Gedichten(1840)–Jacob van Zevecote– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 104] [p. 104] LI. Een pelikaen, ten behoude zyner jongens, zich opofferende. Bewaert veel meer dan u, uw' eer. Men siet de pelicaen in 't vier sich self begeven, Om dat hy houden mocht zijn joncxkens in het leven; Veel soeter duyncket hem te vliegen in zijn doot Dan zynen lieven nest te laten in den noot. De Fame die ons prijst, de boecken die wy schryven, Sijn kinders die naer ons in dese werrelt blyven; Die liever dan sich self die sien kan onder voet, En heeft geen vaders hert, geen goddelick gemoet. Vorige Volgende