Voor de gelukkige vinder(1967)–Jaap Zijlstra– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 11] [p. 11] Sfinx Ik droomde dat ik wakker was. Overdag onder de brandende toorn van de zon had ik de sfinx gezien. Een beknotte Simson ten prooi aan de Filistijnen. 's Nachts onder het stuifzand van de sterren kwam ik terug, streelde zijn stenen huid. De aarde kreeg een schokkende droom, zij beefde over al haar leden. De sfinx trok zich los uit het weefgetouw van de eeuwen. Het bloed van een rode maan glom op zijn geschonden gelaat. Toen hij de grondvesten greep rukte ik mij los uit de slaap en staarde in een Egyptische duisternis. Vorige Volgende