa naar voetnoot50). Beneath the said lid, through which the louse breaks out, there is yet another thin membrane, which is broken to pieces by the louse and has also been delineated by the Draughtsman and is denoted by T. | ||||||
Ga naar margenoot+Ik kan ook niet na laten te seggen, datGa naar voetnoot133) onder de luisen die men tot my gebragt heeft, tweederley soort hebbe gevonden, alsGa naar voetnoot134) eenige weynige die wat swartagtig waren, en dat niet alleen aan haar lighaam, maar ook aan der selver pooten, en hooft, komende anders met der selver leden de andere over eenGa naar voetnoot135). Veele die de luisen alleen met het bloote oog komen te sien, souden haar wel in beelden, datter wel vierderley zoort van luisen waren, want als de wyfkens luisen geen, of zeer weynig spys (dat menschen bloet is) in haar lyf hebben, soo steken ze in wittigheit boven andere uit, en als ze vol bloet zyn, soo schynt het bloet soo wel nietGa naar voetnoot136) door de huyt, en dat om de menigvuldige eyeren, waar mede hare lighamen beset zyn, daar in tegendeel de mannekens luisen, als die vol spysGa naar voetnoot137), (anders bloet geseit) soo zyn hare lighamen schoonGa naar voetnoot138) bloet root, en dus steken ze verre in rodigheit, boven de wyfkens uit. Ik hebbe ook waar genomen, dat wanneer ik luisen, op de rugge van myn hand stelde, ende als deselve in 't voort loopen zyndeGa naar voetnoot139), dan myn hand een weynig schuijns quam te houde, dat dan de luisen, om de gladdigheit van de huyt, als haar niet konnende vast houdenGa naar voetnoot140), vande hand af vielenGa naar voetnoot141). Uit dese waarneminge quam het my niet vreemt voor, dat een luis sig komende te verplaatsen, of geen bloet zuigende, niet met desselfs pooten tegen het lyf van den mensch, maar tegen het hembt of klederen, (daarze ook hare eyeren aan vast plaatze) voort loopen, en ook blyven zitten, als konnende seer bequamelyk hare klaeuwen in 't lynwaat, of wolle hegten. Ga naar margenoot+Sien wy nu dat een luis, als hier vooren is geseyt, in ses dagen wel vyftig eyeren leit, ende dat dan der selver lighaam, met nog meerder eyeren is beset, soo konnen we wel begrijpen, dat een Arm mensch, die hondert wyfkens luise aan zyn lyf heeft, en geen verschoning van lynwaat of klederen is hebbende, en te traag is om de luisen te dooden, in eenige maanden, als van de luisen (om soo te spreken) kan op gegeten werden. Omme de menigvuldige voorteelinge van de luisen, nog naakter voor de oogen te stellen, zo laat ons inbeelden, dat een mensch vier luise aan zyn lyf heeft, te weten, twee mannekens ende twee wyfkens luisen, ende dat beyde de wyfkens inde tyd van twaelf dagen, twee hondert eyeren leggen, ende dat na verloop van nog ses dagen, uit die eyeren hondert mannekens en hondert wyfkens zyn voort gekomen, ende dat na de tyd van nog agtien dagen de jonge luise, d'een door d'andereGa naar voetnoot142) bequam zyn, om weder eyeren te leggen, ende dat yder van de geseide jonge wyfkens in de tyd van twaelf dagen, mede yder hondert eyeren komen te leggen, ende dat na de tyd van nog ses dagen, uit alle de eyeren, jonge | ||||||
Ga naar margenoot+I cannot omit to say that among the lice that have been brought to me I have found two kinds, viz.Ga naar voetnoot51) a few which were somewhat blackish not only on their body, but also on their legs and head, the other members further resembling the othersGa naar voetnoot52). Many people, who only see the lice with the naked eye, might imagine that there were at least four kinds of lice, for when the female lice have no or very little food (which is human blood) in their body, they exceed the others in whiteness, and when they are filled with blood, the blood does not show very clearly through the skin because of the numerous eggs with which their bodies are filled, whereas when the male lice are full of food (in other words: blood), their bodies are a fine blood-red, and consequently they far exceed the females in redness. I have also perceived that when I put lice on the back of my hand and then, while they were moving about, slanted my hand somewhat the lice dropped off the hand because owing to the smoothness of the skin they could not cling theretoGa naar