Het gheestelyck maeghden-tuyltjen toe-geeyent aen alle Godt-soekende maeghden
(1708)–Elisabeth van Wouwe– AuteursrechtvrijStemme: Suyver Leliblom Coningin der Maeghden.MAria seer gelorieuse Vrouw verheven
Boven al de sterren in het firmament
Voor wie d'helsche geesten vluchten ende beven
En met vrees vertrecken naer het hels torment
| |
[pagina 104]
| |
Al de Engels en de Seraphinen
Staen met groot ootmoet tot uwen dienst bereyt
En sullen u eeuwelijck beminnen,
Want gy suyver Maget haere blijschap zijt.
2. Die u seer voorsichtelijcken heeft geschapen
Die hebt gy gesogen aen u lieve borst
In wiens s'hemels geesten haer genuchten raepen,
En met vreught versaeden haeren soeten dorst.
Maria gy zijt weerdigh gepresen
Alle creaturen singht u eer en lof
Gy sult eeuwelijck den tempel wesen,
Van die dry Persoonen in het hemelsch hof.
3. T'géen dat ons de droeve Eva hadt benomen
Hebt gy ons gegeven door u werde vrucht
Op dat d'ellendige sonden ten hemel comen,
En verlost sou wesen van 't eeuwigh gesucht,
Zijt gy de venster des hemels geworden:
O Maria ! uwen oversoeten naem
| |
[pagina 105]
| |
Heeft meer kracht als t'alderbest slaghorder
Om voor ons tegen de hel te velt te gaen.
4. Gy zijt de deure van den alderhooghsten Coninck
Een schynende Poorte van het eeuwigh licht
In wien dat den Bruydegom nam sijne wooningh,
Eer hy quam verschynen hier voor ons gesicht,
Comt gy Heydenen wilt u verheugen
T'Leven is gegeven aen u door dées reyn Maeght geboren zijt
K'wensch mijn leden al in tongen te doen keeren
Om hier mede te loven uwe Majesteyt
Oock u Godt den Vader die ons hier voor desen
Met den Heyligen Geest hebt dese feest bereyt,
Alle lof en eer moet u dus wesen
Voor dit goet van nu tot inder eeuwigheyt.
|
|