| |
| |
| |
| |
1. Uitwendige beschrijving van het manuscript.
Pieter Van Zeeryps D'Eersuchtige Wraak dateert volgens het
titelblad uit 1647. Het is echter op 28 januari 1647, op de Amsterdamse
schouwburg, in première gegaan (zie Oey-de-Vita 1983, 165
Ga naar voetnoot1 en Wybrands 1873, 258
Ga naar voetnoot2). Dit betekent dat het stuk waarschijnlijk
reeds in 1646 is geschreven, en dat het een nethandschrift is. Het manuscript
bevindt zich in de Stadsbibliotheek van Haarlem met signatuur 187 B10. In de
catalogus: Supplementum Catalogi Bibliothecae Publicae
Harlemensis - 1852, staat op blz.7 onder het nr. 14 : ‘Pieter Van
Zeeryp, De eerzuchtige Wraak, treurspel, gedagteekend 1647, onder de
toneelstukken in fo handschrift bij Van Tongerlo vermeld. Er bestaan van
denzelfden dichter 2 treurspelen in druk, Arfleura en Brusanges, Amst. 1646, en
de dood van Brutus en Cassius, Amst. 1653.’ (zie Meeus 1983, 201
Ga naar voetnoot3 en Worp II 1970, 121
Ga naar voetnoot4)
Het handschrift bevat 7 folio-katernen respectievelijk samengesteld
uit 2,2,4,4,4,6 en 6 bladen. In de vijfde katern is op 15v: een folio-blad
gekleefd op ongeveer de helft van de marge. Op de verso-zijde van dit
blad(152v:) wordt de tekst herhaald die op 15v: ondersteboven staat en
geschrapt is door een zestal dwarslijnen. In totaal tellen we 58 pagina's die
een afmeting hebben van ± 320 op 195 mm. Van folio's 3 en 4 werd echter
willekeurig ± 5mm afgesneden van de breedte.
Zowel vooraan als achteraan zijn er één dekblad en
twee schutbladen toegevoegd. Het geheel is ingebonden in gemarmerd karton van
overwegend purpere kleur. Verstevigingsstrookjes (in papier) werden aangebracht: twee op fol.3r:, 5r:, 9r: en 13r:; drie tussen 13v: en 14r:.
Liniëring werd aangebracht op het titelblad d.m.v.
‘inkerving’. Op die manier staat ‘d'Eersuchtige’ tussen
twee lijnen (afstand ±10mm) en ‘wraak’ eveneens tussen twee
lijnen (afstand ±7mm). Alle beschreven pagina's , behalve het titelblad
en de lijst van personagien, hebben een linkermarge van ±40mm die d.m.v.
een verticale streep over heel de pagina in inkt is aangegeven. Er komen geen
custoden voor op fol.2v:, fol.3v:, fol.15v: en 152v: en fol.24v:.
| |
| |
Sierletters, krullen, kortom versieringen in de ruimste betekenis
van het woord, hebben we in de mate van het mogelijke aangebracht in onze
transcriptie. De auteur maakt gebruik van een slotornament (krul) op het einde
van iedere uitkomst en ieder bedrijf. Als dit einde niet samenvalt met het
einde van een bladzijde, wordt het slotornament nog gevolgd door een
horizontale lijn die vanaf de linkermarge over de ganse breedte van de pagina
loopt. Slotornament vermelden we tussen vetgedrukte vierkante haakjes en de
horizontale lijn wordt aangebracht. (Opmerking: de vertikale lijn die fungeert
als linkermarge wordt niet weergegeven). Het laatste woord van een bedrijf of
een uitkomst eindigt soms nog met een ‘krabbel’ (fol.11r:, 15v:,
152v: en 22r:). Op fol.21r: vinden we de ‘krabbel’ onder de
handtekening van Den Marquis de Cantelmo.
In het manuscript kunnen we vier kleuren inkt onderscheiden,
waarschijnlijk allemaal tinten van de basiskleur. De tekst is hoofdzakelijk
donkerbruin en de schrappingen, die meestal bestaan uit met lijntjes opgevulde
kadertjes, zijn zwart. Andere schrappingen en verbeteringen gebeuren met zwart,
met donkerbruin, met zwart en donkerbruin of met goudkleurige inkt. Op de
opgekleefde strookjes papier vinden we meestal lichtgrijs.
