| |
| |
| |
Mireille Cottenjé
door J. Gerits
1. Biografie
Mireille Cottenjé werd op 18 november 1933 in Moeskroen geboren en bracht haar jeugd door in Brugge, waar ze behalve middelbaar onderwijs ook toneel volgde aan het conservatorium. Ze haalde het diploma van psychiatrisch verpleegster aan het Psychiatrisch Instituut te Mons en studeerde nadien aan het Instituut voor Tropische Geneeskunde te Antwerpen. In 1956 trouwde ze met Bob Colombie. Zij verbleef 4 jaar in Kongo, de voormalige Belgische kolonie.
Nadat Kongo het onafhankelijke Zaïre was geworden (1960) keerde zij naar België terug, was enkele jaren actrice bij het reizend gezelschap de Vlaamse Komedie, verpleegster te Brussel, vertaalster, secretaresse, reisgids. Na de scheiding van haar man, na 17 jaar huwelijk, woonde ze te Mechelen. Vanaf 1979 verblijft ze te Brugge, de stad van haar jeugd.
Haar jeugdboek Het grote onrecht werd tot driemaal toe bekroond: met de Prijs van de stad Knokke-Heist voor het beste jeugdboek (1973), de Prijs van de provincie Antwerpen (1974) en die van de provincie West-Vlaanderen (1975). In 1980 kreeg ze de Staatsprijs voor jeugdliteratuur voor Er zit muziek in de lucht en in hetzelfde jaar de provinciale romanprijs van West-Vlaanderen voor Muren doorbreken. Het toneelstuk Lieve daddy, geschreven naar aanleiding van het 15-jarig bestaan van het Mechels Miniatuur Theater (1971) werd wel bekroond maar pas in 1975 opgevoerd door het Nieuw Vlaams Toneel De Waag te Antwerpen.
Mireille Cottenjé leeft van haar pen (auteursrechten boeken en toneelopvoeringen) en haar tong (voordrachten).
| |
| |
| |
2. Kritische beschouwing
Visie op de wereld
‘Op leven ben ik gek. Authentisch leven. Wat voor mij alleen mogelijk is als ik het vals, verwrongen, castrerend, cultuurhistorisch image van “de vrouw” verwerp,’ antwoordde Mireille Cottenjé in 1975 op een enquête van het tijdschrift Yang over de discriminatie van de vrouwelijke auteur. De vrouw staat in haar roman dan ook centraal als vertellend hoofdpersonage vanaf haar debuut Dagboek van Carla tot en met De verkeerder minnaar.
Het door de man gedicteerde gedragspatroon van de vrouw, waartegen Cottenjé reageert, wordt in Eeuwige zomer in een discussie tussen de vrouw en haar minnaar als volgt gehekeld: ‘Een vrouw - een “liefde” - is voor jou zoiets als een hond voor zijn meester, een auto voor de chauffeur, een kaatsbal voor een kind, een spiegel, een bandrecorder, een piano, noem maar op. Je laat het staan of hangen of liggen tot “de nood” er is en dan... vingerknip!’ (p. 50). Een radicale militante van de Vrouwenbeweging kan Cottenjé niet genoemd worden. In interviews heeft ze herhaaldelijk verklaard dat ze voor de emancipatie van de mens is, man, vrouw of kind, en dat ze gelooft in een rechtvaardiger wereld waar mannen en vrouwen samen kunnen leven als gelijkgerechtigde en gelijkwaardige partners. Ze acht dit echter onmogelijk in het traditionele huwelijk.
| |
Thematiek
De conflicten in de man-vrouwrelatie en de vraag of en hoe partners hun vrijheid en zelfstandigheid kunnen bewaren binnen een liefdesrelatie zijn nagenoeg het enige onderwerp van Cottenjés romans, verhalen, toneelstukken en documentaire geschriften. Ook in haar jeugdboeken is die problematiek aanwezig, expliciet in Ma gaat er vandoor en zijdelings in Er zit muziek in de lucht. In haar twee andere jeugdboeken is een andere thematiek aan de orde: de onverdraagzaamheid als gevolg van de apartheidspolitiek in Zuid-Afrika in Het grote onrecht, en de oorlogsangsten van een kind wiens vader in het verzet zit in Te klein voor de waarheid.