voetnoot53). Because of this observation it did not appear strange to me that lice, when moving about or not sucking blood, move with their legs not against the human body, but against the shirt or the garment (on which they also attach their eggs) and also adhere thereto because they can very effectively fasten their claws to the linen or wool. Ga naar margenoot+If we now see that, as said above, a louse lays as many as fifty eggs within six days and that their body is then filled with even more eggs, we can understand quite well that a Poor man, who has a hundred female lice on his body, and has no change of linen or garments and is too sluggish to kill the lice, can be devoured as it were by the lice within a few months. To make the plentiful generation of lice even clearer, let us suppose that a man has four lice on his body, to wit two males and two females, and that both females lay two hundred eggs in the space of twelve days, and that after the lapse of six more days one hundred males and one hundred females have come out of those eggs, and that after the lapse of a further eighteen days the young lice generally are capable of laying eggs in turn, and that each of the said young females in turn lays one hundred eggs in the space of twelve days, and that after the lapse of six more days young lice have come out of all the eggs; this being | ||||||
luise zyn voort gekomen, dit soo sijnde, soo sal het getal daar van wesen 10000. jonge luise. Waar uit ons blijkt, dat twee wyfkens luisen, binnen de tyd van agt weken konnen groot moeders zyn, van de geseide tien duizent luisen, dat buyteGa naar voetnoot143) de verhaalde waarneminge, ons ongelooflijk zoude voor komen, en wie weet, of de voortteelinge van de selvige in de hitte van de somer, niet in de helfte minder tyd geschietGa naar voetnoot144). Als wy souden op halenGa naar voetnoot145), alle de over konstige maakzels, die soo aan de huyt, pooten en andere deelen van het lighaam te bekennen zyn, ik laat staan aan het over konstig maaksel van deselfs eyeren, ende daar nevens dan agt geven, met wat een snelle beweginge, het menschen bloet inde luis, soo in maag als darmen, onophoudelijk werd gins ende weer gestooten, op dat het door het stil staan niet en soude te samen stremmen, en soo het quam te stremmen het bloet van den mensch de luisen soude doen stervenGa naar voetnoot146). In 't kort de onbegrypelijke volmaaktheit, die in een luis is, en is niet om uit te spreken, als voor desen te meer malen is geseit, en nogtans is dit dier by de meeste menschen soo veragt, dat by aldien men daar van komt te spreken, veele hare neus op schorten. Ga naar margenoot+Dese myne waarneminge dus verre op het papier gestelt hebbende, neem ik Dr. J. Jonston sijne beschrijvinge van de DierenGa naar voetnoot147) in de hand, om te sien wat den selven, van de voortteelinge van de luisen, soude komen te seggen, en wat fabulen van voortteelinge der oude den selven mogte komen aan te halen, ende voor den dag te brengen. Die dese volgende zyn. Datze uit het vlees groeyen, datter eenige puisjens op rijsen als sy sullen voort komenGa naar voetnoot148), en datze, die door steken zynde, uit loopen heeft Aristoteles gemeent, en Theophrastus datze uit bedorven bloet komen, Mercurialis uit een warm en vogte verrotte stof die inde huyt overvloeitGa naar voetnoot149). | ||||||
so, the number of young lice will be 10,000. From this it appears to us that in the space of eight weeks two female lice can be grandmothers of the said ten thousand lice, which, if experience had not shown it, would seem incredible to us; and who knows but in the heat of summer their generation may not be accomplished in half the timeGa naar voetnoot54). If we were to mention all the ingenious parts that can be found on the skin as well as the legs and other parts of the body, let alone the very ingenious structure of its eggs, and in addition were to watch with how swift a motion the human blood is continually pushed to and fro both in the stomach and in the intestines of the louse, in order that it may not coagulate through stagnation, and that the human blood would not cause the lice to die if it coagulated, [we should be amazed]. Briefly, the