Hil-da de pil-da. De mop
(1997)–Anne Zeggen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1]
| |
[pagina 2]
| |
op het erf van vrouw jet woont hil-da. ze woont al-leen in een klein huis zonder licht.
hil-da is een beet-je gek. dat zeg-gen de men-sen van de straat.
hil-da praat en praat ook als er geen mens in de buurt is. hil-da kamt haar haar niet het zit in de war.
hil-da loopt op straat zonder schoen aan haar voet haar rok heeft een scheur. | |
[pagina 3]
| |
hil-da praat en praat maar er is geen mens die haar hoort en ook geen mens die naar haar kijkt. soms is hil-da boos op de kin-de-ren van de buurt de kin-de-ren roe-pen haar. | |
[pagina 4]
| |
ze roe-pen hil-da de pil-da zomaar wel tien keer hil-da de pil-da. dan gaat hil-da gil-len en ze pakt een stok om de kin-de-ren te slaan.
maar de kin-de-ren rennen vlug weg. hil-da zwaait met haar ar-men op en neer. ze roept kom hier dan geef ik je een pak slaag. | |
[pagina 5]
| |
de kin-de-ren la-chen pak me dan roe-pen ze pak me dan.
hil-da huilt en huilt ze gaat naar de win-kel van oom sjors.
kom maar zegt oom sjors. kom maar. hij geeft haar een bier of een pal-lem. er zijn veel man-nen in de win-kel. | |
[pagina 6]
| |
ze zeggen hil-da neem nog een bier of een shot.
hil-da pakt nog een bier en nog een. oom sjors kijkt naar haar hij zegt hil-da je moet naar huis gaan. je moet nu echt naar je huis. kom ik loop een stuk-je met je mee en dan staat hil-da op.
hil-da huilt niet meer hil-da zingt. | |
[pagina 7]
| |
|