spinsellaag. Niemand kon het gebouw in of uit. Geen enkel vliegtuig kon landen of vertrekken. Door het inzetten van het hele leger slaagde men er in om in drie dagen eindelijk alles schoon te krijgen.
GRASBARKI
De glazenmakers of libellen zijn echte rovers. Ze leven van de jacht op andere insekten zoals muskieten. Ze vliegen verbazend snel, wel tot 100 km. per uur. Verder lijken het net helikopters. Ze kunnen stil hangen in de lucht, achteruitvliegen, recht omhoog schieten en in volle vaart stoppen en keren. De jongen (larven) die uit de eitjes komen leven in het water, en ook zij leven van de jacht op waterinsekten en visjes. Ze hebben een speciaal vangapparaat daarvoor.
MASKITA
De maskita's of steekmuggen zijn zeer schadelijke dieren. De mannetjes leven alleen van nektar van bloemen en van andere plantensappen. De vrouwtjes steken mensen en dieren om bloed te zuigen. Daarbij kunnen zeer gevaarlijke ziektekiemen worden overgebracht. De gele-koorts-muskiet legt haar eitjes in open waterplassen, bloemvazen, en waterresten die na een regenbui overblijven in oude autobanden, kapotte flessen, plastieke bekers e.d. Van de mannetjes hebben dus wel plezier, want die helpen bij de bestuiving van bloemen. De vrouwtjes zijn buitengewoon gevaarlijk. Een van de gevaarlijkste is de malariamuskiet (koproprin) die hier is afgebeeld. Wie naar het binnenland reist moet dan ook altijd anti-malaria-pillen slikken. De jongen (larven) van muskieten kunnen niet vliegen en leven in het water. Als je ze ziet zwemmen in een vaas of plas, opruimen dan.
Veel kerkdiensten werden verstoord, omdat onder de kerkdaken grote aantallen Braziliaanse bijen en wespen zich verzamelden. De diertjes deden niets en vielen niemand aan. Maar hun doordringend gezoem overstemde het orgel en joeg de mensen zo'n angst aan, dat ze de kerk uitsnelden.
Op Marienburg werd een hele suikerloods in een nacht leeggedragen en leeggevreten. De regering vergaderde urenlang over deze natuurrampen. Iedereen sprak er over en iedereen gaf aan iedereen goede raad, maar de mensen voelden zich machteloos.
Tegen de avond wanen Ruben en Ansoeja naar de rivier gegaan. Op de plek waar ze hun steentje en schelp hadden gevonden, gingen ze zitten. Ze hadden het gevoel dat het gehele land verloren dreigde te gaan. Ze wilden van alles doen om het land te redden. Ze hadden al heel veel namen van kinderen die zouden willen helpen. Maar hoe moest je dat doen? Het evenwicht was verstoord, had die meneer op de t.v. gezegd. Maar hoe krijg je dat dan weer recht? Als de volgende week de mieren, de torren, de rupsen, de kakkerlakken, de spinnen en de houtluizen gelijktijdig zouden aanvallen, zou het gehele land verwoest worden. Besmettelijke ziekten zouden duizenden slachtoffers maken. Er zou geen oogst meer binnengehaald worden. Huizen, kantoren en werkplaatsen zouden instorten. Alle voorraden zouden vernietigd worden. Geen schip kon binnenkomen en geen vliegtuig meer landen. Als dan de andere dieren: de vogels, de vissen, de zoogdieren en de reptielen eveneens de strijd zouden beginnen, was Suriname verloren.
Ansoeja kon wel huilen als ze er aan dacht, dat binnen een week het hele land een doodse kale vlakte zou zijn.