| |
Stijl / Kunstopvatting
Schrijven is voor Mireille Cottenjé in wezen autobiografisch schrijven. Als kind al hield ze dagboeken bij en dat heeft de vorm mee bepaald van haar debuut Dagboek van Carla zowel als van Muren doorbreken, dat de briefwisseling bevat met een
| |
| |
wegens een hasj-delict opgesloten man, die de ik-figuur tot elke prijs vrij wil krijgen. Het heeft ook de stijl beïnvloed van haar overig werk waarin ze spanningen afreageert, contact zoekt met lezers aan wie ze haar gevoelens en ervaringen kwijt wil, problemen wil verhelderen door ze te beschrijven. De eis die ze aan het werk van anderen stelt, namelijk dat het haar moet vastgrijpen, meesleuren, ziek of gelukkig maken en haar in geen geval koud mag laten, is ook de norm voor haar eigen geschriften. Haar ambitie is niet te experimenteren met taal, geen literatuur te maken volgens welke modes of voorschriften dan ook, maar zo authentiek mogelijk bij zoveel mogelijk mensen over te komen. Een hulpmiddel daarbij is haar vaardigheid in het schrijven van natuurlijke en levensechte dialogen en in het formuleren van vlug wisselende extreme gevoelens. Een voorbeeld daarvan is de toneelbewerking van Muren doorbreken, onder de titel ‘Zeg nu zelf’ opgenomen in de verzamelbundel Mist.
| |
Thematiek
Centraal in haar oeuvre staat de erotiek als bindende en ontbindende kracht van een huwelijksrelatie. In Dagboek van Carla en Lava wordt die gesitueerd in het aanvankelijk idyllische decor van de prachtige natuur in de Belgische Kongolese kolonie, tot de bloedige revolutie na de onafhankelijkheid dat kader vernietigt. Haar vierjarig verblijf als verpleegster in de streek van Bukavu staat borg voor haar kennis van binnenuit van de politieke en sociale toestanden in de vroegere Belgische kolonie. Toch dienen deze louter als achtergrond van het conflict tussen de hoofdpersonages in beide romans omdat de problematiek van dekolonialisering in het psychologische conflict tussen de huwelijkspartners niet geïntegreerd is. Gemeenschappelijk aan beide romans is de (melo)dramatische ontknoping met de verminking van de mannelijke hoofdfiguur, de vlucht van sommige personages in de alcohol, het optreden van een vriend van beide tot antagonisten geworden partners, die de spanningen niet kan verminderen.
Oorzaak van de mislukking van de huwelijksrelaties in Cottenjés romans en toneelstukken is niet alleen de onvrede van de vrouw met het traditionale rolpatroon, maar ook soms een standsverschil. In Lava is An een intellectuele vrouw die onder meer de dagboeken van Kierkegaard leest, terwijl
| |
| |
Hans door zijn Spaanse afkomst aan een minderwaardigheidscomplex lijdt en op de feministische bewustwording van An met een vrij bot mannelijk chauvinisme reageert. In Muren doorbreken laat het niveauverschil tussen de primitieve gevangene Vic en zijn superieure Mieke er geen twijfel over bestaan, dat de hele onderneming om hem vrij te krijgen hooguit een seksuele relatie van heel korte duur tot gevolg kan hebben.
Het niveauverschil komt ook in haar interviews met gescheiden vrouwen, Met 13 van tafel, geregeld naar voren als de betrokken vrouwen de partner - dikwijls ook de vader - verwijten dom en lomp te zijn en uit een bekrompen milieu te stammen.
| |
Verwantschap
De roman Eeuwige zomer vertoont opvallende parallellismen met de novelle ‘Indian Summer’ van Jef Geeraerts: titel, verhaalplot, plaats van handeling (Lapland). Eeuwige zomer (1969) is chronologisch ook een antwoord op het eerste Gangreen-boek (1968) van Geeraerts. Lex in Eeuwige zomer en de ik-figuur in Gangreen 1 gebruiken de vrouw zolang het hun pleziert en laten ze dan meedogenloos vallen. De tocht van Guya en Lex door Lapland vertoont ook gelijkenissen met die van de jonge geoloog in Nooit meer slapen (1966) van W.F. Hermans.