We hebben drie verschillende watermerken teruggevonden:
- | Op de eerste twee schutbladen, de naam VILLEDARY
(±15/20-120). In Churchill
Ga naar voetnoot5 (1967, 13)
staat Jean Villedary vermeld onder ‘Dutch paper-makers’ met de
datum 1758 en de papiermolen te Hattem. Hij staat eveneens vermeld onder
‘French paper-makers who worked for the Dutch market’ (blz.19 ) met
de data 1758-1812 en de molen in Gelderland, Hattem. Op blz. 21 vinden we:
‘The name or initials of Jean Villedary as watermarks cover a period of
150 years. The first French paper-maker of this name made paper for four Dutch
factors, viz. Abram Janssen (1635-1710), François van Tongeren
(1666-1710), Pierre van Tongeren (1721) and Gilis van Hoven (1634)’. |
- | Op fol.2, 3, 6, 8, 11, 14, 152,
16, 17, 19, 21, 23, 24, 25 en het laatste schutblad, een narrekop
(±115 hoog). Op de onderstreepte folio's staat hij recht, op de anderen
ondersteboven. De kraag van de kap heeft vijf punten en aan elke punt hangt een
belletje. Onder het derde belletje staat het cijfer 4, daaronder een D met een
dubbele vertikale streep of de initialen ID die zouden kunnen verwijzen naar
een soort papier dat 7 gulden per riem kostte en op de markt was vanaf 1636
(Churchill 1967, blz. 11-12) |
| |
| |
- | Het watermerk dat we op het voorste dekblad aantreffen, lijkt op
een Straatsburgse lelie omdat het lijkt alsof er boven het schild twee
hoorntjes staan. (vgl. Churchill 1967, blz. CCXCVII-CCCXIX) |
| |
2. Wijze van uitgeven.
Wanneer in het manuscript variante lettertypes voorkomen, met name
voor regieaanwijzingen, de aanduidingen van bedrijven en uitkomsten en
eventueel voor eigennamen in de tekst, gebruiken wij eveneens een ander
lettertype.
In de transcriptie loopt de tekst gewoon door. Links bovenaan elke
nieuwe pagina van het manuscript, hebben we zelf de foliëring
aangebracht. De verzen worden genummerd. In dit verband stuiten we echter op
problemen, bijvoorbeeld bij de brief op fol.21r: die zes regels bevat in proza.
Vers 1218a wordt gevolgd door de brief en pas daarna komt 1218b. We hebben
echter gewoon doorgenummerd, d.w.z. 1218a wordt 1218 en 1218b wordt 1225. Op
fol.15v: tellen we eveneens gewoon verder, hoewel deze pagina volledig
geschrapt is. Fol.152v: krijgt dan dezelfde versnummering, maar met exponent 2.
Op fol.28r: kleeft een stukje papier dat slechts vastzit op de oorspronkelijke
versregels 1660 en 1661, en 10 regels bevat. Het eerste vers rijmt op vers 1659
en wordt dus 1660. Het laatste vers wordt 1669 en rijmt op het eerste nog
leesbare vers onder het papier (oorspronkelijk 1662), dat dus het nummer 1670
krijgt. Aangezien dit stukje papier het enige is in het handschrift dat niet
volledig is vastgemaakt, is het waarschijnlijk wel de bedoeling geweest om de
zes oorspronkelijke versregels te behouden.
| |
3. Problemen i.v.m. het geschrift.
Het onderscheid hoofdletter-kleine letter is niet altijd duidelijk,
vooral bij m, n, w en z. Twijfel wordt aangeduid d.m.v. *A/a* in ons systeem
van diacritische tekens. Problemen zijn er ook vaak m.b.t. de interpunctie, het
onderscheid tussen letters met bijna dezelfde grafische voorstelling (vooral s,
f, t) en het (wel of niet) aaneenschrijven van woorden.
