Een sermoen van S. Jan Guldemont, tracterende Van heymelicker veeten ofte Gramschap ende van allomme te schuwen het zwoerren [...]. Cornelis van Cuelen – 1560 (1ste druk) genreproza subgenrevertaling links Secundaire literatuur over deze tekst Publicaties waarin deze tekst besproken wordt. AuteurTekstInJaar Theo Hermans‘5 Cornelis van Cuelen (vert.), Een Sermoen van S. Jan Guldemont / tracterende Van heymelicker veeten ofte Gramschap ende van allomme te schuwen het zwærren [...] Met noch een ander sermoen [...] Van den Schuldenaer van x. dusent ponden ende dat dartneckicheyt van haet ende nijdt / veel ærger is dan al ander zonden. Al tselve nu nieuwe in onzer talen overghestelt ende met breeder woorden uutgheleyt ende ghedeclareert / duer Meester Cornelis van Cuelen Priester ende erfachtich Pastoor der kercken van Hulst in Vlaendren. Gent: Hendrik van den Keere, [1560]’In: Door eenen engen hals. Nederlandse beschouwingen over vertalen 1550-16701996