incredible perfection in a louse cannot be expressed, as has frequently been said before, and yet this animal is despised so much by most people that if one speaks about it, many people turn up their noses. Ga naar margenoot+After having thus far committed to paper these my observations, I consulted Dr. J. Jonston's description of the AnimalsGa naar voetnoot55), to see what he says about the generation of lice and what fables of generation from the works of the ancients he may cite and bring to light. They are as follows. That they grow from the flesh, that some pustules are provoked where they are about to come out of the flesh, and that, when they have pierced them, they come out: this was thought by Aristotle; Theophrastus thought they come out of polluted blood; Mercurialis, that they come out of a warm and liquid rotten substance abundantly present in the skinGa naar voetnoot56). | ||||||
IkGa naar voetnoot150) soud zeggen, dat hier voornamentlijk het slymerige bloet plaats heeftGa naar voetnoot151), wyl het gallige en swaarmoedige bloet deselvige doet sterven, en zy met gal bestreken verdwynen. Indien gy de plaats besiet Galenus schijnt haar tusschen vel en vlees te stellen: datze in 't geheele lyfGa naar voetnoot152); wyl de huyt over al vol sweet-gaatgens is, sal niemant ontkennen. Nogtans moetmen seggen datze meest op 't hooft en ontrent de ontlasters van de Oxels, en liesschen uit brekenGa naar voetnoot153), daar wordt het meeste overschotGa naar voetnoot154) vergadert, ende de vuyligheit met hairen bedekt, komt door de geweygerde uit waseming te ligter te verrotten, enz. Het is nootzakelyk dat haar begin daar verborgen, en gezieltGa naar voetnoot155) zy enz: By Dioskorides gelesenGa naar voetnoot156); dat de wol van een schaap, dat van een wolf gebetenGa naar voetnoot157), indien het kleet daar van gemaakt besweet werd, luisen doet groeyen, staat by Aristoteles en Plutarchus, ja dat het laken met paarden vet bestreken sulks ook doet, by MouphetusGa naar voetnoot158) enz. | ||||||
IGa naar voetnoot57) should say that this is mainly in the phlegmatic blood, since the bilious and melancholy blood kills them and they vanish when covered with bile. If you consider the place, Galenus seems to situate it between the skin and the flesh; no one will deny that they [come out]Ga naar voetnoot58) in the whole of the body, since the skin is full of sweat-pores throughout. Nevertheless it must be said that they come out most of all on the head and around the large pores in the Arm-pits and groins; there the biggest quantities of excretions are collected and there the dirt, covered with hairs, decays more easily because the evaporation is prevented, etc. It is necessary that here their origin is hidden and here they become animated, etc.Ga naar voetnoot59). This is to be read in DioscoridesGa naar voetnoot60). It is said by Aristotle and Plutarch that if a sheep is bitten by a woolf and later on garments are made of the said wool and said garments are moistened by the sweat, this causes lice to grow, nay, it is stated by Mouphetus that cloth smeared with horse-grease also does so, etc.Ga naar voetnoot61) | ||||||
Ga naar margenoot+En Kircherus daar op na siendeGa naar voetnoot159) seyt aldus: De luisen in den mensch halen haar oorspronk niet uit het vlees, nog uit bedorve bloet, nog uit verrottenGa naar voetnoot160): Want indienze uit het vlees voort quame, soo souden alderley menschen, Ryke en Arme, even seer daar mede geplaagtGa naar voetnoot161) werden, egter siet men seGa naar voetnoot162) gemenelyk ontrent arme die veel sweten, en geen verschoning hebben, huys houdenGa naar voetnoot163): datze niet uit bedorveGa naar voetnoot164) bloet voortkomen, is daar uit openbaar, om dat de ondervinding in de gasthuysen leert dat swakke en met quaataardige koortsen besogte menschen vry van luisen zyn, niet tegenstaande sy te vooren een geheel heyr leger konden uit leverenGa naar voetnoot165). Daarom vermoed ik de luisen voort te komen uit zadelyke geestenGa naar voetnoot166) die in onse voetzel schuilen. Want dewyle door de sweet gaten geduyrig eenige fyne stof uit wasemt, die eenige grove deelen met sig sleept, soo gebeurt 'et dat dese stof tusschen vel en