Over de correcties valt heel wat meer te zeggen. Verbeteringen
worden namelijk op vier verschillende manieren aangebracht :
- | Een woord tussenvoegen gebeurt d.m.v. aanhalingstekens,
één vóór het woord op de regel waar het
tussengevoegde moet komen en één na het woord boven de regel, dat
moet tussengevoegd worden. Slechts op fol.152v: staat op regel 8622 een
‘n’ boven ‘geesints’ zonder aanhalingstekens. De tussen
te voegen letter is echter in ‘goudkleurige’ inkt geschreven, wat
zou kunnen |
| |
| |
| wijzen op een correctie van een tweede persoon (cf.
infra). Wij transcriberen als volgt: ↑<a>↑, niet
voorafgegaan door een letter of een woord tussen vierkante haakjes. |
- | Een of meerdere regels worden verbeterd d.m.v. strookjes papier,
die de oorspronkelijke verzen bedekken en altijd volledig zijn vastgekleefd,
behalve op fol. 28v: (reeds besproken bij de versnummering onder 2.) De inkt op
de strookjes is meestal ‘lichtgrijs’ terwijl de rest van de tekst
donkerbruin is. De correcties op de strookjes hebben echter ook een
donkerbruine kleur in v.161-162 en v.1660-1669. Het lijkt erop alsof het
strookje met v.401-405 eerst met donkerbruin beschreven is en daarna met
‘lichtgrijs’. In onze transcriptie wordt deze manier van verbeteren
aangegeven door het teken : [-.aaa.]; geïmpungeerd na schrapping. |
- | Een derde manier van corrigeren is het ‘afbleken’ van
één of meerdere letters. Zo zijn in volgende verzen telkens
letter(s) en/of vlekken verwijderd :
v.127 : | vóór
‘toestaat’ waarschijnlijk een ‘s’
|
v.229 : | onder de ‘m’ van
‘maar’ (aangeduid als [*.*+]<m>) |
v.359
: | vóór ‘ik’ |
v.453
: | na de schrapping op de regel |
v.501 : | tussen
‘Cam’ en ‘Don J’ in de
linkermarge |
v.558 : | na de schrapping op de
regel |
v.565 : | onder ‘App’ van
‘Appol’, een drietal letters |
v.573
: | tussen ‘mij’ en ‘niet’ |
v.659
: | na ‘mijn’, waarschijnlijk een ‘e’ (aangeduid
als mijn [-*e*]) |
v.757 : | tussen ‘sijnse’
en het boven de regel geschreven ‘al’ |
v.844
: | onder ‘dorst’ |
v.865 : | tussen
‘sijt’ en ‘bevreest’ |
v.871
: | onder de ‘n’ van ‘en’ een ‘ij’
(aangeduid als e[ij+]<n>) |
v.981 : | onder
‘en ben soo’ |
v.1190 : | onder
‘ic’ van ‘leedich’, waarschijnlijk twee
letters |
v.1389 : | na ‘wil’, waarschijnlijk
een ‘t’ (aangeduid als wil[-*t*]) |
|
| |
| |
|
v.1579 : | onder ‘on’ van
‘verboon’, waarschijnlijk meer dan twee
letters |
v.1716 : | onder ‘Rijc’ in de
linkermargev |
|
- | Alle andere correcties gebeuren d.m.v. schrapping met de pen. Hier
en daar blijkt ook dat er iemand anders dan de auteur aan het werk is geweest,
die duidelijk minder ordelijk te werk is gegaan. De schrappingen, meestal
d.m.v. één lijn, werden aangebracht met de losse hand t.o.v. de
netjes afgelijnde kadertjes van de auteur. Het geschrift is veel
onregelmatiger. We kunnen bijvoorbeeld opmerken dat het ‘stokje’
van de letter ‘d’ bij de auteur steeds naar boven is gericht,
terwijl dit in het tweede geschrift eerder horizontaal eindigt. Bij de auteur
eindigt de letter ‘h’ op de regel; bij de andere meestal op een
krul onder de regel. Tot aan versregel 820 zijn schrappingen en verbeteringen
van de tweede persoon aangebracht in zwarte of donkerbruine inkt en eigenlijk
niet erg opvallend. Daarna is het verschil veel beter te zien omdat
goudkleurige inkt wordt gebruikt. Vanaf fol.18v: wordt het onderscheid weer
moeilijker omdat zowel de auteur als de tweede persoon blijkbaar gebruik hebben
gemaakt van goudkleurige en donkerbruine inkt. |
Op de lijst die volgt wordt aangegeven waar we het andere geschrift
hebben opgemerkt en d.m.v. de diacritische tekens wordt verduidelijkt of het
over schrapping of correctie gaat. Vraagtekens wijzen erop dat het onderscheid
tussen beide handschriften zeer onduidelijk is, maar dat een manier van
schrappen of een kleur van inkt ons toch attent heeft gemaakt op het feit dat
er twee personen aan het werk zijn geweest.
v.14 | ? [-mijn plicht] en [-geensints]
|
v.115 | [-droeve]
↑<schreijende>↑ |
v.116 : | [-want ik]
↑<ik ben>↑ en [-ben] ↑<om>↑
|
v.123 : | ÷lieve
↑<waarde>↑; ÷alleen
‘waarde’ |
v.136 : | [-als schul *±
....*] ↑<*schulplictich>↑ |
v.215
: | [-en] ↑<die>↑ |
v.266
: | [-Jalosij] ↑<*minnesucht*>↑ |
v.336
: | ? [-hier] ↑<daar>↑ |
v.346 : | ?