| |
Traditie
De erotiek en agressie in de romans van Cottenjé hebben een naturalistische signatuur. Hevige passie en zinnelijkheid, alcoholisme en erfelijkheid, het biecht-karakter van de overwegingen van het hoofdpersonage, de onafwendbaarheid van de ondergang zijn er de typische ingrediënten van. Toch laat Cottenjé niet na ook te verkondigen dat ‘liefde prachtig is als je kunt liefhebben in vrijheid’. De vitalistisch beleefde vrijheidsdrang en -roes van het hoofdpersonage vormt dan een tegengewicht voor het sombere determinisme. Cottenjé heeft erop gewezen dat zij met betrekking tot de manvrouwrelatie in het huwelijk hetzelfde standpunt inneemt als Nora in Ibsens Een Poppenhuis. Nora protesteert omdat de getrouwde vrouw alleen maar verplichtingen zou hebben ten overstaan van haar man en kinderen en stelt dat de vrouw ook een heilige plicht heeft ten overstaan van zichzelf. De feministische bewustwording waarin afstand genomen wordt van de traditionele opvatting: ‘mijn-kostbaar-zaad-in-ruil- | |
| |
voor-jouw-dienstbaarheid’ treft men bij Cottenjé in vergelijkbare mate als bij een Anja Meulenbelt aan.
| |
Techniek
Eeuwige zomer is een knap geconstrueerde roman. Hij bestaat uit twee organisch in elkaar verwerkte delen. De beschrijving van de tocht van Guya met haar minnaar Lex door Lapland wordt tienmaal onderbroken door een flash-back. De flashbacks dienen om het beeld van de burgerlijke echtgenoot (Peter) en de cynische, egoïstische maar artistiek geniale en seksueel aantrekkelijke minnaar (Lex) scherper te stellen. Tussen Guya en Lex moet het tot een breuk komen, want mannen en vrouwen zijn voorbestemd om elkaar aan te trekken en dan weer af te stoten.
De verkeerde minnaar bestaat eveneens uit twee delen, niet in elkaar geschoven zoals in Eeuwige zomer, maar na elkaar verteld vanuit verschillende standpunten. In het eerste deel beschrijft de ik-figuur de verschillende fasen in haar verhouding met Johan, een homofiel; in het tweede deel wordt hetzelfde verhaal overgedaan vanuit het vertelperspectief van Johan. De lezer merkt wel voortdurend dat ook in het tweede deel de visie van de ik-figuur in de mond van Johan wordt gelegd. Die moet dan aan het eind van zijn verhaal wel tot de conclusie komen dat Mirij een ‘moordgriet’ is.
| |
Thematiek
Echtscheiding is het onderwerp van twee documentaire geschriften die kort na elkaar verschenen: Met 13 van tafel in 1977 en 13 mannen van tafel (1978). Het betreft tweemaal 13 interviews met vrouwen respectievelijk mannen uit verschillende milieus en in leeftijd variërend van 25-55 jaar (voor de vrouwen) en 33-65 jaar (voor de mannen). In beide boeken zijn bijna alle ondervraagden het erover eens dat zij in hun huwelijk van een verkeerde basis vertrokken zijn. Verschillend is de houding tegenover de alimentatie, die in het mannenboek centraal staat en nauwelijks ter sprake komt in het vrouwenboek.
| |
Kritiek
Marnix Gijsen heeft zijn waardering uitgesproken voor beide interviewboeken, waarin op plastische wijze de Belgische wetgeving, die naar zijn zeggen geen rekening houdt met moderne toestanden, gehekeld wordt. Voor de dappere wijze waarop het achterlijke Belgische gevangeniswezen te lijf wordt gegaan in Muren doorbreken heeft Ab Visser alle lof, stuitend vindt hij echter het ‘contactgestoorde nymfomane
| |
| |
gescharrel’ en het ‘kleverige, dierbare gezemel’ van de schrijfster over ‘Motherhood met een hoofdletter als een Eiffeltoren’.
Door de behoefte aan literair exhibitionisme wordt het hele leven in De verkeerde minnaar gereduceerd tot gesprekstherapie, oordeelt Hans Warren.
