Het grote taboe
Hoe komt het toch dat vrouwen zolang zijn blijven denken langs lang begane gedachtenpaden? En als vrouwen anders denken dan ze geleerd hebben te denken wat denken ze dan?
Wat denken ze dan zo in 't algemeen over vrouwen en mannen, over het vrijen, over haar relatie tot haar echtgenoot, over pornografie, opvoeding, de zucht tot gewichtige vergaderingen, over het manlijk naakt en over nog zo het een en ander?
Allemaal onderwerpen tot voor kort ingeperkt door conventie en taboe: een vrouw is zo en zo en is dus het gelukkigst als ... (vul de gemeenplaats maar in). Is een vrouw zo en zo en reageert ze zoals zolang van haar verwacht werd?
Antwoorden op deze en daarmee verband houdende vragen weet Aya Zikken bloot te leggen in vraaggesprekken met medevrouwen. Door haar scherpe vraagstelling komen de antwoorden duidelijk en zonder omhaal.
Conclusie? Natuurlijk is er géén conclusie. Het boek geeft een momentopname van de gedachtenwereld waarin anno 1970 enkele vrouwen tussen de 20 en 70 leven. Helaas, zegt Aya Zikken, nog steeds met het motto van Bernard Shaw: ‘Alles wat ik doe is een bespotting van wat ik denk.’