Voor de gelukkige vinder(1967)–Jaap Zijlstra– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 20] [p. 20] Kapernaüm Hier is hij van wal gestoken, hier heeft hij zijn brood gestrooid op het water om het te vinden na vele dagen, na de storm op het pinksterfeest. Het water heeft zijn voetstap uitgewist, zijn handschrift staat niet meer geschreven in het zand en ook de vreemde vloedlijn is verdwenen, de schare die niemand tellen kon. Wij staan er nu, vogels van vreemde pluimage, luistervinken die niet deugen, en nemen het brood ter hand. Neem en eet zegt hij over een zee van jaren, dit is mijn lichaam dat voor u gesproken is. Vorige Volgende