De dichtwerken
(1886)–W.J. van Zeggelen– Auteursrecht onbekend
[pagina 262]
| |
't Orakel van sybilla.
Ze weet, dat ze op het bal zal staan
Naast signor polkinato;
Ze rekent op een erfenis,
Geheel ab intestato.
Haar toeft eens op het Lac Mineur
Een trouwelooze ontmoeting,
Maar nieuwe liefde brengt heur hart
Verzachting en verzoeting.
Een zwarte dame wordt haar valsch,
Een blonde heer haar wreker,
Een rouwbrief zal ze weldra zien -
De dag is nog onzeker.
Don sabros duëlleert om haar
Met signor pistoledi.
Hoewel de wereld er van zegt:
Ze speelden maar comedie.
Op 't carneval aan 't hof wordt zij
Dit jaar de prima donna;
Ze zal een witte dame zien
Bij 't klooster del Coronna.
Een blinkend kleinood, waar ze aan hecht,
Zal ze in 'tgedrang verliezen;
Een blauwoog volgt haar gangen na,
Een zwartoog zal ze kiezen.
Sybilla, die door 't kaartenblad
Heur vreezen voedt en hopen,
Legt uit het hokus pokus spel
Haar lot en toekomst open.
Maar ééne zaak, 'tverwed mijn hoofd,
Verzweeg zij der signora;
't Was dat ze in plaat verschijnen zou
In kruseman's Aurora.
1856.
|
|