[-mij schielijk storte] ↑<sloeg mij dus
schielijk>↑ |
v.453 : | [-*± .......*]
↑<achterdocht>↑ |
| |
| |
v.490 : | [-helasij!] ↑<*erch/ach*
droef*heijt*>↑ |
v.610 : | [-Jalosij]
↑<minnenij>↑ |
v.618 : | [-sotternije
strijt met mijn doorluchtich] ↑<overdwase min strijt met mijn
heerlijk>↑ |
v.753 : | [-soo d'eer perijkel loopt,
vergeef' et mij] ↑<vergeeff het [-mij soo *d*'] ↓<indien
u>↓ Eer gevaar lijt>↑ |
v.807
: | [-Jalosij] ↑<minnesucht>↑ |
v.820
: | [-Jalosij sal] ↑<minnesucht
sal>↑ |
| Vanaf hier werd goudkleurige inkt
gebruikt! |
v.827 : | [-O schoon Diaan] ↑<Diaan
door die*n* dat>↑ [-[-*± .....*]] ↑<[-door dien]
alle>↑; de dubbele vierkante haakjes wijzen erop dat de tweede persoon
nog eens geschrapt heeft in goudkleurige inkt wat door de auteur reeds
geschrapt was d.m.v. een zwart opgevuld kadertje |
v.828 :
| [-als] ↑<tot>↑ |
v.8362
: | [-haar] ↑<de>↑ |
v.8522
: | [-dat jk mijn wanhoop, sal voorkomen, en] ↑<om des te
meerder, zoo mijn wanhoop weer>↑ <t>ontvlieden; bij tonvlieden is
alleen de ‘t’ in goudkleurige inkt op de regel
tussengevoegd |
v.8622 : | gee↑<n>↑sins;
alleen ‘n’ is in goudkleurige inkt boven de regel
toegevoegd |
fol.16r: | de linkermarge is lichtbruin tot
goudkleurig |
v.877 : | Meendoos<*e/a*>; alleen
‘e of a’ is in goudkleurige inkt
tussengevoegd |
v.900 : | [-deur toe]
↑<toegank>↑ |
v.920 : | [-en
gehoorsaamheijt] ↑<met groot gesach>↑ |
v.931
: | [-oneer] ↑<schantvlek>↑ |
v.959
: | ↑<[-hoop] *sleep*]>↑ |
v.960
: | [-in d'hant] ↑<gereet>↑ |
| |
| |
v.966 : | de<n> [-lauwer kroon waar meed men
mij] ↑<eeren kroon die 't swevend hair>↑; alleen
‘n’ bij ‘den’ is in goudkleurige inkt
tussengevoegd |
v.967 : | [-dat mij toen] ↑<dus
was ik>↑ overrompeld<t>; alleen ‘t’ aan
‘overrompledt is toegevoegd in goudkleurige inkt |
v.970
: | onheijl<s>; alleen ‘s’ is toegevoegd in
goudkleurige inkt |
v.987 : | ↑<u>↑
mij<n> [-aan u] ↑<stam>↑ |
v.1000
: | ↑<[-kaarsen]>↑
↓<fakkels>↓ |
v.1002 : | [-heel]
↑<al>↑ |
v.1012 : | [-'t Gordijn is voor]
↑<een nevel dekt>↑ |
v.1017 : | [-en maakt
* .....*] ↑<maakt u [-*mij*] aan mij>↑ |
v.1023
: | [-hier voorbij] ↑<dit langs>↑ |
v.1027
: | ↑<[-dien schellemse Don Jan.]>↑ ↓<den
we*r*ker van mijn ramp.>↓ |
v.1044 : | ?