vlees blijft hangen, daar ze dan fyn sijnde, in vloyenGa naar voetnoot167), wat grover sijnde in luisen, en nog grover zynde in want-luisen verandert. Dat men segt het overvloedig eeten van vygen veel luisen voort te brengen, moet zoo niet verstaan werden, als ofze ongemiddeltGa naar voetnoot168) uit de vijge souden voort spruiten, maar alleenlyk dat in de vijgen een bequameGa naar voetnoot169) stof schuilt, die aan de huyt gebragt, ligtelyk in luisen verandert, daar toe de vijgen door haar warmte en vogtigheit bequaam zyn. Ga naar margenoot+Dat de luisen sterven van swaarmoedig bloet, anders zeer dik bloet geseit, oordeelGa naar voetnoot170) ik onder verbetering, alleen de oorzaak te zyn, om dat het bloet niet vloeybaar genoeg is, als niet konnende passeren, door den angel, nog door de opening, die door het hooft van de luis gaat, en alwaar het bloet soo een snelle, en als blixemende beweginge, die onbedenkelykGa naar voetnoot171) is, werd aangedaan, als de luis | ||||||
Ga naar margenoot+And Kircherus, whom I consulted on the subject, says as follows:Ga naar voetnoot62) The lice living on human beings do not originate either from the flesh or from polluted blood or from a rotten substance. For if they came out of the flesh, all sorts of people, both Rich and Poor, would be equally vexed by them, but they are usually seen to live on the poor, who sweat a good deal and have no change of linen. That they do not come out of polluted blood is evident because experience in hospitals shows that weak people and those suffering from malignant fevers are immune from lice, though they might previously yield a whole host of themGa naar voetnoot63). I therefore suspect that lice are born out of seminal spiritsGa naar voetnoot64) hidden in our food. For since through the sweat-pores there is continually exhaled some subtle substance, which takes along some coarse particles, this substance tends to stick between skin and flesh, where, if it is subtle, it is transformed into fleas, if it is somewhat coarser, into lice, and if it is coarser still, into house-bugs. The statement that the copious eating of figs produces many lice should not be taken to mean that they originate directly from the figs, but only that in figs is hidden a suitable substance which, when brought on the skin, tends to change into lice, for which the figs are suited because of their warmth and humidity. Ga naar margenoot+That lice die from melancholy blood, in other words: very thick blood, this I think, under correction, to be caused solely by the fact that the blood is not [thinly] fluid enough so that is cannot pass either through the sting or through the opening through the head of the louse, where such a swift and almost lightning-quick motion, which is inconceivable, is imparted to the blood when the louse takes its | ||||||
zyn voetzel haalt, datGa naar voetnoot172) door het dikke bloet niet kan verrigt werden. Is nu soo een kleyne of dunne doorgang in 't hooft van een volwassene luis, hoe eng moet dan de door gang in 't hooft van een luisje zyn, dat eerstGa naar voetnoot15) uit het ey gekomen is, en schoon de Oude luisen, kondenGa naar voetnoot173) uit dik bloet haar leven behouden, soo souden de eerst uit het ey komende luysen, beeld ik my inGa naar voetnoot6), daar van sterven. Om datGa naar voetnoot174) de luisen alleen hare voetzel trekken, uit de dunne stoffe van het bloet, die men de wey van het bloet noemt, want de bolletgens, die het bloet root maken, werden in 't einde van de darm van de luis te samen gestooten, ofte stremmenGa naar voetnoot175) aldaar, na dat deselvige verscheide malen een snelle beweginge, met gins ende weer te stooten zyn aan gedaanGa naar voetnoot176), als excremente werden uit gestooten, en hier uit komt het voort, dat geen deelen van het lighaam van de luis eenige roodigheit van het bloet aan neemt, als in de maag en darmenGa naar voetnoot177). Dog wanneer een luis zyn maag en darmen vol syn van bloet, endeGa naar voetnoot178) daar op kout werd, waar door de beweginge van der selver maag en darmen, niet stark genoeg en zyn om het bloet in een behoorlyke beweginge te werden behouden, soo werden de bolletgens bloet die het selvige root maken in maag en darmen, wel ontdaanGa naar voetnoot179), en dus het geheele lighaam van de luis over gevoert, schoon de luis sig dan nog een weynig kan bewegen. | ||||||
