P. Leendertz jr., Bibliographie der werken van P.C. Hooft. Den Haag 1931. |
Gedichten van P.C. Hooft. Volledige uitgave door F.A. Stoett. Tweede (,) geheel herziene, opnieuw bewerkte en vermeerderde druk van de uitgave van P. Leendertz Wz. Deel I. Amsterdam 1899. |
Gedichten van den Heere Pieter C. Hooft, (....). Verzaamelt en uitgegeven door Jacob vander Burgh, Raadt des Heeren van Brederode. Op nieuw overzien, en merkelijk vermeerdert. (In: P.C. Hoofts Werken, Ten deele nooit te vooren gedrukt. Amsterdam 1671.) |
Anton van Duinkerken, ‘Spelen met Ovidius’. Roeping XXXIV (1958), 182-199. |
H.W. van Tricht, P.C. Hooft. Arnhem 1951. |
J.C. de Haan, Studiën over de Romeinsche elementen in Hooft's niet-dramatische poëzie. Santpoort/Antwerpen 1923. |
P. Ovidius Naso, Heroides/Epistulae (in sp. paris helenae). |
P.C. Hoofts Gedichten, met ophelderende aanteekeningen van W. Bilderdijk. Leiden 1823. (In sp. III, 278.279.) |
(B. Huydecoper), Brieven van P.C. Hooft, (....). Amsterdam 1738. |
De Werken van Vondel. Volledige en geïllustreerde tekstuitgave in tien deelen. Amsterdam 1927-1937. (In deel IV Nasoos Heldinnebrieven, in deel VII boek I-XII van de Herscheppinge.) |
|
Handelingen van het Achtentwintigste Nederlands(e) Filologencongres. (Ter perse.) |
S.F. Witstein, Bronnen en bewerkingswijze van de ontleende gedeelten in Rodenburghs Eglentiers Poëtens Borst-weringh (1619). Het Proza-betoog en de Emblemata. (Mededelingen der Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, afd. Letterkunde. Nieuwe reeks. Deel 27. No. 6.) Amsterdam 1964. |
|
B. Castiglione, Het boek van den hoveling. Uit het Italiaans door J. Hoeksma en A. Zijderveld. Zutfen 1930. |
Albert Verwey, (woord vooraf in:) De volledige werken van Joost van den Vondel, in 7 deelen, door Hendr. C. Diferee. Utrecht 1929. |
|
N.B. De citaten zijn herinterpungeerd en herspeld, de titels staan in de oorspronkelijke spelling. |
|
Opmerking. Op het forensische karakter van sommige passages in de Heroides wordt b.v. de aandacht gevestigd in Pauly-Wissowa, Real-Enzyklopädie, XVIII, 1927. |