↑<taal>↑; verbetering in goudkleurige inkt maar het geschrift
is eerder van de auteur |
v.1045 : | ? na ‘en
laat’, staat er een komma in zwarte inkt, gevolgd door enkele krabbels in
goudkleurige inkt |
v.1053 : | [-beter hem verklaart]
↑<best de gront verhaalt>↑ en ? [-Camil]
↑<mevrou>↑; ‘mevrou’ is in goudkleurige inkt
toegevoegd, maar eerder in het geschrift van de auteur |
v.1054
: | [-sal trouwen *± ............* swijg ik veel liever stil,]
↑<Camilla trouwen [-den marquis] ist best dat ik dit
hou>↑ |
v.1055 : | [-eer ik hem meer misnoeg;]
↑<bedekt, hij is misnoecht;>↑ |
v.1092
: | ? ↑<in het minnen>↑; verbeterd in goudkleurige inkt,
maar eerder het geschrift van de auteur |
v.1247 : | ?
↑<nu>↑; in goudkleurige inkt toegevoegd, maar weer eerder door
de auteur |
v.1274 : | ? ↑<bij>↑; idem
vers 1247 |
v.1276 : | ? ↑<mijne>↑ en
↑<hem>↑ ; idem |
| |
| |
v.1277: | ? ↑<doen sterven>↑;
idem |
v.1289 : | ↑<ik vin mij heel
beswaart>↑ |
v.1290 : | ↑<de nacht sal ons
verstrekken>↑ |
v.1291 : | ↑<een trouwe
hulper, [-*± ..*] ↑<om>↑ on[*.*+]se aanslag [-sal]
↑<te>↑ bedekken;>↑ |
v.1292
: | ↑<mij dunkt, ik sie alree>↑ en [-Al]
↑<heel>↑ |
v.1300 : | [-te weijnich u]
↑<u alte schaars>↑ |
v.1301 : | [-de
brand'ge pijn (die lust, en rust, verslint)] ↑<het brandend vuur des
hertogs hoe Ontsint>↑ |
v.1302 : | [-die kom u heb
geleen] ↑<het ook mijn sinnen dreeff>↑ |
v.1306
: | ↑<moet>↑ |
v.1314
: | ↑<en↑ en [-al] |
v.1321 : | ?
[-mevrou] ↑<daar is>↑ en [-Arnestes komt] ↑<u
Bruijdegom>↑ |
v.1336 : | [-als] en
haar<e> |
v.1338 : | ? [-ge]
↑<ver>↑sweegen; zou ook ven de auteur kunnen
zijn |
v.1343 : | ? ↑<wanneer t haar>↑;
idem |
v.1346 : | ? ↑<lichtvaardichste>↑;
idem |
v.1360 : | ? na ‘mijn heer’ staat een
goudkleurige komma met een zwart punt erboven; ‘hoe dat, waardoor?’
is in goudkleurige inkt geschreven maar waarschijnlijk door de
auteur |
v.1361 : | ? ‘her’ in de linkermarge
is in goudkleurige inkt geschreven net zoals de aanhalingstekens in het vers.
Hier vragen we ons weer af wie de correctie heeft
aangebracht. |
v.1366 : | ? ↑<'t schijnt of mijn
bruijdegom>↑; goudkleurig maar het geschrift van de
auteur |
v.1371 : | goudkleurige
aanhalingstekens |
v.1386 : | ↑<duldeloose
smert.>↑; idem vers 1366 |
v.1418
: | ↑<toe>↑ |
| |
| |
v.1426 : | ↑<het welk u
niets>↑ |
v.1438 : | ↑<dit
werk>↑ |
v.1464 : | ? ↑<kracht>↑;
in donkerbruine inkt verbeterd maar lijkt niet het geschrift van de
auteur |
v.1498 : | ?
[-perijklen]↑<onlukken>↑; idem |
v.1499
: | ? ↑<nochtaans mij>↑; idem |
v.1514
: | ? ↑<sterk>↑; in goudkleurige inkt verbeterd maar weer
eerder het geschrift van de auteur |
v.1530 : | ?
