Tot den leser,
Beminde Leser, en dunckt niet dat dese beelden van my gevonden sijn: want alsoo sy over eenige jaren door den geleerden F. Schoonhovius, in latijnsche spraecke, met veelderley vonden verciert sijn geweest; hebbe ick van den drucker, die deselve beelden onder hem hadde, verzocht sijnde, die met nieuwe nederduytsche dichten, sijnde van anderen sin, vertoont: hopende hier mede te beproeven of my uw oordeel een spoore sal wesen om wat grooters in de handt te nemen.