De romantische visie op de vrijheid als belangrijkste waarde in het leven en de overtuiging anderzijds dat de libido een kracht is die het menselijk handelen bepaalt, leiden in haar romans tot sentimentele ontladingen die kenmerkend zijn voor de triviaalliteratuur.
| |
Thematiek
Mislukte huwelijksverhoudingen en de reflectie op de oorzaken ervan zijn ook weer het onderwerp van de drie toneelstukken die Cottenjé geschreven heeft. In Lieve Daddy is de verhouding tussen de ex-koloniaal Pierre en zijn vrouw Yvonne vertroebeld door een fundamenteel misverstand, vergelijkbaar met dat tussen Hans en An in Lava. De man meent namelijk zijn vrouw te kunnen nemen als het hem zint en is er dan bovendien nog van overtuigd dat zij zijn seksuele genoegens deelt. De heilige kooi bevat een pleitrede tegen de mannenmaatschappij en toont in het personage Suzanne welke middelen een vrouw kan gebruiken om een echtgenoot, die niet wil scheiden, toch daartoe over te halen. Straks is allang voorbij, geschreven in samenwerking met Gerd de Ley, is een terugblik in 12 taferelen op een mislukt huwelijk. De personages zijn naamloos, in de ‘zij’ die zich met literatuur bezighoudt herkent men de projectie van Cottenjé.
| |
Kritiek
In haar jeugdboeken probeert zij, naar eigen zeggen, de grote fout te vermijden, die in veel traditionele jeugdliteratuur wordt gemaakt, namelijk dat het begin van het huwelijk wordt voorgesteld als een eindpunt waarop alleen nog maar het ‘en zij leefden lang en gelukkig’ kan volgen. Cottenjé acht dit terecht een vals beeld en wil het huwelijk voorstellen als een beginpunt in de evolutie van twee individuen. Rolpatronen doorbrekend is Er zit muziek in de lucht, waarin het leven in een commune op luchtige en romantische wijze wordt beschreven. De veelheid van personages en thema's - echtscheiding, verliefdheid, drugs, alcohol, rassendiscriminatie, geeft dit jeugdboek wel het karakter van een af te werken programma van onderwerpen die nu aan de orde zijn. Het
| |
| |
accent ligt veeleer op de spannende gebeurtenissen dan op de verheldering van veranderende maatschappelijke opvattingen voor de jonge mensen van nu. Het grote onrecht en Te klein voor de waarheid worden door jeugdige lezers graag gelezen, al hebben recensenten gewezen op de psychologische onwaarschijnlijkheden is sommige gedragingen van de kinderen en op de oppervlakkigheid waarmee de eigenlijke problematiek van de apartheid uiteengezet wordt in Het grote onrecht.
| |
Publieke belangstelling
Het werk van Mireille Cottenjé geniet een ruime publieke belangstelling in Vlaanderen en Nederland. Van haar debuutroman verscheen in 1985 een Franse vertaling. Uit de studie Lectuurverspreiding in Vlaanderen (1983) blijkt dat in de lijst van de meest aangekochte fictionele boeken in schoolbibliotheken (1977-1978) Er zit muziek in de lucht en Het grote onrecht op de 13de resp. 14de plaats voorkwamen. Als huislectuur wordt Het grote onrecht door leerkrachten in Vlaanderen even frequent aanbevolen als Orpheus in de Dessa van Augusta de Wit en het Dagboek van Anne Frank.
| |
| |
| |
3. Primaire bibliografie
Mireille Cottenjé, Dagboek van Carla. 's-Gravenhage/Rotterdam 1968, Nijgh & Van Ditmar, R. (2de dr. Kalmthout 1977, Beckers - met een inleiding door Mark Dangin; 3de dr. Antwerpen 1982, Manteau) |
Mireille Cottenjé, Eeuwige zomer. 's-Gravenhage/Rotterdam 1969, Nijgh & Van Ditmar, R. |
Mireille Cottenjé, Lava. 's-Gravenhage/Rotterdam 1973, Nijgh & Van Ditmar, R. |
