Souterliedekens
(1540)–Willem van Zuylen van Nyevelt– Auteursrechtvrij
[Folio B7r]
| |
§ Den .xij. psalm hooch te singen. Vsquequo Domine obliuisce. Nae die wise Ick had een boelken wtuercoren.O Heer mijn God hoe lang salt dueren
Dat ghi wilt hier vergheten mi?
Hoe lang sal ick int eynde trueren?
O Heer wilt mi verlossen ghi.
Hoe lang wilt ghi v aensicht keeren Ga naar margenoot+
Van mi? hoe lang stel ick noch raet Ga naar margenoot+
In mijnder sielen, hoe lang sal deeren
Mi doer den dach die droefheyt quaet.
Hoe lang sal zijn op mi verheuen Ga naar margenoot+
Mijn vyant, hier mi doen ghequel.
Aensiet mi Heer, wilt mi aencleuen
Mijn Heer, mijn God, verhoort mi snel.
Wilt mijn oogen hier met licht ontsteken Ga naar margenoot+
Dat ick niet en slaep al inder doot
Dat mijn vyant hier niet en mach spreken
Mijn macht was teghens hem seer groot.
Al die mi quellen hier, sullen verbliden. Ga naar margenoot+
Wanneer beroert wort minen moet
Daer om, mijn hoep tot allen tiden
Stel ick tot v ghenade goet.
Met groter vruecht sal zijn beuangen Ga naar margenoot+
Mijn hert Heer in v salicheyt
| |
[Folio B7v]
| |
Ick wil Gods naem louen met sanghen
Hi heeft mi alle goet bereyt.
|
|