Voor de gelukkige vinder(1967)–Jaap Zijlstra– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 17] [p. 17] Op de Tabor Het licht schuift de gordijnen open en vangt aan met de bedeling van het aards bestaan: opstaan en eten en de aftocht blazen. Gaandeweg ontkomen wij aan de kokon van de slaap, het leven valt te bezien met nieuwe ogen. Geiten nemen de helling te grazen. De zon maakt veldbedden op in de verte. Een deken van grijze nevel wordt weggetrokken van de dorpen. Ook Naïn rekt de leden, staat op van zijn katafalk en trekt de dag tegemoet. Vorige Volgende