Piet de Smeerpoets. De wreede Karel. De wilde Jaap.
(ca. 1927)–'t Woudvogeltje– Auteursrecht onbekend
[pagina 3]
| |
[pagina 4]
| |
Dat wordt Vader toch te kras
Alsof Piet 'n schaapje was
Bracht hij hem bij Perroguet
Zegt, maakt U die knaap eens net. -
| |
[pagina 5]
| |
Knip zijn nagels, - poets zijn tanden
Boen zijn voeten en schuur zijn handen.
Piet denkt echter, wa's dat gemeen!
De deur doe 'k open, ik ga heen.
| |
[pagina 6]
| |
Maar Papa, 't gezicht vol zeep
Doet naar Piet 'n forsche greep
Grijpt hem bij de haren vast
En grijpt naar des kappers kwast.
| |
[pagina 7]
| |
Kom lacht Mr. Perroguet
'k Maak, jongeheer je keurig net.
Vader zal tevreden zijn
En Piet zal nooit meer Smeerpoets zijn.
|
|