food, which cannot take place in thick blood. If the passage in the head of an adult louse is so small or thin, how narrow must be the passage in the head of a little louse which has just come out of the egg; and even if the Adult lice could keep alive by means of thick blood, I think the lice that have just come out of the egg would die from it, because the lice get their food only out of the thin substance of the blood, which is called the serum of the blood, for the globules that make the blood red are collected at the end of the intestine of the louse or coagulate there, after divers times a swift movement, pushing to and fro, has been imparted them. They are expelled as excrements, and it is due to this that no parts of the body of the louse assume any redness from the blood except the stomach and intestinesGa naar voetnoot65). But when the stomach and intestines of a louse are filled with blood and it then becomes cold, in consequence of which the motion of its stomach and intestines is not strong enough to keep the blood properly moving, the globules of blood which make the blood red are dissolved in its stomach and intestines and thus dispersed all over the body of the louse, though the louse can then still move a littleGa naar voetnoot66). | ||||||
Hier zien wy al weder de fabulen van voorttelinge die onse voor Ouders ontrent de luisen hebbe te berde gebracht, de welke sulke diepe wortels in meest alle menschen hebben geschooten, dat men veel werks heeft om die uit te roeyen, te meer om dat men nog hedendaags luiden vind, die een naam voerenGa naar voetnoot180), welke die oude dwalinge niet alleen met de mond voorstaan, maar haar niet ontsien die met de penne staande te houden. Wanneer ik de verhaalde uit treksels op papier stelde, heb ik my niet konnen weer houden van lagchen, om de onnosele stellingen van bysondere voortteelingeGa naar voetnoot181) van de luisen die ze komen te maken, die ze na alle apparentie sonder eenig ondersoek maar uit haar hersenen sullen gesmeet hebben. Want soo het anders waar ze souden van de luis eyeren gesproken hebben, en dus heeft yder het beste menen te raden daarzeGa naar voetnoot16) alle komen te missen. Dus verre myne luisigeGa naar voetnoot3) praat, die wel drie maal soo lang gevallen is, als ik gedagt hadde, de welke ik op nieuw in 't werk gesteltGa naar voetnoot182) hadde, soo om myn selven te voldoen, als ook om de menschen te overtuigen, namentlyk datter al verscheide dagen vereyst werden, eer uit een geleit luisen-ey een jonge luis voortkomt, ik laat staan wat al dagen daar vereyst werden, eer een jonge luis soo verre gekomen is, dat die bequaamGa naar voetnoot183) is, om weder eyeren te leggen, als ook mede om te weten in wat een groote menigte die voortteelen. Afbrekende blyve onder des, enz.
A. van Leeuwenhoek. | ||||||
Here we see again the fables about generation which our Forefathers have brought forward about lice, which have become so deeply rooted in most people that it is very difficult to eradicate them, the more so because at present there are still people of great repute who not only advocate these old errors orally, but also do not hesitate to support them in their writings. When I committed the above extracts to paper, I could not help laughing about the old wives' tales on the various ways of generation of lice which these people seem to have invented from their own brain, without any investigation. For if it were otherwise, they would have spoken of the louse's eggs, and thus each of them thought he made the best guess, whilst they all err. Thus far my lousy discourse, which has grown thrice as long as I had expected, in which I had engaged anew both to satisfy myself and to convince people that several days are already required before a young louse comes out of an egg that has been laid, let alone how many days are required before a young louse has got so far that it is capable of laying eggs in turn, and also to learn in what large quantities they generate. Breaking off, I remain meanwhile, etc.
A. van Leeuwenhoek. |
|