Mireille Cottenjé, Het grote onrecht. Antwerpen/Utrecht 1973, Standaard, J. |
Mireille Cottenjé, De heilige kooi. Antwerpen 1974, Almo, T. |
Mireille Cottenjé, Lieve daddy. Antwerpen 1975, Walter Soethoudt, T. |
Mireille Cottenjé, Straks is allang voorbij. Antwerpen 1975, Walter Soethoudt, T. |
Mireille Cottenjé, Met 13 van tafel. 's-Gravenhage/Rotterdam 1977, Nijgh & Van Ditmar, Interviewbundel. |
Mireille Cottenjé, Er zit muziek in de lucht. Tielt/Bussum 1977, Lannoo, J. |
Mireille Cottenjé, 13 mannen van tafel. Antwerpen 1978, Alexander Jonckx, Interviewbundel. |
Mireille Cottenjé, Mist. 's-Gravenhage/Rotterdam 1979, Nijgh & Van Ditmar, VB. (2de gewijzigde en vermeerderde druk Antwerpen 1984, Manteau) |
Mireille Cottenjé, Waarom niet de waarheid? Antwerpen 1980, Lotus, J. (2de dr. onder de titel Te klein voor de waarheid. Antwerpen 1984, Manteau) |
Mireille Cottenjé, Muren doorbreken. 's-Gravenhage/Rotterdam 1980, Nijgh & Van Ditmar, R. |
Mireille Cottenjé, De verkeerde minnaar. Antwerpen/Amsterdam 1982, Manteau, R. |
Mireille Cottenjé, Ma gaat er vandoor. Berchem 1982, EPO, J. |
| |
| |
| |
4. Secundaire bibliografie
Paul Hardy, Cottenjé Mireille. In: Paul Hardy, Bij benadering. Dagwerk van een recensent. Deel 1: A-K. Brecht/Antwerpen 1973, pp. 116-122. (over Dagboek van Carla en Eeuwige zomer) |
Hugo Bousset, Mireille Cottenjé - Dubbel wilde ik leven. In: Hugo Bousset, Schreien, schrijven, schreeuwen, Brugge 1973, pp. 49-54. (over Dagboek van Carla, Mist en Eeuwige zomer) |
Paul Hardy, Romans en korte verhalen. In: Boekengids, jrg. 51, nr. 9, november 1973, pp. 517-519. (over Lava) |
Paul Waterschoot, Vlaamse jeugdboeken met eigentijdse problematiek. In: Jeugdboekengids, jrg. 16, nr. 2, maart-april 1974, pp. 19-20. (over Het grote onrecht) |
Marcel Janssens, Lava en dipenda. In: Dietsche Warande en Belfort, jrg. 119, nr. 4, mei 1974, pp. 332-334. (over Lava) |
Fred de Swert, Mireille Cottenjé. In: Jeugdboekengids, jrg. 19, nr. 6, juni-juli 1977, omslag. (over Het grote onrecht en Er zit muziek in de lucht) |
Roger Arteel, De gescheiden vrouw als toneelpersonage. In: Ons Erfdeel, jrg. 21, nr. 3, 1978, pp. 454-455. (over Straks is allang voorbij) |
Remi van de Moortel, Kroniek van het Vlaamse proza. In: Boekengids, jrg. 58, nr. 3, maart 1980, pp. 130-131. (over Mist) |
Leo Geerts, Mireille Cottenjé. In: De Nieuwe, nr. 32, 22-8-1980. (over Waarom niet de waarheid? en interview) |
[Anoniem,] Een vitalistische vrouw. In: Brabants Nieuwsblad, 4-9-1980. (over Muren doorbreken) |
Marnix Gijsen, De Vrouwen deugen niet. De mannen nog minder. In: Marnix Gijsen, Het gordijn zakt... (berichten 1978-1980), Antwerpen/Amsterdam 1981, pp. 98-100. (over Met 13 van tafel en 13 mannen van tafel) |
Ab Visser, Ze lust er wel soep van. In: Leeuwarder Courant, 3-4-1982. (over De verkeerde minnaar) |
Hans Warren, Het is toch zo fijn om spontaan te zijn. In: Provinciale Zeeuwse Courant, 29-5-1982. (over De verkeerde minnaar) |
Marc Reynebeau, ‘De verkeerde minnaar’ van Mireille Cottenjé. In: Kreatief, jrg. 16, nr. 2-3, juli-aug. 1982, pp. 142-143. |
J. Gerits, Funkties van teksttransformaties in hedendaagse Nederlandse literaire teksten. In: Walter Geerts - Clem Neutjens (eds.), De literatuur verliefd op zichzelf, Antwerpen, ALW-Cahier nr. 1, 1983, pp. 107-153. (over Eeuwige zomer) |
Luk Lammens, Johan Malcorps & Annelies Devos, Wat ik gisteren zei, zeg ik vandaag niet meer! In: Pluizer, november 1984, pp. 4-9. (interview met M. Cottenjé en L. Willems) |
19 Kritisch lit. lex
november 1985
|
|