↑<altijt>↑; in goudkleurige inkt verbeterd, de vraag is door
wie? |
v.1558 : | ? <van wie is>;
idem |
v.1586 : | ‘doorgriefd’ wordt gevolgd
door een donkerbruine komma met daarboven een zwart
punt |
v.1598 : | ? ↑<d'aardbodem>↑; idem
vers 1530 |
v.1603 : | ? ↑<sotlijk>↑; in
goudkleurige inkt, waarschijnlijk aangebracht door de
auteur |
v.1633 : | ? ↑<sou>↑;
idem |
v.1643 : | ? ↑<ging>↑;
idem |
v.1651 : | ? ↑<weet dien>↑; alleen
‘dien in goudkleurige inkt |
v.1692 : | ? [-lang]
↑<in>↑; goudkleurig en waarschijnlijk niet van de
auteur |
Er kan nog worden opgemerkt dat kruisjes, waarschijnlijk in potlood,
werden aangebracht in de linkermarge en dat iemand een poging heeft gedaan om
ze weg te vegen : fol.10r: = ± v.461; fol.11v: = ± v.555;
fol.15r: = ± v.826 en fol.21v: = ± v.1255. Op fol.14r: staan er
twee kruisjes in donkere inkt aan de rechterzijde van het blad ter hoogte van
de verzen 752 en 754. Al deze aanwijzingen staan telkens voor of na een vers
waarin gecorrigeerd is.
| |
4. Besluit
Van Zeerijps D'Eersuchtige Wraak is een vrij verzorgd en
duidelijk leesbaar handschrift. De meeste correcties werden ordelijk en
consequent aangebracht. Het is zeer waarschijnlijk dat een ander de tekst
volledig heeft gelezen en | |
| |
verbeterd. Het tweede geschrift is veel minder
verzorgd, de correcties zijn slordiger en op een andere manier aangebracht en
vanaf vers 820 wordt een andere kleur (goudkleurige) inkt gebruikt. De auteur
zelf heeft meestal ook een andere kleur (zwart) inkt gebruikt om zijn tekst
(die donkerbruin is) te verbeteren. We kunnen dus veronderstellen dat hij hier
en daar wat correcties heeft aangebracht in dezelfde kleur als de tekst, en
nadien alles heeft overlopen en grondig heeft verbeterd. De tweede persoon zou
pas dan de tekst te zien hebben gekregen aangezien hij sommige correcties van
de auteur opnieuw heeft verbeterd.
| |
| |
[pagina ingevoegd]
[p. ingevoegd] | |
I Toevoegingen | |
1. <a> | op de regel
tussengevoegd |
2. ↑<a>↑ | boven regel
tussengevoegd |
3. ↓<a>↓ | beneden regel
tussengevoegd |
4. <*...*> | toegevoegd maar
onleesbaar |
5. *<a>* | a mogelijk op de regel
tussengevoegd |
6. ←< > | toegevoegd in de
linkermarge |
7. < >→ | toegevoegd in de
rechtermarge |
| |
II Weglatingen | |
1. [-a] | geschrapt |
2.
[-*...*] | geschrapt en onleesbaar |
3.
[-a]<b> | a geschrapt en b op de regel |
4.
[-a]'<b>' | a geschrapt en b boven de regel
tussengevoegd |
5. «
» | geëxpungeerd |
6. «-
» | geïmpungeerd na schrapping |
| |
III Vervanging | |
1.
[a+]<b> | b over a heen geschreven |
| |
IV Onzekere lezingen | |
1.
*a* | a is onzeker |
2. a*b* | b achter a is
onzeker |
3. *...(?)* | onzeker of er iets geschreven
staat |
4. *ende* | het hele woord is
onzeker |
5. A/a | onzeker majuskel of
minuskel |
6. a/b | onzeker a of b |
7.
ab\cd | onzeker aaneengeschreven |
| |
V Andere tekens | |
1. ende... | abbreviaturen (de oplossingen
worden gecursiveerd) |
2. *±...* | onleesbaar(zo
mogelijk één punt per letter; bij twijfel ±
toevoegen) |
3. | | | open plaats |
4.
* a <b> * | open variant b boven a |
|
-
voetnoot1
- Oey-de Vita, E. en M. Geesink, Academie en
Schouwburg. Amsterdams toneel-repertoire 1617-1665. Amsterdam
1983.
-
voetnoot2
- Wybrands, C.N, Het Amsterdamsche Tooneel van
1617-1772 . Utrecht 1873.
-
voetnoot3
- Meeus, H., Repertorium van het ernstige
drama in de Nederlanden 1600-1650.Leuven 1983.
-
voetnoot4
- Worp, J.A., Geschiedenis van het drama en
van het tooneel in Nederland. Tweede deel. Rotterdam 1970.
-
voetnoot5
- Churchill, W.A., Watermarks in paper
in Holland, England, France, etc., in the XVII and XVIII centuries and their
interconnection. Amsterdam, 1967 (Third impression).
|