Ter inleiding
Stephanus Johannes Paulus Kruger is als zoon van een eenvoudige Zuidafrikaanse Boer op 10 October 1825 te ‘Bulhoek’ nabij Steynsburg en nabij Colesberg, in de Kaap-Kolonie geboren.
Die Kaap-Kolonie was door Hollanders in 1652 gesticht en daarna tot bloei gebracht. Maar in de Franse tijd ging die kolonie voor ons verloren en namen de Engelsen deze.
De meeste Boeren konden zich onder het Engelse bewind niet schikken en trokken naar het Noorden. Dit deed ook de familie Kruger. In de wildernissen, waar ze terecht kwamen, hadden ze veel last van wild gedierte en kwamen ze in botsing met Kaffers.
De kleine Paul moest als negenjarig ventje mee en heeft daar heel wat avonturen beleefd. Maar daardoor werd hij juist de kerel van stavast, die hij later bleek te zijn. Door zijn gezond verstand kreeg hij in later jaren een leidende positie onder de Boeren. In verscheidene Kaffer-oorlogen streed hij mee. Later werd hij vice-President van Transvaal.
Er waren n.l. twee kleine vrije Boerenrepublieken ontstaan: Transvaal en Oranje-Vrijstaat. (Zie het kaartje op blz. 142.) Kruger streed mee in de oorlog, die Transvaal in 1880 met Engeland voerde, en drie jaar later werd hij President.
In 1899 brak de Grote Boerenoorlog uit, die op 31 Mei 1902 met de vrede van Vereeniging eindigde.
Kruger was toen niet meer in zijn land. Hij was naar Europa gereisd, om hulp voor zijn volk te vragen. De Nederlandse regering zond de kruiser ‘Gelderland’ om hem te halen.
In Frankrijk klopte hij aan dovemans deur en in Duitsland wilde de Keizer hem niet eens ontvangen. Daarop kwam hij naar Nederland en ging in Hilversum wonen. Later vertrok hij naar Zwitserland, waar hij te Clarens op 14 Juli 1904 is overleden.
Hij is een groot man geweest, met een edel karakter en daarom gaan wij in dit boek zijn geschiedenis vertellen.